De beschrijving van het gebed van onze profeet (sav)
Categorieën
Full Description
- De
beschrijving van het gebed van
onze profeet (sav)
- Het keren tot de kibla
- De intentie in het gebed
- Regels met betrekking tot de afbakening
- De smeekbede ter opening
- Zoek van toevlucht tot Allah, het opnoemen van de naam van Allah en de recitatie van soera el-Faatihah
- Het overeind komen uit de roekoe'
- Voorschriften met betrekking tot de soejoed
- Het zitten tussen de beide soejoed's
- De voorschriften voor de tweede soejoed
- Het terug overeind komen uit de soejoed en de zit van de rustpauze
- De eerste zittende houding voor de getuigenis
- De supplementaire en nadrukkelijk aangeraden vrijwillige gebeden
De beschrijving van het gebed van onze profeet (sav)
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle
Alle lof is aan Allah alleen. De zegeningen en vrede zij met Mohammed, na wie er geen profeet is. En verder:
Het verheugt de wetenschappelijk commissie aan de charitieve stichting van Sjeik 'Abdoel'Azier Bin Baaz dit nuttige onderwerp voor te leggen aan de edele lezer -met Allah's wil. Het gaat hier om een uitleg die is samengesteld door broeder en sjeik Dhaafer Ibn Hasen Aal Jeb'aan, een uitleg van een van de werken van de majestueuze Sjeik 'Aboel'Aziez Bin Baaz -moge Allah genade met hem hebben- dat heet: "De beschrijving van de salat van de profeet (sav)"
Het is zo dat Sjeik Dhaafer -moge Allah hem succes gunnen- dit werk heeft uitgelegd, er aandacht aan heeft besteed, de overleveringen ervan heeft toegeschreven aan de oorspronkelijke bronnen en de uitspraken van geleerden heeft verwezen naar de naslagwerken. Vervolgens heeft Sjeik Fehd Ibn 'Abdillah es-Saq'abie ons een gunst bewezen door dit uiteindelijke werk na te kijken. Moge Allah hun inzet niet onbeloond laten en integendeel hun beloning verveelvoudigen. Moge Hij tevens dit werk tot een nuttige kennisbron maken waarvan de beloning voor onze Sjeik -moge Allah hem genadig zijn- in zijn graf nog altijd door zal gaan en ons samen met hem in de hoogste paradijzen (el-Firdaws) samenbrengen. Dat is Zijn aangelegenheid en Hij is daartoe machtig. Allah's zegeningen zijden met onze profeet Mohammed, zijn aanverwanten en al zijn metgezellen.
De wetenschappelijke commissie aan de liefdadigheidsinstelling van Sjeik 'Abdoel'Aziez Bin Baaz
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadige
Voorwoord van de edele Sjeik dr. Sa'd Ibn Sa'ied el-Hijrie
Lof is aan Allah die het gebed voor de gelovigen op bepaalde tijden heeft verplicht. Ik getuig dat er geen god is buiten Allah, alleen Hij en zonder deelgenoot aan Hem. Hij die voor het gebed in het paradijs een open deur heeft gemaakt. Ik getuig verder dat onze profeet Mohammed Zijn dienaar en boodschapper is, voor wie het gebed tot oogappel was gemaakt, telkens wanneer men waakt over het gebed en wanneer de aangezichten daarbij worden neergeworpen. Allah's zegeningen en vrede zijden met hem, zijn aanverwanten, metgezellen en al wie zijn weg volgt tot aan de dag des Oordeels.
Vervolgens: Voorzeker, het gebed bekleed in de Islam een uiterst belangrijke functie, want het is een contact tussen de dienaar en zijn Heer. Ook is het een oogappel (van de gelovige). Het is de meest geliefde daad tot Allah -verheven is Hij-. Het is een verbinding tussen de dienaar en zijn Heer. Een verbinding als oplossing voor behoeften, als antwoord op smeekbeden, als kwijtschelding van vergissingen, als vermeerdering van weldaden, als verhoging van de graad en als vergeving van zonden. Het is de eerste daad waarover de dienaar op de dag des Oordeels wordt ondervraagd. Als het gebed in orde is zullen de rest van de daden in orde zijn. Slaagt het gebed niet, dan zullen ook de andere daden niet slagen. Het gebed is de laatste daad die een dienaar zal verliezen. Het is het laatste testament en advies van de boodschapper van Allah (sav) aan zijn geloofsgemeenschap. Terwijl hij op zijn sterfbed lag zei hij: "Waakt over het gebed en jullie onderdanen."
Allah -verheven is Hij- heeft voor het gebed in het paradijs een deur gemaakt door welke de bidders naar binnen zullen gaan. Wie zich in dit leven herhaaldelijk naar het gebed begeeft, 's morgens en 's nachts, Allah zal voor hem een onderkomen klaarmaken in het paradijs. Het gebed is ook een verlichting voor de dienaar op aarde. Want Allah (verheven is Hij) maakt vermelding van het gebed direct na de aya waarin wordt gesproken over de verlichting in soera en-Noer. Wie zich naar het gebed begeeft zal terugkeren met een leidende verlichting aan zijn gelederen en aan al zijn zijden. De boodschapper van Allah (sav) zegt: "Geeft hen die herhaaldelijk in het donker naar de moskeeën lopen de blijde tijding van een volledige verlichting op de dag des Oordeels."[1] Allah heeft het gebed tot een reden gemaakt voor de opheffing van droefenis, de verwijdering van leed en de verlichting van hartzeer. Allah -verheven is Hij- zegt: "O jullie die gelovig zijn! Zoekt hulp en bijstand middels geduld en het gebed. Voorzeker, Allah is met de geduldigen." (el-Baqarah: 153) Wanneer de profeet (sav) moeite had met een zaak ging hij bidden en hij zei tegen Bilaal (rm): "O Bilaal! Kondig het gebed aan en laat ons ermee tot rust komen."[2] De moeder der gelovigen 'Aaishah (rv) zegt: "Hij zat met ons en sprak ons toe. Wanneer hij echter de oproep tot het gebed hoorde vertrok hij naar het gebed alsof hij ons niet kende en alsof wij hem niet kenden."
Het gebed bekleed een belangrijke positie. De aandacht van de Islam aan het gebed is daarom ook welbekend. Het gebed is de tweede pilaar na de uitspraak van de twee getuigenissen. Ook is het de oogappel van de boodschapper van Allah (sav). Wie het gebed door en door kent en erover waakt, hij zal zeker beter waken over andere vormen van aanbidding. Verzuimt hij het gebed, neem dan aan dat hij andere zaken eerder zal verzuimen.
Zo hebben geleerden er overduidelijk aandacht aan besteed. Tot deze geleerden hoort onze gezegende leraar, de imam van Ahloes Soenna in zijn tijd, de imam, de geleerde, de sjeik 'Abdoel'Aziez Ibn 'Abdillah Bin Baaz -moge Allah genade met hem hebben-, die een beknopt boekje heeft geschreven over het gebed. Vervolgens heeft de edele broeder Dhaafer Ibn Hasen Aal Jeb'aan de uitleg van het boekje op zich genomen. Hij heeft mij verzocht zijn werk door te lezen en er een voorwoord voor te schrijven. Ik heb zijn verzoek ingewilligd en vond zijn uitleg uitgebreid compleet, nuttig en afdoende. Ik zag dat hij de sterkste opinies heeft verkozen met vermelding van de bewijzen en dat hij punten die een verklaring nodig hebben heeft uitgelegd. Moge Allah hem daarom het goede als beloning schenken en nut verschaffen met zijn kennis. Verder vraag ik Allah hem oprechtheid te schenken in woorden en trouwheid in daden en dat hij hem gezegend maakt waar hij ook is. Ik vraag Allah tevens dat hij deze daad tot een achtergelaten kennis maakt dat nut heeft in dit leven en in het hiernamaals. En Allah weet het best. De zegeningen en vrede zijden met onze profeet Mohammed, zijn aanverwanten en metgezellen.
Geschreven door de behoefte aan zijn Heer (verheven is Hij) dr. Sa'd Ibn Sa'ied el-Hijri
op vrijdag 28-04-1427 na de emigratie van de profeet (sav)
In Allah's naam, de Barmhartige, de Genadige
En hem vraag ik om bijstand
Het voorwoord:
Voorzeker, alle lof is aan Allah. We loven Hem, vragen Hem om hulp, vragen Hem om vergiffenis en zoeken toevlucht tot Hem tegen het kwaad van onze zielen en tegen het slechte van onze daden. Wie Allah leidt, niemand kan hem nog doen dwalen en wie Allah laat dwalen, niemand kan hem dan nog leiden. Ik getuig dat er geen god is behalve Allah alleen zonder deelgenoot aan Hem. Ik getuig verder dat Mohammed zijn dienaar en boodschapper is. Vervolgens:
Voorwaar, het gebed hoort tot de meest aanzienlijke vormen van aanbidding waarvan de moslim de regelgeving studerend en praktiserend dient te begrijpen omdat het gebed van groots belang is en een hoge positie bekleed in de Islam. Nu welbekend is dat het geloof bestaat uit de uitspraak met de tong en de overtuiging van het hart, weet dan dat het gebed in de Islam een daad is dat uitgevoerd wordt met de ledematen en dat een gehoorzaamheid aan onze Barmhartige Heer inhoudt (dus een overtuiging).
Aangezien het gebed een vorm van aanbidding is waarbij het waar wordt dat men zich puur en enkel richt tot Allah, waarbij het wordt bewerkstelligd dat men het eigen ego opvoedt met betekenissen die verband houden met het geloof en die voor de gelovige een mooi werelds leven prepareren alsook een eeuwig geluk in het hiernamaals, is het vanzelfsprekend dat het gebed een onafgebroken gebruik was door de gezonden boodschappen heen alsook een contact met de Schepper van de aarde en hemelen en een proviand dat de ziel helpt zich te houden aan daden van gehoorzaamheid en zich te onthouden van verboden handelingen. Het gebed is een pilaar van alle religies. Het is de oudste vorm van aanbidding. Want het hoort tot de noodzakelijkheden van het geloof. Geen van de goddelijke religies was zonder deze vorm van aanbidding. Bij monde van boodschappers en profeten -De vrede zij met hen- is de aansporing tot de verrichting van deze aanbidding vermeld en is het gebed herhaaldelijk aangeraden. Omdat deze daad een groots effect heeft op de zuivering van de zielen en bij het dichter bij Allah komen. Niets anders dan het gebed kan de ziel verbeteren, recht zetten en deze ziel de belangrijkste uitmuntende weldadigheden en goede zeden en manieren aanleren.
Meester in Islam Ibn Teymiyyeh -moge Allah genade met hem hebben- zegt: "Het gebed is de meest uitmuntende vorm van aanbidding. Het bestaat uit mooie uitspraken en goede daden. De meest uitmuntende en meest verplichte der uitspraken is de Koran. De meest uitmuntende daad en meest verplichte handeling daarin is het neerwerpen (de soejoed). Zoals Allah deze twee zaken heeft ondergebracht in de eerste soera die hij heeft openbaard aan zijn boodschapper (sav). Hij heeft Zijn openbaring namelijk aangevangen met Zijn woord: "Lees in de naam van je Heer die heeft geschapen." (el-'Alaq: 1) Hij sluit deze soera vervolgens af met Zijn woord: "En verricht de soejoed en komt dichter bij." (el-'Alaq:19) In deze volgorde is het gebed ook wettig gemaakt: Het begint met de recitatie van de Koran en eindigt met de uitvoering van de soejoed."[3]
Wegens het belang van het onderwerp van het gebed hebben de geleerden van vroeger tot op heden zich ingespannen om de voorschriften van het gebed te onderzoeken, diens onderdelen te bestuderen en het vervolgens aan de mensen uit te leggen zodat de aanbidding tot Allah met kennis en inzicht gebeurt.
Tot de genoemde werken hoort wat de abstinente kennisbron, de vrome persoonlijkheid, overblijfsel der geleerden, sier van de wereld en voorganger der dienaren en abstinenten in zijn tijd Aboe 'Abdillah 'Abdil'Aziez Ibn Baaz -moge Allah hem genadig zijn- heeft geschreven. Hij heeft een boekje samengesteld dat zich bliksemsnel heeft verspreid en in bijeenkomsten van vrienden tot een gespreksonderwerp over de hoedanigheid van het gebed van de profeet (sav) is geworden. Wegens de zegening van deze geleerde en het feit dat deze sjeik door eenieder wordt verwelkomd, hetzij het algemene volk hetzij hen die zich bezighouden met deze kennis, heb ik ervoor gekozen dit gezegende boekje -welk klein van omvang is doch groots in kennis en nut- nog vatbaarder te maken door de uitdrukkingen uit te leggen en de voorschriften te verklaren. Hopende dat Allah ons de beloning ervoor niet zal onthouden en dat Hij dit werk zal zegenen zoals Hij de kennis van de oorspronkelijke schrijver heeft gezegend.
Vervolgens heb ik het boek opgesplitst in twee delen:
Het eerste deel: Hier heb ik, al is het met beknoptheid, gesproken over de biografie van deze grote geleerde -moge Allah genade met hem hebben-.
Het tweede deel: Dit deel heb ik apart gehouden voor de uitleg van dit gezegende boekje. Hierbij heb ik me enigszins gehouden aan een beknopte uitleg samen met een ijver voor de vermelding van teksten als bewijsmateriaal en wat overleveringen van geleerden.
Wat betreft hoe de oorspronkelijk tekst is geplaatst: Ik heb de uitspraken van de sjeik in een vetgedrukte lettertype aangegeven[4] en de uitleg in een normale lettertype. Daarmee is er een onderscheid gemaakt tussen de uitleg en de brontekst. Ik heb ook mijn uiterste best gedaan om de uitleg tussen de bronteksten te plaatsen zodat het makkelijker te lezen en beter te begrijpen wordt, zoals ook de sjeik zelf wilde dat de oorspronkelijke tekst makkelijk en begrijpelijk zou zijn voor de mensen zodat het gewone volk ervan zouden profiteren en gevorderden er een herinnering aan zouden hebben.
Van alle overleveringen in deze uitleg heb ik de bronnen vermeld. Bij overleveringen die in de twee authentieke werken van el-Boekhaarie en Moeslim of een van beide voorkomen heb ik genoegen genomen met de vermelding van alleen het nummer. Voor overleveringen buiten deze twee boeken heb mijn uiterste best gedaan om de bronnen ervan aan te geven zonder al te veel uitbreiding.
Ik heb verder wat moeite gedaan de woorden van de sjeik ietwat te verschuiven (als dat nodig was) zodat de zinnen kloppend zouden zijn. Dat heb ik echter maar op een plaats hoeven te doen en wel bij het woord over de wending tot de kibla en de intentie samen met het woord over de afbakening. De sjeik is begonnen te vertellen over de wending tot de kibla. Vervolgens heeft hij dat aangevuld met zaken die verband houden met de intentie en dan heeft hij gesproken over de afbakening om vervolgens terug te keren naar het woord over het keren tot de kibla. Daarom heb ik het woord over de intentie verder naar voren geschoven en het een aparte titel gegeven. Zo heb ik dat ook gedaan met het woord over de afbakening. Het woord over de wending tot de kibla heb ik naar voren gehaald, daarna komt de intentie en dan pas de afbakening.
Tot slot vraag ik Allah dit weinige werk van me aan te nemen en er een grote beloning voor tegenover te stellen. Ik vraag Hem dit werk voor me als een proviand te bewaren, iedereen die er een kijk in neemt ermee nut te brengen en eenieder die erop wijst te belonen. Voorzeker, Hij is de Horende, de Aannemende.
Geschreven door Aboe Moe'aadh Dhaafer Ibn Hasen Aal Jeb'aan
Khamies Moeshayt – Tendeha
dhaferhasan@gmail.com
De biografie van de abstinente imam, de majestueuze sjeik, de geleerde 'Abdoel'Aziez Ibn Baaz -moge Allah hem genadig zijn-[5]
1- Zijn naam: Hij is de vrome oprechte abstinente imam, de bron voor moslims overal ter wereld aangaande oordelen en kennis, het overblijfsel van de vrome voorgangers als het gaat om het vastklampen aan de waarheid en de rechte leiding en de navolging van de propere soenna. Hij is de sjeik 'Abdoel'Aziez Ibn 'Abdillah Ibn 'Abdirrahmaan Ibn Moehammed Ibn 'Abdillah Aal Baaz.
2- Zijn geboorteplaats: De sjeik werd geboren te Riyaad op twaalf Dhil-Hijjeh van het jaar 1330 na de emigratie van de profeet (sav). Daar is hij opgegroeid en aldaar heeft hij zijn jeugd doorgebracht en ook is hij daar oud geworden. Enkel met de intentie van de verrichting van de bedevaart en de 'oemrah heeft hij Riyaad verlaten.
3- Zijn leraren: Hij heeft kennis opgedaan bij vele geleerden. De meest bekenden onder hen zijn: 1- Sjeik Moehammed Ibn 'Abdillatief Ibn 'Abdirrahmaan Ibn Hasen Ibn sjeik Moehammed Ibn 'Abdilwahhaab, de rechter van Riyaad. 2- Sjeik Saalih Bin 'Abdil'Aziez Ibn 'Abdirrahmaan Ibn Hasen Ibn Sjeik Moehammed Ibn 'Abdilwahhaab -moge Allah hem genadig zijn-. 3- Sjeik Sa'd Ibn Hamed Ibn 'Atieq -moge Allah hem genadig zijn-, de rechter van Riyaad voorheen. 4- Sjeik Hamed Ibn Faaris -Allah's genade zij met hem-. Vroeger vertegenwoordiger van de schatkist te Riyaad. 5- De edele sjeik Moehammed Ibn Ibraahiem Aal esh-Sjeikh -moge Allah's genade met hem zijn-. Voorheen de moefti van het Saudi-Arabische koninkrijk. Hij heeft zijn zittingen ongeveer twintig jaar bijgewoond en heeft alle Islamitische wetenschappen van hem genomen te beginnen in het jaar 1347 tot aan het jaar 1357 na de emigratie. Hij is degene die Sjeik 'Abdoel'Aziez Bin Baaz heeft verkozen voor het rechterschap. 6- Sjeik Sa'd Ibn Waqqaas el-Boekhaarie -moge Allah hem genadig zijn- van de geleerden van het verkoren Mekka. De sjeik heeft van hem de kennis van de juist recitatie van de Koran overgenomen in het jaar 1355 na de emigratie.
Zijn werken: Allah heeft de sjeik een gunst gedaan dat hij een gezegd aantal boeken heeft geschreven die bekend zijn geworden en hebben aangeslagen bij de mensen. Van die werken zijn:
1- Gebundelde oordelen en verscheidene uitspraken 2- Grootse profijten in studies over het erfrecht 3- Een rectificatie en uitleg van vele zaken die te maken hebben met de bedevaart, de 'oemrah en het bezoek aan de Kaaba 4- Een waarschuwing voor innovaties. Dit werk houdt vier boeken in: De regelgeving met betrekking tot de viering van de geboorte van de profeet (sav), de viering van de nacht van el-Israa en el-Mi'raaj (de nachtelijk wandeling en het oprijzen naar de hemel), de viering van de middelste nacht van de maand Sha'baan en de verloochening van de beweerde dromen verhaald door de bediende van de kamer van de profeet (sav), welke sjeik Ahmed wordt gehoemd. 5- Twee beknopte boekjes over het armengeld en het vasten. 6- De juiste geloofsovertuiging en wat ermee conflicteert. 7- De verplichting van het handelen met de soenna van de boodschapper (sav) en het ongeloof van wie het verwerpt 8- De uitnodiging naar Allah en de manieren van verkondigers 9- De verplichting van het het aannemen van Allah's wet als rechtsboek en het verwerpen van wat daarmee in strijd is 10- De regelgeving van de ontbloting, de sluier en de 11- Een recensie van het Arabische nationalisme 12- Het nuttige antwoord over de regelgeving met betrekking tot de tekening 13- Sjeik Moehammed Ibn 'Abdilwahhaab, zijn zaak en zijn biografie 14- Drie boekjes over het gebed a- De hoedanigheid van het gebed van de profeet (sav) en dat is wat we in dit boek willen uitleggen b- De verplichting van het verrichten van het gebed in gemeenschap c- Waar plaatst de bidder zijn handen wanneer hij terug overeind komt uit de voorovergebogen houding? 15- Het oordeel van de Koran over wie zich negatief heeft uitgelaten over de Koran of de boodschapper van Allah (sav) 16- Nuttige voetnoten aan het boek Fethoel Baarie. Hier heeft de sjeik het boek over de bedevaart bereikt. 17- Bewijzen uit het Boek en de soenna en de logica voor de beweging van de zon en de stilstand van de aarde en de mogelijkheid van het oprijzen naar de hemellichamen. 18- De vermelding van bewijzen over het oordeel over wie anderen buiten Allah om bijstand vraagt of het woord van waarzeggers en magiërs erkent. 19- De strijd op de weg van Allah 20- Belangrijke lessen voor de hele geloofsgemeenschap 21- Oordelen en uitspraken te maken met de bedevaart, de 'oemrah en het bezoek aan de Kaaba 22- De verplichting van het vastklampen aan de soenna en een waarschuwing voor de innovatie 23- Voetnoten aan het boek Boeloegh al-Maraam 24- Beknopte notities bij het boek Taqrieb et-Tehdhieb 25- Een gift aan de waardevolle broeders over de uitleg van een aantal nuttige smeekbeden en spreuken die zijn vast komen te staan in het Boek en de authentieke Soenna 26- Een edele gift met uitleg van vele gefabriceerde en zwakke overleveringen. 27- Een gift aan de mensen van kennis en geloof met een selectie van authentieke en acceptabel sterke overleveringen 28- Fatwa's in het programma "Noeroen 'alad Derb" 29- De uitleg van de vier fundamenten 30- De uitleg van de drie basissen 31- De uitleg van de uitmuntendheid van de Islam 32- De uitleg van el-'Aqidah el-Waasitiyyeh 33- De uitleg van el-'Aqiedah el-Hamawiyyah en andere werken.
Zijn overlijden: Op donderdag 27 Moeharram 1420 van de emigratie werd de geloofsgemeenschap geschokt door het verlies van de Majestueuze Sjeik 'Abdoel'Aziez Bin Baaz op 89-jarige leeftijd.
Door het overlijden van deze persoonlijkheid leden de moslims een groot verlies. Zijn dood betekende voor de wereld de afscheid van een grote geleerde die zijn hele leven heeft doorgebracht op het pad van de kennis en in dienst van de Islam en de moslims van verschillende afkomst en van verschillende landen. Moge Allah hem daarom met ruime genade behandelen.
Sjeik 'Abdul-Aziez Ibn 'Abdillah Ibn Baaz (moge Allah hem genadig zijn) zegt [In de naam van Allah] De sjeik (Allah's genade zij met hem) vangt zijn boek aan met het opnoemen van Allah's naam[6] om drie redenen:
1- Voorbeeld aan het Verheven Boek, want dat begint ook met de besmeleh. Dat hebben de meeste geleerden aangegeven zoals el-Qoertoebie (moge Allah hem genadig zijn) in zijn uitleg van de Koran. Hij noemt daar namelijk de consensus van de metgezellen (moge Allah tevreden met hen zijn) over het feit dat de besmeleh als eerste aya in de Koran wordt geschreven. Dit is de opinie waarover zij vanouds in staat van overeenstemming verkeren[7]. Zo heeft ook de geleerde Ibn Hajer dit in zijn boek Fethoe'l-Baarie vermeld[8].
2- Voorbeeld aan de boodschapper (sav) zoals in zijn correspondenties en briefwisselingen met koningen en anderen. Hierop duiden vele bewijzen. Bijvoorbeeld zijn brief aan Hiraql, de opperste der Romeinen. In deze overlevering staat: "Vervolgens werd het voorgedragen en merkten we op dat het volgende erin stond: "In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. Van Mohammed, Allah's dienaar en boodschapper, aan de voorste der Romeinen."[9]
3- De overeenstemming van de gewoonte onder de geleerden over het aanvangen van wetenschappelijke boeken met Allah's naam. Ibn Hajer (moge Allah hem genadig zijn) zegt: "Het heeft zich zo gevestigd dat de schrijvers onder de geleerden wetenschappelijke boeken beginnen met de besmeleh alsook de meeste brieven en andere schriften."[10]
Hij zegt [In de naam van] De voorzetsel 'in' duidt hier op een vraag voor assistentie (van Allah's kant) en Zijn bijzijn aangezien de dienaar hier de aanwezigheid van Allah's naam wil en vraagt om de zegeningen van deze naam. [Naam] is in het Arabisch afkomstig van dezelfde stam als verhevenheid en draagt daarom deze betekenis, en de absolute machtigheid is aan Allah. Er wordt ook wel gezegd dat dit woord afgeleid is van 'een teken' omdat alles wat bij naam genoemd is een naam als teken heeft gekregen. De naam [Allah] stamt (in het Arabisch) af van het woord 'god'. Dat is wat door iedereen tot god gemaakt wordt en door iedere schepsel aanbeden wordt. De naam Allah is een allesomvattende naam die de betekenissen van Allah's mooie namen en ongenaakbare eigenschappen inhoudt. Deze naam is het meest zelfstandige substantief[11] en komt enkel in bepaalde vorm voor. Deze eigennaam includeert alle eigenschappen zoals Allah (verheven is Hij) dat zegt: "Hij is Allah buiten wie er geen god is. Hij is de kenner van het zienlijke en het onzienlijke. Hij is de Barmhartige en Genadige. Hij is Allah naast Wie er geen god is. De Koning, de Heilige, de Vrede, de Schenker van Veiligheid, de Beschermer, de Machtige, de Onderwerper, Bezitter van Grootheid." (el-Hashr: 22-24) Zoals men ziet heeft Allah (verheven is Hij) alle andere namen als eigenschappen tot zich laten wederkeren op meerdere plaatsen.
Ibn el-Qayyim (moge Allah genade met hem hebben) zegt: "Zo komen we tot de kennis dat de naam Alah alle andere mooie namen inhoudt en daarop algemeen duidt. De andere mooie namen zijn een detaillering en uitleg van de eigenschap van het god zijn, waarvan ook de naam Allah is afgeleid."[12]
De schrijver zegt: "De Barmhartige, de Genadige." Dat zijn twee der namen van Allah (verheven is Hij). De Barmhartige hoort tot de namen van Allah die uitzonderlijk Hem gehoren. Deze naam wordt niet aan iemand anders gegeven. Het betekent: Hij die gekenmerkt is door aanzienlijk veel barmhartigheid. Derhalve is de Barmhartige degene die rijkelijk veel barmhartigheid bezit jegens alle schepsels. De Genadige daarentegen is degene wiens genade specifiek gericht is tot hen die Hem gehoorzaam zijn.
Tussen beiden is er dus een verschil. Dat laatste heeft ook Ibn el-Qayyim (moge Allah hem genadig zijn) verkozen zoals dat is vermeld in zijn boek Bedaai' el-Fewaaid: "De naam Barmhartige houdt verband met de eigenschap barmhartigheid die Hemzelf kenmerkt en niet los van Hem kan staan. De Genadige echter duidt op de eigenschap die overgankelijk is tot al wie of wat Hij wil onder Zijn schepsels."[13]
Een kwestie: De op te noemen zaken zijn redenen voor het opzeggen van de besmeleh aan het begin een gezegde: 1- Vraag om zegeningen met de besmeleh zodat er een zegening tot stand komt door het opzeggen ervan -met Allah's wil- alsook een vraag om bijstand en hulp. 2- Een voorbeeld aan de profeet (sav) zoals dat het geval was in zijn correspondenties, briefwisselingen en uitspraken. 3- Contradictie met de afgodendienaren die hun boeken aanvangen met het opnoemen van de namen van hun feestdagen, religies of goden.
De sjeik zegt [Lof is aan Allah] Lof betekent in de Arabische taal: Dank, welgevallen, beloning en de teruggave van andersmans recht.[14] Ibn Faaris zegt in zijn boek Mu'jem Meqaayies el-Lughah (arabische woordenboek): "De Haa, Miem en Daal vormen een woord en stam die duidt op het tegenovergestelde van het misprijzen."[15]
Ibn Kethier (moge Allah hem genadig zijn) zegt: "De Elif en Laam in het lof (in het Arabisch) staan er om aan te geven dat alle soorten en categorieën van lof Allah gehoren zoals dat in de hadith is vermeld: "O Allah! ﷻ gehoort al het lof. ﷻ gehoort alle eigendom. In Uw hand schuilt al het goed al alles zal naar ﷻ wederkeren."[16][17]
Als term in de Islamitische wetenschap betekent lof: "Het prijzen van de aanprezene wegens/door middel van volmaakte eigenschappen en dat uit eer en respect."[18] Dus lof is een aanprijzing gepaard met liefde in tegenstelling tot eerbied. Want dat is veelal aanprijzing zonder liefde.
Een kwestie: De reden dat de sjeik de lof hier heeft vermeld keert terug tot drie zaken: 1- De Edele Koran heeft hiertoe wegwijs gemaakt. Want Allah (verheven is Hij) heeft Zijn Edele Boek aangevangen met Zijn uitspraak: "Lof is aan Allah, de Heer der werelden." (el-Faatihah: 1) Sommige geleerden hebben gezegd: "Dit vormt een bewijs voor het aanvangen van Islamitische wetenschappelijk boeken met lof aan Allah." 2- Ook de soenna wijst hierop. Authentieke overleveringen van de profeet (sav) hebben vermeld dat hij zijn preken aanving met de vermelding van lof aan Allah. Zo is in de hadith van Esmaa Bint Abie Bakr (r2) -over het voorval van de zonsverduistering-het volgende vermeld: "Vervolgens eindigde de boodschapper van Allah (sav) het gebed terwijl de zon ondertussen duidelijk was verschenen en sprak de mensen toe. Hij getuigde van lof aan Allah zoals dat enkel Allah dat verdient en Hem toekomt en zei: "En verder..."[19] En meerdere overleveringen zoals deze. Neem bijvoorbeeld wat overgeleverd is van Ibn 'Abbaas (r2) dat Dimaad (rm) aankwam in Mekka. Hij hoorde tot de stam Ezd Shenoe'eh en was bekend met de bezwering voor de uitdrijving van geesten. Hij hoorde wat dwazen onder de bewoners van Mekka zeggen dat Mohammed (sav) dement was geworden. Daarop zei hij: "Kon ik deze man maar eens zien, wellicht zal Allah (verheven is Hij) hem door mijn toedoen genezen." De verhaler zegt: Hij ontmoette hem en zei: "O Mohammed! Ik bezweer voor de uitdrijving van deze geest. Allah geneest door middel van mij wat Hij wil. Ben jij er klaar voor?" Toen zei de booschapper van Allah (sav): "Voorwaar, alle lof is aan Allah. We prijzen Hem en vragen Hem om hulp. Wie Allah leidt, niemand kan hem nog doen dwalen en wie Allah laat dwalen, niemand kan hem dan nog leiden. Ik getuig dat er geen god is behalve Allah alleen zonder deelgenoot tot Hem en ik getuig dat Mohammed zijn dienaar en boodschapper is. En verder." De verhaler vertelt: Toen zei Dimaam: "Herhaal die woorden van jou eens voor me." De profeet (sav) herhaalde toen zijn uitspraak driemaal. Daarop zei Dimaam: "Ik heb uitspraken van waarzeggers gehoord, ik heb woorden van magiers gehoord en tevens woorden van dichters gehoord. Maar nog nooit heb ik zulke woorden gehoord (zoals die van jou). Dit zijn gevleugelde woorden die zo ver reiken." Hij vervolgde: "Geef me je hand zodat ik mijn loyaliteit aan jou in de Islam inhuldig." Daarop huldigde hij de profeet (sav) in. De boodschapper van Allah (sav) zei: "Huldig je me ook in naam van je stam?" Hij zei: "Ja, ook in naam van mijn stam." Toen zond de boodschapper van Allah (sav) een karavaan uit. Deze ging langs zijn stam. De leider van de karavaan zei tegen de troepen: "Heeft iemand van jullie iets verkregen of afgenomen van deze mensen?" Een man zei: "Ik heb van hen een kan afgepakt." De leider zei daarop: "Geeft dat terug. Want zij zijn de stam van Dimaad."[20] 3- Het is een gewoonte van de geleerden -moge Allah genade met hen hebben- dat ze hun boeken aanvangen met het loven van Allah. Want wanneer zij een boek willen samenstellen, een boek willen schrijven, een preek willen geven, mensen willen aanspreken of een brief willen schrijven, dan laten ze die voorgaan met de getuigenis voor lof aan Allah.
Imam el-'Aynie -moge Allah hem genadig zijn- zegt: "Men heeft gezegd dat het opnoemen van de naam van Allah, de getuigenis voor lof aan Allah, de geloofsbelijdenis en de aanprijzing van de profeet (sav) tot de zaken horen die noodzakelijk zijn aan het begin van geschriften en boeken."
De sjeik zegt [alleen aan Hem] Er is dus geen deelgenoot voor Hem in Zijn heerschappij zoals er ook geen deelgenoot voor Hem is in Zijn godheid. Ook in Zijn namen en eigenschappen is er geen deelgenoot voor Hem. Allah (verheven is Hij) zegt: "Zeg: Hij is Allah, de Enige. Allah is Zichzelf genoeg. Hij heeft gebaard noch is Hij verwekt. En niemand is in enig opzicht gelijk aan Hem." (el-Ikhlaas: 1-4)
De schrijver -moge Allah hem genadig zijn- zegt [De zegening en vrede zij met Zijn dienaar en boodschapper, onze profeet Mohammed, en zijn verwanten en metgezellen] Nadat de sjeik lof heeft uitgesproken aan Allah (verheven is Hij) zoals men Hem hoort te loven, heeft hij dat vervolgd met de uitspraak van zegening en vrede over de meest waardevolle der schepsels, Mohammed (sav). De zegening betekent in het Arabisch de smeekbede. Hier draagt het de betekenis van de aanprijzing van de profeet (sav) als het van Allah's kant afkomstig is en de vraag om vergiffenis voor hem (sav) als het toegeschreven wordt aan de engelen. Wordt het door iemand anders uitgesproken, dan komt het neer op het smeken, het bidden, het groeten en het salueren. Of het betekent in dat geval de verlossing van onvolkomenheden en schandalen en aandoeningen. Wanneer uiteindelijk de vrede aan de zegening wordt toegevoegd komt tot stand wat men eigenlijk wilde uitdrukken en verdwijnt waar men voor vreesde (zoals onbedoelde betekenissen). Met de vermelding van de vrede gaat het gevreesde weg en worden de onvolkomenheden ontkend. Daarnaast komt met het noemen van de zegening tot stand wat men eigenlijk bedoelde en worden de volmaaktheden bevestigd.
Zijn woord [Zijn dienaar en boodschapper] Deze edele profeet is Allah's dienaar en boodschapper. Hij is de meest aanbiddende onder de mensen voor Allah en is tevens de meest gedrevene om de aanbidding van Allah te bewerkstelligen. Hij bracht de nacht al staand biddend door tot zijn voeten opzwollen. Er werd dan tegen hem gezegd: "Hoe kun je dit doen terwijl reeds je verleden en aanstaande zonden vergeven zijn." Hij antwoordde daarop: "Zou ik dan geen dankbare dienaar moeten zijn?"[21] De profeet (sav) wilde dit doel bereiken en Allah (verheven is Hij) aanbidden zoals Hij dat verdient. Daarom was hij de meest godvrezende onder de mensen en bezat het meest godsvrucht. Hij had het grootste verlangen naar wat Allah (verheven is Hij) te bieden had bij Hemzelf. Hij is dus Allah's dienaar en dat maakt het noodzakelijk dat hij baat noch schade kan toebrengen voor zichzelf of voor anderen. Noch bezit hij enig recht op heerschap en godheid. In tegenstelling, hij is een dienaar die afhankelijk is van Allah en behoefte heeft aan Hem. Hij vraagt Hem om gunsten, smeekt Hem, verzoekt Hem en heeft vrees voor Hem. Sterker nog, Allah heeft hem geboden te mededelen en uitzonderlijk door te geven dat hij geen van deze zaken in zijn macht heeft. Hij (verheven is Hij) zegt in dit verband: "Zeg: Ik bezit voor mezelf enig baat noch schade. Enkel wat Allah wenst. Zou ik kennis hebben van het onzienlijke dan zou ik meerdere baten en gunsten hebben verkregen en zou mij geen slecht hebben geraakt." (el-E'raaf: 188) Hij gebood hem ook te zeggen: "Zeg: Ik beweer jullie niet dat ik weet heb van Allah's schatkamers. Ik heb ook geen kennis van het onzienlijke. Ook zeg ik jullie niet dat ik een engel ben. Ik volg enkel hetgeen aan me openbaard wordt." (el-En'aam: 50) Het resultaat is dat Mohammed (sav) enkel en alleen Allah's dienaar is.
De schrijver zegt [en Zijn boodschapper] Dit is en kenmerk dat niemand anders zal kenmerken na de boodschapper van Allah (sav). Hij is laatste der profeten en boodschappers.
De schrijver zegt [Onze profeet Mohammed] De naam Mohammed stamt in het Arabisch af van lof. Dat is wie de mensen herhaaldelijk en veelvuldig loven en prijzen of degene die dat herhaaldelijk verdient. Hij is derhalve de aangeprezene in de hemel en op aarde. Daarnaast druk de naam Mohammed zijn betekenis sterker uit dan Ahmed en Mahmoed (die ook zijn afgeleid van dezelfde stam). Wat zijn edele afkomst betreft: Hij is Mohammed Ibn[22] Abdillah Ibn Abdil Muttalib Ibn Hishaam Ibn Abdi Menaaf Ibn Qusay Ibn Kilaab, Ibn Murrah Ibn Ka'b Ibn Lueyy Ibn Ghaalib Ibn Fihd Ibn Maalik Ibn en-Nasr Ibn Kinaaneh Ibn Khoezeymeh Ibn Moedrikeh Ibn Ilyaas Ibn Moedar Ibn Nizaar Ibn Ma'd Ibn 'Adnaan.[23] Zijn afkomst zonder twijfel de edelste. Een van zijn andere namen is Ahmed zoals Allah (verheven is Hij) dat heeft gezegd als uitspraak van Jezus (as): "En breng jullie de blijde tijding van de boodschapper die na mij zal komen en welke Ahmed heet." (es-Saff: 6) Andere namen van hem (sav) zijn el-Maahie, el-Haashir en el-'Aaqib. De profeet (sav) zei: "Ik heb vijf namen. Ik ben Mohammed, Ahmed, el-Maahie met wie Allah de ongelovigheid zal wissen, el-Haashir samen met wie de mensen verzameld zullen worden voor de rekening en el-'Aaqib."[24] el-'Aaqib is degene waarna geen profeet zal komen.
De schrijver zegt [Zijn verwanten] Dit betekent in deze zin de familieleden van de profeet (sav) met als bewijs dat de metgezellen erna zijn genoemd.
Hij zegt [En zijn metgezellen] Dat is eenieder die met de profeet (sav) is samengekomen gelovende in zijn profeetschap en met dit geloof in overleden. Zijn metgezellen zijn groot van aantal. Het is de moslim geboden eenieder lief te hebben en te eerbiedigen waarvan bekend is dat die een metgezel is van de profeet (sav). Eveneens dient hij te weten; mocht hij zoveel als de berg Oehoed (bij Medina) aan goud hebben geschonken, dan zou dat een handvol of een half handvol van een van hen niet halen.[25] Men wordt er streng voor gewaarschuwd op enige manier slecht te spreken over hun en hun te kleineren. Want dat is een gevaarlijke zaak dat ertoe kan leiden -en moge Allah ons ervoor behoeden- dat de dienaar uit de Islamitische religie treedt, omdat hij daarmee mensen heeft gekleineerd die door Allah (verheven is Hij) van boven de zeven hemelen zijn geprezen. Allah (verheven is Hij) zegt: "Mohammed is de boodschapper van Allah. Zij die zich bij hem bevinden zijn uiterst streng tegenover ongelovigen en barmhartig voor elkaar. Je ziet ze vaak in de houding van roekoe en soejoed terwijl ze op zoek zijn naar een beloning en tevredenheid van Allah's kant. Op hun aangezicht zie je sporen van het zich neerwerpen. Zo zijn ze omschreven in de Thora. Hun beschrijving in de Bijbel is zoals een zaad van koren dat dat zijn scheut uitspruit, en dien ondersteunt, waardoor zij dik wordt en op eigen stengel komt te staan, tot vreugde der zaaiers en woede der ongelovigen. Allah heeft aan de gelovigen die weldaden plegen, vergiffenis en een grote beloning beloofd." (el-Feth: 29) En Allah (verheven is Hij) zegt: "Zeg: Lof is aan Allah en de vrede zij met Zijn dienaren die hij heeft uitverkoren. Is Allah beter of zij die ze tot deelgenoten aan hem maken?" (en-Neml: 59)
De meester in Islam Ibn Teymiyyah -moge Allah genade met hem hebben- zegt waar hij het heeft over de uitleg van deze aya: "Een groep geleerden heeft gezegd: Dat zijn de metgezellen van Mohammed (sav) en er is geen enkel twijfel dat zij de beste uitverkorenen zijn van dit geloofsgemeenschap."[26]
Dan zegt de schrijver [En verder...] Dit is een woord dat men zegt wanneer men aan het eigenlijke onderwerp wil beginnen. Het betekent: ... De profeet (sav) zelf heeft dit woord gebruikt zoals dat verhaald wordt in de hadith over de zonsverduistering overgeleverd van Esmaa Bint Aboe Bakr (r2). Daarin staat: "Vervolgens sprak hij de mensen toe en sprak lof uit aan Allah zoals enkel hij dat in woorden kan brengen. Daarna zei hij: "En verder."[27]
[Dit zijn bondige woorden] dus beknopte woorden [met betrekking tot de uitleg van de salat van de profeet (sav)] met andere woorden over de hoedanigheid van diens salat en dat betekent de in de sharia aangegeven wettelijke vorm zoals dat overgeleverd is van de profeet (sav). [Die ik wilde presenteren aan iedere moslim, man en vrouw] hetzij van het gewone volk of studenten van kennis met als doel dat alle moslims er baat bij zullen hebben, wegens de simpelheid, beknoptheid, belang en noodzakelijkheid van dit boekje. [Zodat iedereen die het te zien krijgt zijn uiterste best doet] door het geven van van al wat in zijn macht is [in het volgen van de profeet (sav) hierin. Want de profeet (sav) zegt: "Bidt zoals jullie me hebben zien bidden." (Overgeleverd door el-Boekhaarie[28]) Hierbij dient te worden vermeld dat de aanbidding enkel correct en acceptabel kan zijn wanneer er aan twee voorwaarden is voldaan: De eerste voorwaarde is oprechtheid en trouwheid. De tweede voorwaarde is conformiteit. Oprechtheid wordt gericht aan Allah en conformiteit is met betrekking tot de booschapper van Allah (sav). De salaat valt onder de vormen van aanbidding waarbij het noodzakelijk is dat de twee voorwaarden van de correcte aanbidding aanwezig dienen te zijn. Dus de salat is correct noch acceptabel enkel wanneer de oprechtheid jegens Allah aanwezig is, dus dat de dienaar niemand buiten Hem op het oog heeft, en wanneer zijn salaat conform de toepassing van de boodschapper (sav) is, zodat hij de salaat uitvoert gelijk aan zijn uitvoering, zonder tekort in de zuilen (de belangerijkste zaken) van het gebed, compleet aan voorwaarden, waarbij de dienaar de daden van soenna in het gebed verricht en verre blijft van al wat het gebed schade kan berokkenen. Allah (verheven is Hij) zegt: "Zeg: Ik ben enkel een mens zoals jullie. Aan mij wordt openbaard dat jullie God een en alleen is. Wie dus uitkijkt naar de ontmoeting met zijn Heer, laat hij deugdzame daden verrichten en laat hij niemand tot deelgenoot maken in de aanbidding tot zijn Heer." (el-Kehf: 110)
Ibn el-Qayyim (moge Allah genade met hem hebben) zegt: "Een daad zonder oprechtheid noch conformiteit is zoals een reiziger die zijn koffers vult met zand en dat met zich meedraagt terwijl dat hem van geen enkel nut is."[29]
En Sjeik 'Abdoerrahmaan Naasir es-Si'die (moge Allah hem genadig zijn) zei: "Hij die oprechtheid en conformiteit samen heeft gebracht, hij is degene die zal verkrijgen wat hij hoopte en wilde. Al wie daarbuiten valt verliest in dit leven en in het hiernamaals. Hij heeft daarmee de nabijheid aan zijn Heer gemist alsook het verkrijgen van Zijn welbehagen."[30]
[Hier heeft de] edele [lezer een uitleg daarvan:]
1- [Hij verricht de woedoe[31] grondig] Het grondig uitvoeren van de woedoe is het volledig en volmaakt uitvoeren ervan zodat de ledematen die verplicht gewassen dienen te worden hem niet deels ontgaan, zonder verspilling van water. Dit is volgens de hadith van Aboe Hoereyrah (rm1). Hij zegt: "Ik heb de boodschapper van Allah (sav) horen zeggen: "Wanneer de dienaar de woedoe verricht en dat mooi en goed uitvoert en zich vervolgens naar de moskee begeeft terwijl enkel het gebed hem naar buiten trekt, dan zet hij geen stap of zijn rang wordt erdoor verhoogd en wordt een zonde van hem vergeven."[32]
De schrijver zegt: [Dat is dat hij zich wast zoals Allah het hem heeft geboden] dus zijn gezicht te wassen, en dit houdt ook het spoelen van de mond en het optrekken van water in de neus in, vervolgens de handen te wassen tot aan de polzen, daarna met zijn handen over zijn hele hoofd te strijken inclusief de oren en uiteindelijk de voeten te wassen tot aan de enkels, in deze volgorde en aaneengesloten. Sjeik Bin Baz zegt [Handelend volgens Allah's woord: "O gelovigen! Wanneer jullie jezelf opmaken voor het gebed wast dan jullie gezichten, jullie armen tot de polzen, strijkt met jullie handen over jullie hoofden en wast ook jullie voeten tot aan de enkels." (el-Maidah: 6) En ook handelend in overeenstemming met de volgende uitspraak van de profeet (sav)] zoals dat staat in de hadith van 'Abdoellah Ibn 'Oemar (rv2) ["Zonder reiniging wordt geen salat aangenomen noch een aalmoes dat wordt besteed uit wat gestolen is van de oorlogsbuit."[33] En tot slot handelend naar de uitspraak van de profeet (sav) aan degene die zijn gebed niet goed uitvoerde: "Wanneer je je opmaakt voor de salat verricht dan de woedoe grondig."[34]]
Een vraag: Wat is de regelgeving met betrekking tot de salaat van wie ritueel onrein is, of hij nu onwetend is of vergeten is zich te wassen? De salat van wie ritueel onrein gerekend word -onverschillig of dat de staat van kleine onreinheid of grote onreinheid is- is niet correct. Hij dient zijn salaat, die hij heeft uitgevoerd terwijl hij ritueel onrein was, over te doen. Zijn salaat is immers nietig. Als bewijs hiervoor geldt de volgende uitspraak van de profeet (sav) zoals dat staat in de hadith overgeleverd door Ibn 'Oemar (r2): "Allah accepteert de salat van iemand van jullie niet wanneer die ritueel onrein is geworden, totdat hij de woedoe verricht."[35] Wat betreft wat sommige mensen in hun hoofd halen dat Allah (verheven is Hij) de vergetende en onwetende niet aansprakelijk heeft gesteld omdat de boodschapper van Allah (sav) heeft gezegd: "Voorwaar, Allah heeft mijn geloofsgemeenschap niet aansprakelijk gesteld voor (een onwettige daad dat voorkomt uit) vergissing, het vergeten en dwang."[36], dit valt hier niet onder. Want de vuistregels in de Islamitische wetgeving duiden erop dat de dienaar geëxcuseerd wordt voor het vergeten en onwetendheid als het gaat om een recht van Allah (verheven is Hij) aangaande verboden zaken maar niet aangaande geboden zaken.[37] De basis hiervoor ligt in de hadith van Moe'aawiyah Ibn el-Hakem (rm)[38] toen die sprak tijdens de salaat en niet werd geboden de salat opnieuw te verrichten. Ook de profeet (sav) zelf toen hij de salaat was begonnen met zijn sandalen aan terwijl die onrein waren en doorging met het bidden totdat Gabriel (as) hem berichtte over het onrein aan zijn sandalen. Daarop trok hij zijn sandalen uit in het gebed en ging door zonder zijn gebed te onderbreken. In tegenstelling tot het uitvoeren van een geboden zaak. Want toen de profeet (sav) een man zag op wiens voet een nagelbreed deel niet droog was gebleven, zei hij tegen hem: "Keer terug en voer je woedoe fatsoenlijk uit."[39]
Het keren tot de kibla
[2- De bidder richt zich tot de kibla -en dat is de Kaaba-] Zo heet de richting waarheen men bidt, omdat de mensen hun gezicht ertoe keren, zich erheen begeven en dit tot intentie hebben.[40] Daarom is het hun oriëntatiepunt tijdens het gebed. Overgeleverd van 'Abdoellah Ibn 'Abbaas (r2) dat hij zei: "Toen de profeet (sav) de Kaaba zelf binnenging smeekte hij Allah in alle hoeken van het gebouw en bad niet totdat hij eruit kwam. Toen er uiteindelijk uit was bad hij twee rek'a tegenover de Kaaba en zei: "Dit is de kibla."[41] De aansprakelijke dienaar keert zich dus richting kibla als hij dat kan. Mocht hij daartoe niet in staat zijn, dan komt deze voorwaarde te vervallen. Want de regel is dat de verplichting vervalt als er sprake is van onmacht.
[Waar hij ook is] de bidder dient zich richting kibla te keren. Hierop wijzen het Boek, de Soenna en consensus der geleerden. Wat betreft het Boek: Dat is Allah's volgend woord: "Voorzeker! We zien dat jij je gezicht richting de hemel keert. We zullen je zonder twijfel wenden tot een kibla waar je vrede mee zult hebben. Keer nu je gezicht richting de onschendbare moskee. Waar jullie ook zijn, keert jullie tot deze moskee." (el-Baqarah: 144) De soenna: Dat is de uitspraak van de profeet (sav) richting de man die zijn gebed niet fatsoenlijk uitvoerde. Hij zei tegen hem: "Wanneer je je opmaakt voor het gebed, verricht de woedoe grondig, keer je tot de kibla en zeg de takbier op."[42] En wat betreft de consensus: De moslims zijn het eens over de verplichting van het keren tot de kibla. Ibn Hazm -moge Allah hem genadig zijn- is een van de geleerden die dat hebben vermeld.[43] Dat alle moslims zich overval ter wereld in dezelfde richting, de kibla, keren is een van de beelden die duiden op de eenheid van de Islamitische geloofsgemeenschap, diens eensgezindheid en overeenstemming.
Dat de bidder zich richting kibla keert dient [met zijn gehele lichaam] te gebeuren. Keert hij zich af van de kibla met zijn gehele lichaam, dan is zijn gebed nietig. Want het is een van de voorwaarden voor de correctheid van het gebed dat men zich tot de kibla wendt. De basisregel geldend in, de sharia luidt: Wanneer de voorwaarde achterwege blijft, dan blijft ook hetgeen waarvoor de voorwaarde van toepassing is achterwege. Omwille van deze regel is dus het gebed niet correct zonder de draaiing richting kibla. Wat geen minimale afwijking genoemd kan worden maakt het gebed nietig.
Echter wanneer er sprake is van een kleine afwijking van de kibla, dan komt het niet tot een ongeldigheid. Wat betreft het links en rechts kijken in het gebed zonder enige reden, dat is afgeraden on ongeliefd. De profeet (sav) zei namelijk toen hij daarover werd gevraagd: "Dat is een verduistering, een diefstal van het gebed van de dienaar gepleegd door de satan."[44] Wanneer iemand uit noodzaak en behoefte links en rechts een blik werpt, dan kan dat geen kwaad. Dit wordt duidelijk uit het verhaal dat is overgeleverd door Sehl Ibn Sa'd es-Saa'idie (rm) dat de boodschapper van Allah (sav) naar de 'Amr Ibn 'Awf Zonen ging om het goed te maken tussen hen. Het gebedsuur was aangebroken. De oproeper tot het gebed kwam naar Aboe Bakr en zei: "Zul je het gebed voorgaan zodat ik nu zal oproepen?" Hij zei: "Ja." Aboe Bakr leidde daarna het gebed. Toen kwam de boodschapper van Allah (sav) terwijl de mensen aan het bidden waren. Toen hij er uiteindelijk was nam hij plaatst in de rij. De mensen begonnen daarop in hun handen te klappen (attenderend op de komst van de profeet). Aboe Bakr was echter gewoon zich nergens door te laten afleiden en dus enig blik te werpen op iets. Toen de mensen volhielden en nadrukkelijk in hun handen klapten wierp hij een blik en zag de boodschapper van Allah (sav). De boodschapper van Allah (sav) wees naar hem dat hij op zijn plaats moest blijven. Daarop hief Aboe Bakr zijn handen en loofde Allah voor wat de booschapper van Allah (sav) hem had geboden te doen. Vervolgens deed Aboe Bakr een stap achteruit totdat hij zich uiteindelijk in de rij bevond. Dan deed de boodschapper van Allah (sav) een stap vooruit. Toen hij klaar was met het gebed zei hij: "O Aboe Bakr! Wat heeft je ervan weerhouden op je plaats te blijven toen ik je daartoe het bevel gaf?" Aboe Bakr zei: "Het is de zoon van Aboe Qoehaafah[45] niet gepast de boodschapper van Allah (sav) voor te gaan in het gebed." Daarop zei de boodschapper van Allah (sav): "Wat is er toch dat ik jullie zo nadrukkelijk en veelvuldig heb zien klappen? Wie ergens door in twijfel wordt gebracht in zijn gebed, laat hij de soebhaanAllah zeggen."[46] Ook een daad van de soenna is het afwijken van de kibla met alleen het hoofd wanneer men bij een influistering toevlucht tot Allah vraagt tegen de verworpen satan. Dit doet men bij uiterste noodzaak. Het is vast komen te staan dat 'Oethmaan Ibn Abi el-'Aas eth-Thaqafiey (rm) bij de profeet (sav) kwam en zei: "O boodschapper van Allah! De satan heeft zich tussen mij en mijn gebed en recitatie gemengd en laat me verwarren." De boodschapper van Allah (sav) zei: "Dat is een satan die Khinzeb heet. Wanneer je hem aanvoelt, zoek dan toevlucht tot Allah tegen hem en spuw driemaal aan je linkerzij." Hij zei: "Ik heb dat zo gedaan en Allah heeft hem van me verwijderd."[47]
[Het zich keren richting de kibla] met zijn gehele lichaam [is een voorwaarde voor] de correctheid van [de salaat] zoals de geleerden dat zijn overeengekomen wegens Allah's volgend woord: "Waar je ook vertrekt, keer je gezicht richting de Onschendbare Moskee. Waar jullie je ook bevinden, keert jullie gezichten daarheen." (el-Baqarah: 150) En ook naar aanleiding van de uitspraak van de profeet (sav) in de hadith over het verhaal van de man die zijn gebed niet goed onder de knie had: "Keer je dan richting de kibla en zeg de takbier op."[48] Bij deze voorwaarde dient men zich eraan te houden tot aan het einde van het gebed. Het nalaten van deze voorwaarde is [enkel in welbekende uitzonderlijke gevallen die zijn uitgelegd in de boeken van de geleerden] toegestaan. Deze situaties zijn:
1- De onmachtige: Oftewel degene die niet machtig is zich te keren richting de kibla, zoals een vastgebonden persoon of iemand die opgehangen in een andere richting dan de kibla. Zij kunnen zich niet keren tot de kibla. Of neem een zieke die zich niet kan bewegen en niemand bij zich heeft die hem tot de kibla kan wenden. In zulke gevallen richt de bidder zich zoals hij zich bevindt en voert het gebed uit afhankelijk van zijn situatie. Want Allah -verheven is Hij- zegt: "Vreest Allah wat jullie kunnen." (et-Teghaaboen: 16) En omdat de profeet (sav) de volgende uitspraak heeft gedaan: "Wanneer ik jullie iets beveel, voert dat dan uit voor zover jullie in staat zijn."[49] Daarnaast luidt de basisregel die geldt in de Islamitische jurisprudentie: "De verplichting komt te vervallen bij onmacht." Zo geldt ook voor bepaalde vormen van het gebed van de vrees wanneer er hevige gevechten plaatsvinden tijdens de oorlog. Bijvoorbeeld dat intrekt of terugtrekt en terrein wint of verliest. In deze gevallen komt de verplichting van het keren tot de kibla te vervallen. Dit wordt dan gezien als een vorm van onmacht. Een ander voorbeeld is dat een man vlucht voor de vijand, voor de waterstroom of het vuur, een aardbeving of wat iets in die zin. In al deze gevallen wordt hem het keren richting kibla niet opgelegd. In es-Sahieh van el-Boekhaarie is de hadith van 'Abdoellah Ibn 'Oemar (r2) overgeleverd dat hij zei: "Als er vrees is dat nog heviger is dan dat, dan bidden ze lopend, staand of rijdend op hun vervoermiddel richting de kibla of niet gericht tot de kibla." Imam Maalik Ibn Enes (moge Allah hem genadig zijn) zei: "Naafi' (de verhaler) zei: "Ik weet bijna zeker dat 'Abdoellah Ibn 'Oemar (r2) dat van de boodschapper van Allah (sav) overlevert."[50]
Hij die een vrijwillig gebed uitvoert terwijl hij onderweg is op zijn reis. Hierop duidt de hadith die is overgeleverd van 'Abdoellah Ibn 'Oemar (r2). Hij zei: "De profeet (sav) bad op reis op zijn rijtuig, waarheen die zich ook begaf, het nachtelijk gebed en niet de verplichte gebeden. Hij verrichte het Witr-gebed eveneens op zijn vervoermiddel. Hij bewoog zich symbolisch om de bewegingen in het gebed aan te geven."[51] In de hadith van Enes Ibn Maalik (rm) staat dat de boodschapper van Allah (sav), wanneer die op onderweg op reis was en vrijwillige gebeden wilde uitvoeren op zijn vervoermiddel, zich samen met zijn vervoermiddel keerde richting de kibla en de takbier opzei. Vervolgens bad hij waarheen zijn vervoermiddel (een kameel) zich ook keerde."[52] Er is overgeleverd van Enes Ibn Sierien -moge Allah hem genadig zijn- dat hij zei: "We ontvingen Enes[53] toen die terugkwam uit esh-Shaam[54] en dat gebeurde te 'Ayn et-Temr[55]. Ik zeg hem bidden op een ezel terwijl zijn gezicht links van de kibla keek. Ik zei toen: "Ik heb je in een andere richting dan de kibla zien bidden?" Hij zei: "Mocht ik de boodschapper van Allah (sav) dat niet hebben zien doen, dan zou ik dat niet hebben gedaan."[56]
Een kwestie: Situaties waarin de bidder zich bevindt bij het keren tot de kibla. Bij het keren tot de kibla bevindt de bidder zich in een van de volgende situaties:
1- Dat hij zich binnen in de Onschendbare Moskee bevindt. In dat geval dient hij zich perse te keren tot de Kaaba. Het is hem niet toegestaan af te wijken van de Kaaba. Doet hij dat wel, dan is zijn gebed ongeldig.
2- Dat hij zich in Mekka is maar buiten de Onschendbare Moskee. Dan dient hij zich tot deze moskee te keren omdat Allah -verheven is Hij- zegt: "En waar jullie zijn, keert jullie gezichten richting deze moskee." (el-Baqarah: 150)
3- Dat hij buiten Mekka is en in een land of gebied waar hij de kibla niet weet. In dat geval dient hij de bewoners van dat gebied te vragen en is het niet afdoende dat hij (zonder anderen te raadplegen) zijn eigen best doet om de richting van de kibla te bepalen. Als hij niemand kan vinden om erover te vragen, dan laat hij zich leiden door de mihrab van de moskee. Daarmee imiteert hij de bewoners van dat gebied en zijn salaat is correct. Mocht hij niet richting de kibla hebben gebeden, dan dient hij zijn salaat opnieuw te verrichten, want het was voor hem mogelijk erover te vragen, maar hij was nalatig en verzuimachtig aangaande de kibla.
4- Dat hij zich in een woestijn, afgelegen gebied of in een land van niet-moslims bevindt en zelf ook niet de kibla weet. In zo'n situatie dient hij door middel van de zon, de maan, de sterren en de plaats waar de zon opkomt zijn weg te vinden naar de kibla, als hij weet hoe hij met de genoemde zaken om moet gaan natuurlijk. Hij kan uiteraard ook moderne apparaten gebruiken zoals een kompas of horloges en dergelijk instrumenten die behulpzaam zijn. Weet hij hierna de kibla nog steeds niet, dan keert hij zich in de richting dat bij hem het overwicht heeft. Heeft hij de kibla getroffen, dan is zijn gebed correct. Heeft hij het echter mis bij de bepaling van de kibla, ook dan in zijn gebed correct omdat hij zijn uiterste best heeft gedaan en niet nalatig is geweest. Dit is de opinie van het overgrote deel onder de geleerden. Sjeik Ibn Baaz -moge Allah hem genadig zijn- zegt: "Wanneer de moslim op reis is of in een land of gebied waar niets dat op hem op de kibla wijst tot zijn beschikking is, dan is zijn gebed correct als hij zijn uiterste best heeft gedaan om de kibla te bepalen en zelfs als later duidelijk wordt dat hij in een andere richting dan de kibla heeft gebeden. Bevindt hij zich in Islamitische landen, dan is zijn gebed niet correct. Want het is voor hem mogelijk iemand te vragen die hem de kibla aanwijst zoals hij de kibla ook kan achterhalen middels de moskeeën."[57]
5- Dat hij op reis is. Dan is het voor hem niet verplicht zich tot de kibla te keren bij een vrijwillig gebed. De profeet (sav) heeft dit immers gedaan. Op reis verrichte hij het vrijwillige gebed op zijn vervoermiddel waarheen die hem ook wendde.[58]
6- Dat de bidder blind is en dus niet kan zien. Hij dient zich in te spannen door mensen te vragen die de kibla weten en hem tot de kibla keren. Mocht hij niemand hebben gevonden om erover te vragen en zijn uiterste best hebben gedaan om de kibla te bepalen en in deze hoedanigheid hebben gebeden, dan hoeft hij zijn gebed niet over te doen. Want hij heeft gedaan wat hij in zijn macht heeft. Allah -verheven en glorieus is Hij- zegt: "Allah draagt een ziel enkel en alleen op wat die dragen kan." (el-Baqarah: 286) Bidt hij zonder enige inspanning te doen voor de bepaling van de kibla en is hij daarin ook nog eens onjuist, dan dient hij zijn gebed te herhalen, als er sprake is van een grote afwijking van de kibla. Wanneer de afwijking gering was kan het niet kwaad en is zijn gebed correct.
De intentie in het gebed
[Daarbij] dus wanneer hij zich tot de kibla keert [heeft heeft hij de intentie in zijn hart] want de intentie vindt plaats in het hart [de salaat te verrichten die hij beoogt, hetzij een verplicht gebed] zoals de vijf dagelijkse gebeden en vrijdagsgebed [hetzij een vrijwillig gebed] onverschillig of het een algemeen en onbepaald vrijwillig gebed is of een bepaald en nadrukkelijk aangeraden vrijwillig gebed is.
[Hij hoort de intentie daarbij niet uit te spreken] Dus hij zegt niet zoiets als "Ik heb de intentie de twee rek'a van het ochtendgebed op tijd te verrichten" of "als achterstand in te halen" of "Ik heb de intentie een vrijwillig gebed verrichten voor het late avondgebed", en dergelijke uitspraken. [Want het opzeggen van de intentie is onwettig in de sharia, sterker nog het is een innovatie] Omdat dit toevoeging aan de religie is van wat er oorspronkelijk niet tot hoort. De profeet (sav) zegt: "Wie aan deze zaak (religie) van ons toevoegt wat er oorspronkelijk niet hoort, dat is verworpen."[59]
[omdat de profeet (sav) de intentie niet heeft uitgesproken] en dat niet in de mond heeft gehaald. In tegenstelling, hij zei tegen de bedoeïen die zijn gebed niet correct uitvoerde: "Wanneer je je opmaakt voor het gebed, zeg dan de takbier op."[60] Hij gebood hem dus niet de intentie uit te spreken. Uitstel van uitleg bij ten tijde van behoefte en noodzaak is niet toegestaan zoals de regel luidt. Er is overgeleverd van 'Aaishah, moeder der gelovigen, (rv) dat de profeet (sav) het gebed opende met de takbier. Er is niet overgeleverd van de profeet (sav) [en ook niet zijn metgezellen] dat zij de intentie bij monde uitspraken. Wie beweert dat dit toegestaan is, zijn bewering is verworpen. Al het goede schuilt in het volgen van de toepassing van de profeet (sav) en zijn metgezellen. Daar dient de dienaar niets aan toe te voegen. Want de religie is immers volmaakt. Allah (verheven is Hij) zegt: "Vandaag heb ik jullie religie voor jullie volmaakt, mijn gunst over jullie vervolledigd en de Islaam voor jullie als religie verkozen." (el-Maaideh: 3) Daarom is een tekort in de religie een gebrek in diens volmaaktheid en volledigheid, zoals ook een toevoeging aan de religie een gebrek vormt. De profeet (sav) heeft gezegd: "Wie een daad pleegt die geen plaats heeft in onze zaak, die is dan verworpen."[61]
De meester in Islam Ibn Teymiyyah -moge Allah genade met hem hebben- zegt: "De uitspraak van de intentie duidt op een gebrek in het verstand en in de religie. Wat betreft de religie: Omdat het een innovatie is. Wat het verstand betreft: Dat is net zoals het voorbeeld van iemand die wat wil eten en zegt: "Door mijn hand in de kom te plaatsen heb ik de intentie dat ik er een hapje van zal nemen om het vervolgens in mijn mond te plaatsen en het te kauwen zodat ik het uiteindelijk zal doorslikken om mijn honger te stillen. Dit is een onwetendheid en zwakbegaafd."[62] Ook zegt hij: "Het hardop uitspreken van de intentie is noch verplicht noch een daad van de soenna zoals de moslims het daarover eens zin. Sterker nog, hij die de intentie hardop uitspreekt is een innovator die handelt in strijd met de Islamitische wet, wanneer hij dit doet en gelooft dat deze daad wettig is, dan is deze persoon dwalende onwetende die een berisping verdient, anders een bestraffing voor dit handelen."[63]
Ibn el-Qayyim zegt: "De profeet (sav) zei "Allahoe Ekber" wanneer hij opstond voor het gebed. Daarvoor zei hij niets. Ook heeft hij absoluut niet de intentie opgezegd. Hij zei niet: "Ik zal, gekeerd tot de kibla, het te noemen gebed verrichten, bestaande uit vier rek'a als imam zijnde" of "als volger". Hij zei eveneens niet "op tijd te verrichten", "een achterstand in te halen" of "het momenteel verplichte gebed te verrichten". Dit zijn tien innovaties waarvan absoluut geen enkel woord door iemand is overgeleverd, hetzij met een authentieke ketting, hetzij zwak, hetzij met een complete ketting, hetzij met een gebroken ketting van verhalers. Sterker nog, het is zelfs niet overgeleverd van een van zijn metgezellen alsook dat niemand van de opvolgers en de vier imams dit als een goede daad heeft beschouwd."[64] Sjeik Bin Baaz zei (in een andere bron): "De uitspraak van de intentie is een innovatie. Het hardop zeggen ervan is een nog grotere zonde. De toepassing in de soenna is de intentie in het hart. Want Allah -verheven is Hij- weet het heimelijke en wat nog verborgener is. Hij is het die zegt: "Zeg: Onderwijzen jullie Allah jullie religie terwijl Allah kennis heeft van al wat in de hemelen en op aarde is? Allah heeft weet van alles." (el-Hoejoeraat: 16) Evenmin is de uitspraak van de intentie vast komen te staan van de profeet (sav), zijn metgezellen en de geleerden die als voorbeeld worden genomen worden. Daarmee komen komt men tot de kennis dat het onwettig is. Met andere woorden hoort het tot de uitgevonden innovaties."[65]
Regels met betrekking tot de afbakening
[Het hoort tot de soenna] en is dus een nadrukkelijk aanbevolen zaak [dat hij voor zichzelf een afbakening neemt] dat is een obstakel dat de bidder voor zich plaatst zoals een zadel dat minimaal twee derde el hoog is. Deze afbakening dient ervoor hem te beschermen tegen alles wat voor hem langsloopt, zodat die zijn gebed niet verbreken, en zorgt er eveneens voor dat hij niet wordt afgeleid door al wat erachter is. Overgeleverd van de moeder der gelovigen 'Aaishah (rv) dat ze zei: "De boodschapper van Allah (sav) werd tijdens de veldslag van Teboek gevraagd over de afbakening van de bidder. Hij zei: "Zoals de zadel van een rijdier."[66] Dus de bidder zorgt voor een afbakening [waartoe hij bidt als hij de salaat voorgaat] omdat de afbakening van de imam geldt als een afbakening voor de mensen achter hem. Dit is op grond van de overlevering die plaatsvindt in de twee authentieke boeken (Boekharie en Moesliem) als hadith van 'Abdoellah Ibn 'Abbaas (r2) dat hij zei: "Ik kwam aan op een merrie terwijl ik die dagen de puberteit nagenoeg bereikt had. De boodschapper van Allah (sav) ging op dat moment de mensen voor in het gebed en bad niet richting een muur. Ik ging voor een paar rijen langs. Daarna stapte ik af en liet de merrie grazen. Ik nam plaats in de rij en niemand keurde dit van me af."[67] In dit verhaal zien we dat Ibn 'Abbaas (r2) rijdend op een ezel voor een paar rijen langs is gepasseerd en dat dit niet is afgekeurd terwijl de ezel het gebed verbreekt. Hieruit valt op te maken dat de afbakening van de imam als een afbakening geldt voor de mensen die het volgen. Dat de mensen de afkeuring hebben nagelaten wijst erop dat het voor de rijen langs lopen toegestaan is alsook dat het gebed correct is. Imam el-Boekhaarie heeft boven deze hadith de volgende titel geplaatst: "Kwestie: De afbakening van de imam geldt als een afbakening voor degenen achter hem" Dus de bidder zorgt voor een afbakening wanneer hij de mensen voorgaat in het gebed [of alleen aan het bidden is] omdat hij onafhankelijk van iemand anders in zijn eentje het gebed verricht. In tegenstelling tot iemand die achter een imam bidt geldt hij als een uitzondering wat betreft bepaalde regels, zoals bijvoorbeeld de afbakening. [Dit heeft de profeet (sav) bevolen] Er zijn van hem namelijk uitspraken overgeleverd die een gebod inhouden een afbakening te nemen en dit nadrukkelijk aanbevelen. Tot deze uitspraken horen:
1- Van Sebrah Ibn Ma'bed el-Joehenie (rm1) dat hij zei: "De boodschapper van Allah (sav) zei: "Wanneer iemand van jullie bidt, laat hij zich dan afbakenen voor zijn gebed al is het met een pijl."[68]
2- Overgeleverd van Aboe Hoereyrah (rm1) dat hij zei: "De boodschapper van Allah (sav) zei: "Wanneer iemand van jullie wil bidden, laat hij dan tegenover zich wat plaatsen. Mocht hij niets kunnen vinden, laat hij dan een wandelstok in de grond steken. Mocht hij ook geen wandelstok (of iets dergelijks) vinden, laat hij dan een lijn trekken. Verder zal al wat voor hem langs loopt hem geen kwaad doen."[69]
3-Overgeleverd van Joebeyr Ibn Moet'im (rm1) dat de boodschapper van Allah (sav) zei: "Wanneer iemand van jullie tot een afbakening bidt, laat hij dichtbij die afbakening zodat de satan zijn gebed niet verbreekt en verpest voor hem."[70]
4- Overgeleverd van Ibn 'Oemar (r2) dat het gewoon was van de boodschapper van Allah (sav) dat hij op de feestdag, wanneer hij naar buiten kwam, om een speer vroeg zodat die in de grond geplant werd en hij erheen kon bidden terwijl de mensen achter hem plaats namen. Zo deed hij ook wanneer hij op reis was."[71]
5- Wederom overgeleverd van Ibn 'Oemar (r2) van de profeet (sav) dat hij zijn rijdier dwars voor zich plaatse en vervolgens in diens richting bad (het dier als afbakening beschouwende)."[72]
En andere overleveringen die het bidden richting een afbakening gebieden en daartoe aanzetten.
Een kwestie: Wat is de regelgeving met betrekking tot de afbakening van de bidder in de Onschendbare Moskee?
Het antwoord: In de Onschendbare Moskee heeft men geen afbakening nodig. Alle mensen zijn er toch om te bidden en richten zich niet tot een afbakening. Dit is de opinie van het merendeel van de geleerden. Het is immers onmogelijk te ontwijken voor een passant. Wanneer er dus een vrouw of iemand anders voor de bidder langs loopt verbreekt dat het gebed niet en het gebed is correct. Meestal is het nagenoeg onmogelijk en onhaalbaar dit te voorkomen in de Onschendbare Moskee. In een zwakke hadith staat vermeld dat de vrouw en anderen voor de boodschapper van Allah (sav) langs liepen terwijl aan het bidden was in de Onschendbare Moskee. Er is overgeleverd van Ibn ez-Zoebeyr (r2) dat hij bad terwijl de mensen voor hem om de Kaaba heen liepen. Nogmaals de bidders hebben in de Onschendbare Moskee geen behoefte aan een afbakening."[73]
De takbier ter opening[74]
[3-] Vervolgens doet de bidder het volgende: [Hij zegt de takbier op die geldt als de takbier ter opening van de salat] Omdat de boodschapper van Allah (sav) zegt: "En de takbier is het startsignaal van het gebed."[75] Zo is deze takbier genoemd omdat bepaalde zaken na deze takbier voor hem verboden zijn zoals het spreken, het eten, het drinken en wat andere zaken die voor hem toegestaan zijn voor het gebed. [Daarbij zegt hij "Allahoe Ekbar[76]"] Zonder deze woorden geldt hij niet als begonnen aan het gebed. Zegt hij bijvoorbeeld: "Allahoe E'lem[77]" of "Allahoe E'dham[78]", dan is zijn gebed niet aangevangen. Want in de hadith van Aboe Hoemeyd es-Saa'idie (rm) staat dat de profeet (sav), wanneer hij zich opmaakte voor het gebed, recht overeind ging staan, zijn handen tot aan het niveau van zijn schouders hief en vervolgens zei: "Allahoe Ekbar."[79]
Meester in Islam Ibn Teymiyyah zegt: "Met talrijke en onomstootbare overleveringen en de consensus van de moslims is vast komen te staan dat de profeet (sav) en de metgezellen hun gebeden openden door de uitspraak van de takbier."[80]
Imam et-Tirmidhie -moge Allah hem genadig zijn- zei: "Dit is de aangenomen toepassing onder de geleerden tussen de metgezellen van de profeet (sav) en zij die na hen komen."[81]
Daarom is het niet correct dat de bidder zoiets zegt als: "Allahoel Ekbar[82]" of "Laa Ilaahe IllAllah[83]" of "Allah el-jeliel[84]" of iets dergelijks.
De betekenis van "Allahoe Ekbar" is dat Allah -verheven is Hij- groter is dan wat dan ook in Zijn namen en eigenschappen en alles wat deze uitdrukking aan betekenissen draagt.
De bidder dient uit te kijken voor het opwerpen van zijn blik richting de hemel. Want dat is een verboden handeling. Sterker nog, het valt onder de grotere zonden. Maar het gebed wordt erdoor niet nietig. Er is overgeleverd als hadith van Enes Ibn Maalik (rm) dat hij zei: "De profeet (sav) zei: "Wat is er toch met sommige mensen dat ze hun blik opwerpen richting de hemel tijdens de salat?" Vervolgens deed hij een strengere uitspraak en zei: "Of ze zullen ermee ophouden, of ze zullen hun ogen verliezen."[85]
De handeling volgens de soenna in het geval van de bidder is dat hij zijn salat voortzet [kijkend naar de plaats waar hij zich zal neerwerpen] onverschillig of hij zich in een staande, voorovergebogen of zittende houding bevindt. Ook maakt het niet uit of hij zich bij de Kaaba bevindt of ergens anders. Het kijken naar de plaats waar hij zich zal neerwerpen heeft een groter effect van intimiteit in het hart, houdt de blik beter af en geeft een betere uitdrukking van onderdanigheid. Wanneer de profeet (sav) aan het gebed begon keek hij naar beneden. Aboe Hoereyrah (rm) zei: "Men wierp zijn blik op naar de hemel tijdens het gebed. Toen Allah de aya "Zij die in hun gebed ootmoedig zijn." (el-Moeminoen: 2) openbaarde, wierpen ze hun blikken op de plaats waar ze zich zouden neerwerpen."[86]
Van 'Aaishah (rv) is overgeleverd dat ze zei: "Toen de boodschapper van Allah (sav) de Kaaba binnentrad ging zijn blik niet verder dan zijn plaats van soejoed totdat hij het weer verliet."[87]
De geleerden zijn het erover eens dat ootmoed en onderdanigheid aan te bevelen en geliefde daden zijn, net zoals het dichtknijpen van het oog voor al wat afleidend kan zijn, en dat het links en rechts een blik werpen ongeliefd is. Eveneens verschillen ze niet van mening dat het kijken naar een nabijgelegen punt en het beperken van het zich tot wat voor het ligt een aangeraden handeling is.
Een opmerking: Wanneer de bidder zich opmaakt voor een verplicht gebed is de takbier ter opening niet bindend totdat hij deze staand opzegt wanneer hij staan kan. Als hij de takbier niet staand begint of afrondt is zijn gebed correct maar geldt als een vrijwillig gebed als er nog tijd over is voor de betreffende verplichte salat. Anders dient hij het verplichte gebed opnieuw staand aan te vangen.
[4- Bij deze takbier] die voor de opening en onthouding staat [heft hij] oftewel de bidder [zijn handen] als een daad van de soenna. Hierbij zijn zijn handen uitgestrekt en de vingers tegen elkaar gedrukt. De binnenkant van zijn handen kijken naar de kibla. [tot het niveau van zijn schouders] en daarmee is de maximale hoogte aangegeven dus dat zijn handen gelijk staan met zijn schouders zoals in de hadith van Ibn 'Oemar (r2) dat de boodschapper van Allah (sav) zijn handen tot aan zijn schouders opstak wanneer hij het gebed opende.[88] [of] hij heft zijn handen [tot aan zijn oorlellen] volgens de hadith overgeleverd door Maalik Ibn el-Hoeweyrith (rm) dat de boodschapper van Allah (sav), wanneer die zijn de takbier opzei, zijn handen hief totdat hij ermee op de hoogte van zijn oren kwam.[89]
Hiervan uitgaande heeft de bidder de vrije keuze zijn handen te heffen tot aan zijn schouders of tot aan zijn oorlellen. Dit geldt als een verscheidenheid in de aanbidding. Eens doet hij dit dan weer dat. De regel die hierover gaat luidt: "Vormen van aanbidding die op verschillende manieren zijn vast komen te staan worden op verschillende tijden in alle vormen toegepast."
Ibn Qoedaameh -moge Allah genade met hem hebben- zegt: "De bidder heeft de willekeur zijn handen tot aan zijn oren of tot aan zijn schouders te heffen. Dit komt erop neer dat zijn vingers de betreffende positie bereiken. De bidder heeft hierin de vrije keuze omdat beide zaken zijn overgeleverd van de boodschapper van Allah."[90]
Een aantekening: Deze daad is algemeen van betekenis voor man en vrouw. De vrouw handelt hier zoals de man dat doet. De basisregel is dat hetgeen wat in naam van de man is vast komen te staan ook voor de vrouw van toepassing is. En wat in naam van de vrouw is vast komen te staan is ook geldig voor de man. Hiervan wordt enkel uitgezonderd wat een wettelijk voorschrift heeft bepaald.[91]
De plaatsing van de handen tijdens de staande houding in het gebed
[5- Hij] oftewel de bidder [plaatst zijn handen op zijn borst] na de takbier ter opening [en legt zijn rechterhand op] de buitenkant van [zijn linkerhand, pols en onderarm] of alleen op zijn linker onderarm of pakt zijn onderarm vast met zijn rechterhand [Dit doet hij omdat deze houding is vast komen te staan zoals in de hadith overgeleverd van Waail Ibn Hujr en Qabsah Ibn Huleb e-Taaie die dat heeft overgeleverd van zijn vader -rm3-]
Zo komen er drie verschillende houdingen uit deze beschrijving.
-De eerste houding is dat de bidder zijn rechterhand op de buitenkant van zijn linkerhand, pols en onderarm tegelijk plaatst. Deze uitvoering wordt duidelijk uit de hadith die is overgeleverd door Waail Ibn Hoejr (rm) dat hij de profeet (sav) zijn handen hebben zien heffen waarbij hij de takbier opzei op het moment dat hij aan het gebed wilde beginnen. Vervolgens sloot hij zijn mantel om zich heen en plaats de rechterhand op de linkerhand.[92] Wederom is van hem overgeleverd dat hij zei: "Ik heb de boodschapper van Allah (sav) tijdens het gebed zijn rechterhand op zijn linkerhand zien plaatsen, dichtbij zijn pols."[93] Een soortgelijke hadith is overgeleverd via 'Abdoellah Ibn Mes'oed (rm).[94]
-De tweede houding is dat de bidder zijn rechterhand op zijn linker onderarm plaatst zoals beschreven in de hadith van Sehl Ibn Sa'd (rm): "De mensen werden geboden dat ze hun rechterhand op hun linker onderarm plaatsten in het gebed." Aboe Haazim (een van de verhalers in de ketting) zegt: "Ik weet zeker dat hij dat enkel aan de profeet (sav) toeschrijft."[95]
-De derde houding is dat hij met zijn rechterhand zijn linker onderarm grijpt. Hiervoor ligt de hadith van Waail Ibn Hoejr (rm) ten gronde. Hij zegt: "Ik heb de boodschapper van Allah (sav) gezien. Wanneer hij zich in de staande houding bevond in het gebed pakte hij zijn linker onderarm vast met zijn rechterhand."[96] Qabiesah Ibn Hoeleb leverde over van zijn vader dat hij zei: "De boodschapper van Allah (sav) ging ons voor in het gebed en hield zijn linker onderarm vast met zijn rechterhand."[97]
Een opmerking: el-Wezier Ibn Hebierah zei: "De geleerden hebben een overeenstemming dat het een daad van de soenna is de rechterhand op de linkerhand te plaatsen, met uitzondering van een van de twee overleveringen afkomstig van Maalik. Hij zou volgens die overlevering hebben gezegd dat dit een toegestane daad is. De andere overlevering vertelt dat dit een toepassing uit de soenna is."[98]
Een kwestie: Wanneer de bidder zijn rechterhand op zijn linkerhand legt, waar plaatst hij die beiden dan?
De sterkste en verkozen opinie is -en Allah weet het best- dat hij ze op zijn borst legt volgens de hadith van Waail Ibn Hoejr (rm) dat hij zei: "Ik heb met de boodschapper van Allah (sav) gebeden. Hij legde zijn rechterhand op zijn linkerhand en plaatse ze samen op zijn borst."[99] Deze hadith is ondanks de discussie over diens authenticiteit de beste hadith over dit onderwerp.
Sjeik el-Elbaanie -moge Allah genade met hem hebben- zegt in Ahkaamoel Jenaaiz: "Dit zijn drie overleveringen die aangeven dat de toepassing in de soenna het plaatsen van de handen op de borst is. Wie deze bundel van overleveringen heeft ingezien zal er niet over twijfelen dat die geschikt zijn voor de bewijsvoering voor dit onderwerp."[100]
Sjeik Ibn 'Oetheymien -moge Allah genade hebben met hem- zegt: "Anderen onder de geleerden zijn van overtuiging dat de bidder de handen op zijn borst plaatst. Dat ziet er naar uit de juiste opinie te zijn."[101]
De smeekbede ter opening
[6- Het is] voor de bidder [een daad van de soenna dat hij de smeekbede ter opening opzegt] na de takbier ter opening en nog voor het beginnen met de recitatie van soera el-Faatihah [Die luidt: "O Allah! Houd me op afstand van mijn zonden zoveel als ﷻ een afstand hebt gemaakt tussen het westen en het oosten. O Allah! Reinigt me van mijn zonden zoals ﷻ het witte kleed hebt gereinigd van viezigheid. O Allah! Wast mijn zonden van me weg met water, met sneeuw en met hagel."[102]] Het staat aan de bidders willekeur te open met deze smeekbede of met een andere smeekbede. Want er zijn van de profeet (sav) tal van smeekbeden overgeleverd die bij de opening opgezegd kunnen worden. [Als hij] dus de bidder [dat wil zegt hij in plaats van deze smeekbede het volgende: "Beginnend met alle lof aan ﷻ o Allah getuig ik dat ﷻ verheven bent van alle tekortkomingen. Uw naam is verheven en gepaard met zegen. Glorieus is Uw machtigheid. En er is geen god behalve ﷻ." Want deze smeekbede is authentiek overgeleverd van de profeet (sav)[103]] Imam Ahmed -moge Allah hem genadig zijn- heeft deze opening verkozen omdat 'Oemar Ibn el-Khattaab (rm) de metgezellen deze smeekbede onderwees.[104] Wellicht opende 'Oemar Ibn el-Khattaab (rm) zijn gebed met de laatst genoemde smeekbede omdat die makkelijk te memoriseren is en omdat deze uitdrukkingen inhoudt als de vereniging van Allah en eerbetoon aan Hem. Daarom ook heeft Imam Ahmed -Allahs genade zij met hem- deze smeekbede verkozen.
[Mocht hij] de bidder [andere smeekbeden ter opening opzeggen die vast zijn komen te staan van de profeet (sav), dan kan dat geen kwaad] Want zoals eerder vermeld: Vormen van aanbidding die meer dan een uitvoeringswijze hebben worden op verschillende tijden op alle beschikbare manieren uitgevoerd. [Het optimale is dat hij af en toe deze smeekbede opzegt en een andere keer een andere smeekbede verkiest. Dit is volmaakter als naleving van de voorschriften] Omdat dit vast is komen te staan van de profeet (sav). Wanneer de dienaar alle vormen die van hem zijn overgeleverd uitvoert is dat de ideale navolging van de profeet (sav) voor een dienaar.
Een opmerking: De afwisseling van de vormen van aanbidding die zijn vast komen te staan op alle beschikbare verschillende manieren heeft bepaalde voordelen en baten: 1-De navolging van de soenna van de profeeet (sav). 2- Het doen herleven van de soenna 3- De levendigheid en oplettendheid van het hart. En andere nuttige zaken.
Een aantekening: Buiten de genoemde smeekbeden ter opening zijn er ook de volgende smeekbeden:
1- De hadith van 'Ali Ibn Abie Taalib (rm) dat de boodschapper van Allah (sav) het volgende zei wanneer aan het gebed begon: "Als oprechte monotheïst richt ik mijn gezicht tot Wie de hemelen en aarde uit het niets heeft geschapen. Ik ben geen geval van de polytheïsten. Voorzeker, mijn gebed, offer, leven en dood zijn trouwhartig voor Allah, de Heer der werelden. Er is geen deelgenoot voor Hem. Zo ben ik bevolen ik hoor tot de moslims. O Allah! ﷻ bent de Koning. Er is geen god buiten ﷻ. ﷻ bent mijn Heer en ik ben Uw dienaar. Ik heb mijzelf onrecht aangedaan en geef mijn zonden hierbij toe. Vergeef voor me al mijn zonden. Voorwaar, alleen ﷻ vergeeft deze zonden. Leidt me tot de beste zeden. Enkel ﷻ kunt tot de beste zeden leiden. Verwijdert van me ook de slechte manieren. Enkel ﷻ kunt van me de slechte manieren verwijderen. Ik geef gehoor aan Uw bevel en sta voor ﷻ klaar. Al het goede bevindt zich in Uw handen en het slechte kan niet aan ﷻ toegeschreven worden. Ik ben er door Uw toedoen en met Uw wens en zal tot ﷻ wederkeren. ﷻ bent gezegend en verheven. Ik vraag ﷻ om vergiffenis en toon berouw tegenover ﷻ."[105] De smeekbede ter opening zei de profeet (sav) op tijdens het vrijwillige nachtgebed.
2- Overgeleverd van Enes Ibn Maalik (rm) dat een man aankwam en plaatsnam in de rij terwijl hij snakte naar adem. Hij zei toen: "Lof is aan Allah, en wel veel gezegende lof." Nadat de profeet (sav) zijn gebed had afgerond zei hij: "Wie van jullie sprak zojuist die woorden uit?" Daarop zweeg de menigte. Hij herhaalde: "Wie heeft die woorden zojuist uitgesproken? Want voorzeker, wat hij heeft zeker niets verkeerds gezegd!" Een man zei toen: "Ik kwam aan terwijl ik in ademnood was en heb de genoemde woorden uitgesproken." Daarop zei de boodschapper van Allah (sav): "Ik heb zojuist twaalf engelen zien haasten om deze woorden wie het eerst tot de hemel zal dragen."[106]
3- Overgeleverd van 'Abdoellah Ibn 'Oemar (r2) dat hij zei: "Op het moment samen met de boodschapper van Allah (sav) aan het bidden waren zei een man onder de mensen: "Allah is werkelijk groot, veelvuldig lof is aan Allah en verheven is Allah van alle onvolkomenheden dag en nacht." De boodschapper van Allah (sav) zei toen: "Wie zei zus en zo?" Een man onder de mensen zei: "Ik was het o boodschapper van Allah!" Hij zei daarop: "Ik stond ervan verbaasd. De deuren van de hemel werden ervoor geopend." 'Abdoellah Ibn 'Oemar (r2) zei: "Sinds dat ik de boodschapper van Allah (sav) dat heb horen zeggen heb ik die woorden niet gelaten."[107]
Een kwestie: Wat is de regelgeving met betrekking tot dat de bidder twee smeekbeden ter opening tegelijkertijd opzegd?
Het antwoord: Het is van de profeet (sav) niet overgeleverd dat hij twee smeekbeden ter opening samen en achterelkaar uitsprak. Hij is het immers die zegt: "Bid zoals jullie me hebben zien bidden."[108] De regel hierover is: Vormen van aanbidding die op verschillende manieren zijn overgeleverd worden van tijd tot tijd op alle overgeleverde manieren uitgevoerd. Men voegt ze echter niet samen. Het samenvoegen van verschillende uitvoeringen op een tijdstip is in strijd met de toepassing in de soenna. In zijn geval wordt er gevreesd voor een innovatie in de religie. Er is als hadith van 'Aaishah (rv) overgeleverd dat de profeet (sav) zei: "Wie in deze zaak van ons iets innoveert dat er niet toe hoort, zijn daad is verworpen."[109] Nu men dit weet hoort de bidder geen smeekbeden samen te voegen in een enkel gebed. In tegenstelling, hij dient steeds te variëren per gebed.
Een andere kwestie: Wat is de regelgeving mocht de bidder de smeekbede ter opening vergeten of die opzettelijk nalaten en vervolgens toevlucht tot Allah zoeken (en vervolgens aanvangen te reciteren)?
Het antwoord: In dat geval is het voor niet meer wettig de smeekbede ter opening op te zeggen. De uitspraak van deze smeekbede is een daad van de soenna en dus niet verplicht. Overigens is de correcte plaats van deze smeekbede aan hem voorbijgegaan. Sjeik Bin Baaz -moge Allah hem genadig zijn- zegt: "De smeekbede ter opening van het gebed is een daad van de soenna hetzij tijdens het verplichte gebed of tijdens het vrijwillige gebed. Wie het laat hoeft niets te doen."[110]
Zoek van toevlucht tot Allah, het opnoemen van de naam van Allah en de recitatie van soera el-Faatihah
[Daarna] dus na de smeekbede ter opening [zegt hij: "Ik zoek toevlucht tot Allah tegen de verworpen satan] Dit betekent: Ik vraag Allah om bescherming, bewaring en verdediging tegen de verworpen satan, (tegen) dat hij me in mijn religie of werelds leven schade aanbrengt. De uitspraak van het genoemde is een daad van de soenna en dus geliefd volgens het merendeel van de geleerden onder de metgezellen en hun volgers. Het bewijs voor de uitspraak ervan is de algemene aard van Allah's volgens woord: "Wanneer je dan de Koran reciteert, zoek dan toevlucht tot Allah tegen de verdreven satan." (en-Nahl: 98) Zegt hij: "Ik zoek toevlucht tot Allah de al-Wetende tegen de verdreven satan, en wel tegen diens..", dan is dat ook mooi. In de hadith van Aboe Sa'ied el-Khoedrie (rm) staat namelijk dat de profeet (sav) na de takbier ter opening zei: "Ik zoek toevlucht tot Allah, de al-Wetende, tegen de verdreven satan. In het bijzonder tegen diens besmettelijkheid, zijn aanzet tot hoogmoed en zijn toverspreuken."[111]
Deze zoek van toevlucht is omwille de recitatie en niet omwille het gebed zelf. Want zou de zoek van toevlucht voor het gebed zelf zijn, dan zou het direct na de takbier ter opening opgezegd worden en juist voor de openende takbier. In de aya die is voorgegaan staat dat Allah -verheven en glorieus is Hij- de zoek van toevlucht tegen de verdreven satan heeft geboden bij aanvang van de recitatie van de Koran.
Na deze toevlucht tot Allah zegt hij: [In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadige"] De besmeleh is zonder meningsverschil onder de geleerden een daad van de soenna. Want Noe'aym el-Moejmir (rm) leverde over en zei: "Ik heb achter Aboe Hoereyrah (rm) gebeden. Hij zei "In de naam van Allah, de Barmhartige en Genadige", en reciteerde soera el-Faatihah totdat hij eindigde met "noch de gedwaalden."[112] Vervolgens dient de zoek van toevlucht tot Allah alsook de besmeleh binnensmonds te zijn en niet hardop opgezegd te worden. Want in de hadith van Enes Ibn Maalik (rm) in de twee Sahieh boeken staat dat hij zei: "Ik heb achter de profeet (sav), Aboe Bakr, 'Oemar en 'Oethmaan (rm3) gebeden. Zij vingen de recitatie aan met "Alle lof is aan Allah, de Heer der werelden", en maakten geen vermelding van "In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadige" aan het begin van hun recitatie en sloten er ook niet mee af."[113] Dit betekent dat zij de besmeleh niet hardop uitspraken.
Een kwestie: De recitatie van de besmeleh aan het begin van soera el-Faatihah in het gebed hoort tot de zaken waarover niet direct een oordeel bestaat en een meningsverschil daarbij is derhalve aannemelijk. In tegenstelling tot wat sommigen denken is het geen zaak die onomstotelijk vast staat. De meningsverschil hierover stamt uit de tijd van de metgezellen en onder hen de geleerden van de rechtsleer en de recitators. De latere rechtsgeleerden zoals de imams van de vier juridische stromingen verkeren hier in eenzelfde situatie als de metgezellen (en verschillen dus ook van mening). Zij die beweren dat de recitatie van de besmeleh een verplichting is, beschikken over een bewijs overgeleverd van de profeet (sav). Zij die aannemen dat de uitspraak van de besmeleh niet verplicht is bezitten weer een bewijs dat overgeleverd is als daad van de profeet (sav). Daarom hebben sommige geleerden ervoor gekozen dat het het beste is dat men af en toe de besmeleh hardop uitspreekt zodat men weet dat er in deze zaak wat vrijheid en ruimte is en dat dit geen helemaal geen kwaad kan.
[Dan reciteert hij] oftewel de bidder, na de besmeleh te hebben opgezegd [soera el-Faatihah] in de juiste volgorde, aaneengesloten en vrij van aanzienlijke en minder kleine verborgen fouten. Want een aanzienlijke fout bij de recitatie ervan zou het gebed ongeldig kunnen maken.[114] Allah (verheven en glorieus is Hij) zegt: "Lof is aan Allah, de Heer der werelden, de Barmhartige en Genadige. De Koning van de dag des Oordeels. Alleen ﷻ aanbidden we en enkel ﷻ vragen we om hulp. Leidt ons naar het rechte pad. Het pad van mensen aan wie ﷻ gunsten heeft geschonken. Niet het pad van van de vervloekten noch het pad van de verdwaalden." [wegens de volgende uitspraak van de profeet (sav)] zoals dat is overgeleverd van 'Oebadeh Ibn es-Saamit (rm) toegeschreven aan de profeet (sav) dat hij zei: ["Hij die soera el-Faatihah niet heeft gereciteerd heeft niet gebeden."][115] In een andere overlevering staat: "Ik vermoed dat jullie reciteren achter jullie imam?" We zeiden: "Ja." Daarop zei de boodschapper van Allah (sav): "Doet dat niet meer, enkel met soera el-Faatihah. Want voorwaar, wie die niet leest heeft niet gebeden."[116]
Deze soera is de meest waardevolle soera in de Edele Koran. Deze soera is 'De Opening' genoemd omdat ermee het gebed wordt begonnen zoals ook de Koran in boekvorm daarmee aanvangt. Tot de deugden van deze soera hoort het dat het een heilende werking heeft voor de zieke. Als hadith van Aboe Sa'ied el-Khoedrie (rm) is het vast komen te staan dat sommigen van de metgezellen van de profeet (sav) neerstreken in een van de gemeenten van de Arabieren en die weigerden hen te onthalen . Terwijl de zaak er zo voor stond werd hun overste ziek. Daarop zeiden zei: "Is er met jullie een medicijn of iemand die de Koran reciteert als geneesmiddel?" Zij zeiden: "Jullie hebben ons niet onthaald en wij zullen niets ondernemen totdat jullie ons wat schenken (wat ons recht is als gasten)." Ze gaven hen toen wat vlees van een schaap. Een van hen begon toen soera el-Faatihah te reciteren. Daarbij verzamelde hij zijn speeksel in de mond en spuwde het uit. Uiteindelijk genas de man en kwam zijn stam aanzetten met een schaap (als cadeau). Ze zeiden echter: "We zullen dit niet aannemen totdat wij de profeet (sav) raad vragen." Ze vroegen hem hierover en hij moest erom lachen. Hij zei: "Hoe weet je toch dat die soera geneeskrachtig is? Neem dat schaap aan en laat mij er ook een aandeel in hebben."[117]
[Vervolgens zegt hij] de bidder dus ["Aamien", hardop als het een salat betreft waarbij hardop wordt gereciteerd en binnensmonds wanneer het gaat om salat waarbij niet hardop wordt gereciteerd] volgens de hadith van Aboe Hoereyrah (rm) toegeschreven aan de profeet (sav): "Wanneer de imam 'aamien' zegt, zegt dan ook 'aamien'. Want voorwaar, wiens uitspraak van 'aamien' overeenkomt met de uitspraak van 'aamien' door de engelen, zijn verleden zonden zullen worden vergeven."[118] En in de hadith van Noe'aym el-Moejmir (rm) waarin hij zegt: "Ik bad achter Aboe Hoereyrah (rm)", staat het volgende: "Vervolgens reciteerde hij soera el-Faatihah. Wanneer hij uiteindelijk "Niet het pad van de vervloekten, noch dat van de verdwaalden", bereikte en afrondde zei hij: "Aamien." Toen hij klaar was met bidden zei hij: "Bij degene in wiens hand mijn ziel rust! Voorzeker, onder jullie ben ik degene wiens gebed het meest lijkt op het gebed van de boodschapper van Allah (sav)."[119]
Wederom overgeleverd van Aboe Hoereyrah (rm) dat hij zei: "De mensen hebben de uitroep van 'aamien' nagelaten terwijl de boodschapper van Allah (sav) na "Niet het pad der vervloekten noch dat van de verdwaalden", te hebben gereciteerd 'aamien' zei. Zodanig dat de eerste rij hem kon horen en waarna de moskee (door het nazeggen van de anderen) als het ware trilde."[120]
De betekenis van het woord 'aamien'[121]
[Daarna reciteert hij] als een daad van de soenna [uit de Koran wat hem makkelijk is] na soera el-Faatihah [Het beste is dat de recitatie wordt gedaan uit de middellange[122] soera's beginnend na soera "Qaaf" bij het middaggebed, het tweede middaggebed en het late avondgebed, uit de langere[123] soera's daarvan tijdens het ochtendgebed en uit de kortere[124] soera's daarvan bij het avondgebed en heel af en toe uit de langere of uit de middellange soera's daartussen -dus bij het avondgebed-, zoals dat is vast komen te staan van de profeet (sav)] Of zelfs uit de langere soera's van andere delen uit de Koran. Sterker nog, dit laatste is een daad van de soenna aangezien de boodschapper van Allah (sav) in bij het avondgebed uit soera el-E'raaf heeft gereciteerd zoals hij ook uit soera et-Toer heeft gereciteerd, wat is vermeld in de hadith van Joebeyr Ibn Moet'im (rm) die is overgeleverd in de twee Sahieh boeken. Hij zei: "Ik heb de boodschapper van Allah (sav) bij het avondgebed soera et-Toer horen reciteren."[125] Zoals in de overlevering in beide Sahieh boeken staat reciteerde hij een soera "el-Moerselaat".[126] De toepassing en leiding van de profeet (sav) is dat hij zich niet beperkt tot de kortere soera's na soera "Qaaf". Met andere woorden is de beperking tot de kortere soera's tegenstrijdig met de soenna. De eerste die dat deed is Merwaan Ibn el-Hakem en Zeyd Ibn eth-Thaabit keurde dat van hem af zoals dat staat in es-Sahieh."[127]
Aboe Yoesoef Ibn 'Abdilberr el-Endeloesie -moge Allah hem genadig zijn- zegt: "Er is van de profeet (sav) overgeleverd dat hij bij het avondgebed soera es-Saaffaat recteerde en ook, ed-Doekhaan, el-E'laa, et-Tien, el-Felaq en en-Naas, el-Moerselaat en soera's vanaf "ed-Doehaa" reciteerde. Al deze overleveringen zijn authentiek en welbekend."[128]
Een opmerking: [Het is een wettige handeling dat het tweede middaggebed wat korter is dan het middaggebed] Zodanig dat het tweede middaggebed half zo lang is als het middaggebed. Want in Sahieh Moeslim is als hadith van Aboe Sa'ied el-Khoedrie vast komen te staan dat hij zei: "We schatten de staande houding van de boodschapper van Allah (sav) in bij het middag- en het tweede middaggebed. We namen waar dat zijn staande houding in de eerste twee rek'a van het middaggebed ongeveer even lang duurde als de recitatie van soera es-Sejdeh. We schatten zijn staande houding in de laatste twee rek'a van dit gebed als de helft van de eerste twee rek'a in. Vervolgens zagen we zijn staande houding in de eerste twee rek'a van het tweede middaggebed even lang als de laatste twee rek'a van het middaggebed. In de laatste twee rek'a van dit gebed duurde zijn staande houding weer de helft van de eerste twee rek'a."[129]
In Sahieh Moeslim is overgeleverd van Jaabir Ibn Semoerah (rm) dat de profeet (sav) bij het middaggebed soera el-Leyl reciteerde en bij het tweede middaggebed ook zoiets."[130] Dan is er nog het verhaal van Moe'aadh Ibn Jebel (rm) toen hij zijn stam voorging in het late avondgebed en uit soera el-Baqara reciteerde. De boodschapper van Allah (sav) werd kwaad om zijn toepassing en zei tegen hem: "Had dan toch gebeden en soera el-E'laa, esh-Shems of el-Ley gereciteerd."[131]
Van Jaabir Ibn Semoerah (rm) is overgeleverd dat hij zei: "De profeet (sav) reciteerde bij het middag- en het tweede middaggebed soera et-Taariq en soera el-Boeroej en soortgelijke soera's."[132]
Reciteert hij soms andere soera's dan deze dan is dat goed. Aboe Sa'ied el-Khoedrie (rm) zegt: "Het middaggebed werd aangekondigd. Iemand ging dan naar el-Baqie'[133] en deed zijn behoefte. Vervolgens verrichtte hij de woedoe en kwam aanzetten terwijl de boodschapper van Allah (sav) nog bezig was met de eerste rek'a, zo lang bad hij die."[134]
Een opmerking: Het verlengen van het ochtendgebed is een daad van de soenna zoals dat is vermeld in de hadith van Aboe Bezrah el-Eslemi (rm) die hij toeschrijft aan de profeet (sav). Hij zegt: "De profeet (sav) reciteerde in het ochtendgebed zestig tot honderd aaya."[135] In de hadith van Selmaan Ibn Yesaar (rm) staat: "Hij reciteerde bij het ochtendgebed uit de langere soera's na soera Qaaf."[136] Hij heeft ook eens bij het ochtendgebed de soera's es-Sejde en el-Insaan gereciteerd[137]. Dat was bij een ochtendgebed op een vrijdag.
Het af en toe reciteren van kortere soera's kan niet worden afgekeurd. Maar men dient daar geen gewoonte van te maken. Er is overgeleverd van een metgezel van de profeet (sav) die tot de stam van Joeheyneh hoort dat hij de profeet (sav) bij het ochtendgebed soera ez-Zilzaal heeft horen reciteren in beide rek'a. Hij zei: "Ik weet echter niet of de boodschapper van Allah (sav) het is vergeten of dat hij deze soera opzettelijk heeft herhaald."[138]
Een aantekening: Wanneer iemand de mensen voorgaat in het gebed, dan is de basisregel dat hij een licht gebed verricht voor hen omdat de profeet (sav) zegt: "Wanneer iemand van jullie de mensen voorgaat in het gebed, laat hij dan een licht gebed verrichten. Want voorzeker, tussen hen zit de zwakke, de zieke en de verouderde. Wanneer iemand van jullie voor zichzelf en alleen bidt, laat hij dan zijn gebed zo lang maken als hij wil."[139] Dit mondelinge bevel het gebed kort te houden is een abstracte uitdrukking die door de praktische soenna (toegepassen door de profeet (sav)) is uitgelegd. De ware betekenis van dit bevel is het volgen van wat de profeet (sav) zelf reciteerde. Enes (rm) zegt: "De boodschapper van Allah (sav) gebood ons het gebed licht te houden (wanneer we anderen voorgingen) en leidde zelf het gebed door soera es-Saaffaat te reciteren." Derhalve horen de imams niet de lusten te volgen van wie achter hen bidt. Mocht iemand van wie achter hun bidt iets overkomen, dan kan het geen kwaad dat men om hem het gebed inkort. Want de boodschapper van Allah (sav) zegt: "Ik begin aan het gebed met de intentie het te verlengen. Dan hoor ik opeens het gehuil van een baby en kort het gebed in omdat ik weet wat voor een hevige zorg dat teweegbrengt bij zijn moeder."[140]
Een opmerking: Wanneer iemand die alleen bidt een gebed verricht waarbij in gemeenschap hardop wordt gereciteerd, en in zichzelf reciteert en dus niet hardop, dan is er niets aan de hand. Want hij dient niet iemand de recitatie te laten horen. Maar het beste is dat hij de recitatie bij zo'n gebed hardop doet, ook al is hij alleen, in navolging van de soenna. Imam en-Newewie zegt: "Het hardop reciteren is zoals voor de imam ook voor de enkeling een daad van de soenna."[141]
[7- Vervolgens gaat hij over in de voorovergebogen stand[142]] De roekoe' is een verplichte houding volgens het Boek, de soenna en de consensus. Allah (verheven is Hij) zegt: "En verricht de roekoe' met hen die de roekoe' uitvoeren." (el-Baqarah: 43) De profeet (sav) zei tegen de man die zijn gebed niet fatsoenlijk uitvoerde: "Ga vervolgens over in de roekoe' totdat je voorovergebogen tot rust komen."[143] Verder hebben de geleerden een consensus over het dit onderwerp. Dit is overgeleverd door Ibn Hazm[144] Zoals gezegd gaat hij over in de roekoe' en [daarbij zegt hij de takbier op] dus spreekt hij de woorden: "Allahoe Ekbar", uit en verlengt de uitspraak daarvan zodanig dat hij ermee zijn beweging en overgang opvult.
Het is een geliefde daad dat hij deze handeling verricht [terwijl hij tegelijkertijd zijn handen tot aan zijn schouders heft] Omdat dit vast is komen te staan als hadith van 'Abdoellah Ibn 'Oemar (r2) dat de boodschapper van Allah (sav) zijn handen tot aan zijn schouders opstak wanneer hij het gebed aanving en wanneer hij de takbier opzei voor overgang in de roekoe'.[145] [of] zijn handen heft [tot aan zijn oren] en wel tot aan zijn oorlellen om specifieker te zijn wegens de hadith van Maalik Ibn el-Hoeweyrith (rm) dat de boodschapper van Allah (sav) zijn handen opstak totdat die op hoogte van zijn oren kwamen wanneer hij op het punt stunt over te gaan in de roekoe'.[146] De bidder is vrij zijn handen te heffen tot aan zijn schouders of tot aan zijn oorlellen. Dit valt onder de variatie in de aanbidding. Daarom handelt hij eens met deze toepassing en dan weer met een andere toepassing.
De stand in de roekoe' is als volgt: [In deze houding zorgt hij ervoor dat zijn hoofd evenredig recht staat met zijn rug] oftewel op hetzelfde niveau. Dus hij houdt zijn hoofd niet hoger of lager dan zijn rug zoals dat is vermeld in de hadith van Aboe Hoemeyd es-Saa'idie (rm). Daarin staat: "En wanneer hij de roekoe' verrichtte plaatste hij zijn handen stevig op zijn knieën en maakte zijn rug recht."[147] Dat betekent dat hij zijn rug vooroverboog en naar beneden drukte. In de hadith van 'Aaishah (rv) staat dat ze zei: "Wanneer hij zich in de roekoe' bevond liet hij zijn hoofd niet naar beneden zakken noch stak hij zijn hoofd op. Maar hij nam een houding daartussen in."[148] Van Waasibeh Ibn Ma'bed (rm) is overgeleverd dat hij zei: "Ik heb de boodschapper van Allah (sav) zien bidden. Wanneer hij de roekoe' verrichtte hield hij zijn rug zodanig recht dat het water niet van zijn rug af zou stromen mocht het op zijn rug gegoten worden."[149] Deze bewijzen die zijn voorgegaan maken de juiste uitvoering van de roekoe' duidelijk en dat is dat men zijn rug daarbij recht houdt. Dit houdt in dat de rug zelf in de lengte recht gehouden dient te worden zoals die ook niet naar beneden dient te nijgen of naar boven uit te steken. Met andere woorden mag de rug er in geen geval uit komen te zien als een boog. Ook houdt hij zijn rug niet scheef zodat het midden van zijn rug naar beneden gedrukt is noch zijn onderrug. In tegenstelling dient hij zijn rug recht te houden. Zodanig recht zelfs dat, mocht er water op gegoten worden, water niet van zijn rug afstroomt. Dit is de optimale ordening. Het hoofd en de rug zijn op een en dezelfde hoogte en de rug is uitgerekt en regelrecht.
Het is voor de bidder een daad van de soenna en dus geliefd dat hij tijdens de roekoe' zijn armen naar buiten duwt (zonder dat hij hierbij naar beneden zakt en zijn rug niet meer recht is) volgens de hadith van Aboe Hoemeyd es-Saa'idie (rm) over de beschrijving van het gebed van de profeet (sav). Daarin staat: "Hij duwde zijn armen naar buiten en hield ze verwijderd van zijn zij."[150]
[Hij plaatst zijn handen op zijn knieën] als een aangeraden daad wanneer hij uiteindelijk in de houding van de roekoe' is. Want in de Sahieh{ boek van alboekharie) staat de hadith van Aboe Hoemeyd es-Saa'idie (rm) dat hij zei: "Wanneer hij de roekoe' uitvoerde plaatste hij zijn handen stevig op zijn knieën."[151] In een andere bewoording van de hadith staat: "Hij plaatste zijn handen op zijn knieën alsof hij die vastpakte."[152] De overlevering met betrekking tot het plaatsen van de handen op de knieën is een wijdverspreide overlevering die onomstotelijk vaststaat. De toepassing van de soenna aan het begin van de Islam was dat men zijn handen in elkaar sloeg en tussen zijn knieën en bovenbenen plaatste. Deze uitvoering is echter opgeheven en vervangen door wat is beschreven zoals dat wordt aangegeven in de hadith van Moes'ab Ibn Sa'd (rm) dat hij zei: "Ik bad naast mijn vader en plaatste mijn handen, in elkaar geslagen, tussen mijn bovenbenen. Mijn vader verbood me dit en zei: "We deden dit vroeger. Vervolgens was het niet toegestaan dit te herhalen en zijn we geboden onze handen op de knieën te plaatsen."[153]
Zijn handen bevinden zich dus op zijn knieën [terwijl hij zijn vingers uitspreidt] en dus niet tegen elkaar drukt. Dit is een aangeraden handeling volgens de hadith van Waail Ibn Hoejr (rm) dat de profeet (sav) zijn vingers spreidde wanneer hij de roekoe' uitvoerde. Wanneer hij echter de soejoed verrichtte hield hij zijn vijf vingers bij elkaar.[154] Er is van Aboe Mes'oed el-Bedrie (rm) overgeleverd dat hij zei: "Zal ik jullie het gebed van de boodschapper van Allah (sav) laten zien?" De verhaler zegt: "Hij stond toen op en zei de takbier op. Vervolgens ging hij over in de roekoe' en hield zijn armen naar buiten gedrukt. Hij plaatste zijn handen op zijn knieen en spreidde zijn vingers en pakte zijn knieschijf vast totdat alle lichaamsdelen in volledige rust waren."[155]
[Hij zorgt ervoor] want dit is verplicht [dat hij volkomen op zijn gemak is tijdens de roekoe'] omdat de profeet (sav) tegen de man die zijn gebed verpestte zei: "Verricht vervolgens de roekoe' totdat je in deze voorovergebogen houding volledig tot rust komt."[156] Dit houdt in dat zijn gewrichten totaal onbelast en ontspannen zijn al is het voor een kleine duur, zoveel als toereikend is voor de verplichte houding. [en zegt:] terwijl hij zich in de houding van de roekoe' bevindt en of het nu een verplicht of een vrijwillig gebed betreft ["Verheven is mijn Machtige Heer van alle onvolkomenheden."] Omdat dit vast is komen te staan als hadith van Hoetheyfeh (rm) dat de profeet (sav) tijdens de roekoe' het volgende zei: "Verheven is mijn Machtige Heer van alle onvolmaaktheden."[157] In de hadith van 'Oeqbah Ibn 'Aamir (rm) staat: "Toen Allah's woord "En verheerlijk daarom de naam van je Heer, de Machtige", werd openbaard zei de profeet (sav): "Zegt deze gedenking op in jullie roekoe'."[158] De gedenking die de verheerlijking van de Heer inhoudt is verplicht tijdens de roekoe' en de soejoed. Het minimaal verplichte aantal is dat men het een keer opzegt. Meer is natuurlijk mooi. Wat betreft een bewijs dat deze gedenking minimaal een keer opgezegd dient te worden, daarover ken ik enkel de volgende uitspraak van de profeet (sav) die als bewijsmateriaal kan dienen: "Zegt deze gedenking op in jullie roekoe'." Dit gebod houdt hier geen herhaling van het gebodene in.
[Het optimale] voor de bidder [is dat hij dat drie keer] Dit aantal is het minimum van een volmaakte uitvoering. Want de profeet (sav) zegt in de hadith van 'Abdoellah Ibn Mes'oed (rm): "Wanneer iemand van jullie de roekoe' uitvoert, laat hij dan driemaal zeggen "Verheven is mijn Heer, de Machtige, van alle onvolkomenheden. Dat is het minste aantal voor een roekoe'."[159] [of] dat hij deze gedenking [meerdere malen herhaalt] Omdat de hadith van Enes Ibn Maalik (rm) dit aangeeft. Hij zegt: "Ik heb niemand gezien wiens gebed meer lijkt op het gebed van de boodschapper van Allah (sav) dan deze jongeman." De verhaler zegt: "Hij bedoelt 'Oemar Ibn 'AbdilAziz." Enes (rm) zegt: "We konden bij de roekoe' alsook bij de soejoed tienmaal de verheerlijking van onze Heer uitspreken."[160] De juist toepassing hier is dat men de uitspraak van de verheerlijking niet begrenst met een bepaald aantal. Want er bestaat geen bewijs dat een beperking aangeeft voor het minimale aantal van een volmaakte uitvoering van de roekoe'. Sterker nog, men dient de verheerlijking te herhalen zoveel als de eigen lengte en duur van het gebed volgens de hadith van el-Beraa Ibn 'Aazib (rm). Daarin staat: "Ik hield langdurig het gebed van Mohammed (sav) in de gaten en kwam tot de conclusie dat zijn staande houding, zijn roekoe', zijn staande houding na het overeind komen uit de roekoe', zijn soejoed, zijn zitten tussen de beide soejoed, wederom zijn soejoed en tot slot zijn zitten tussen de sluitende saluut en de afronding van het gebed allemaal nagenoeg gelijk waren."[161]
[Het is tevens een daad van de soenna] voor de bidder [dat hij daaraan het volgende toevoegt:] tijdens de roekoe' alsook de soejoed ["Beginnend met alle lof aan ﷻ o Allah, onze Heer! Verheven bent ﷻ van alle onvolkomenheden. O Allah! Vergeeft me."] want dit os overgeleverd als hadith van de moeder der gelovigen 'Aaishah (rv). Ze zei: "De profeet (sav) zei bij zijn roekoe' en soejoed: "Beginnend met alle lof aan ﷻ o Allah, onze Heer! Verheven bent ﷻ van alle onvolkomenheden. O Allah! Vergeeft me."[162] De bidder kan zijn Heer nog meer verheerlijken in de roekoe' en smeekbeden uitkiezen die een verheerlijking van Allah (verheven en glorieus is Hij) inhouden, in navolging van de hadith van Ibn 'Abbaas (r2). Daarin zegt de profeet (sav): "Wat de roekoe' betreft, verheerlijkt daarbij de Heer."[163]
Enkele smeekbeden voor de roekoe' die van hem (sav) zijn vast komen te staan zijn:
1- De uitspraak van: "Meest verheven van onvolkomenheden en uiterst gezegend is de Heer der engelen en Gabriël."
Van 'Aaishah (rv) is overgeleverd dat ze zei: "De boodschapper van Allah (sav) zei bij zijn roekoe' en soejoed: ""Meest verheven van onvolkomenheden en uiterst gezegend is de Heer der engelen en Gabriël."[164]
2- De uitspraak van: "O Allah! Enkel voor ﷻ heb verricht ik de roekoe'. Enkel in ﷻ heb ik geloofd. En enkel aan ﷻ heb ik me overgegeven. Mijn gehoor, gezicht, hersenen, beenderen en zenuwen hebben zich aan u onderworpen." Via 'Ali Ibn Abie Taalib (rm) is overgeleverd van de profeet (sav) dat hij zei: "O Allah! Enkel voor ﷻ heb verricht ik de roekoe'. Enkel in ﷻ heb ik geloofd. En enkel aan ﷻ heb ik me overgegeven. Mijn gehoor, gezicht, hersenen, beenderen en zenuwen hebben zich aan u onderworpen."[165]
3- De uitspraak van: "Verheven is de houder van onderwerping, van al het bezit, trots en grootheid."
Van 'Awf Ibn Maalik el-Eshja'ie (rm) is overgeleverd dat hij zei: "Ik stond een nacht op samen met de boodschapper van Allah (sav) en ging bidden." In het vervolg van de hadith staat: "Vervolgens verrichtte hij de roekoe' voor de duur van zijn staande houding en zei in de roekoe': "Verheven is de houder van onderwerping, al het bezit, trots en grootheid."[166]
En dergelijk smeekbeden waarin betekenissen van verhevenheid van onvolkomenheden, zegening en verheerlijking aanwezig zijn.
Een opmerking: De bidder verenigt bij zijn roekoe' tussen twee vormen van verheerlijking. Een woordelijke verheerlijking en een dadelijk verheerlijking. De woordelijke verheerlijking is door de verheerlijking middels de tong waarbij hij zegt: "Verheven is mijn Heer, de Machtige", en andere smeekbeden die een verheerlijking van Allah (verheven en glorieus is Hij) inhouden. De dadelijke verheerlijking gebeurt met de roekoe' zelf (vanwege de onderworpen houding). Daarmee heeft de bidder de twee vormen van verheerlijking samengevoegd: Woordelijke en dadelijke verheerlijking.
Het overeind komen uit de roekoe'
[8- Hij] de bidder dus [komt weer terug overeind waarna hij zijn handen heft tot aan zijn schouders] Volgens de hadith van 'Abdoellah Ibn 'Oemar (r2) dat de boodschapper van Allah (sav) zijn handen tot aan zijn schouders opthefde wanneer hij het gebed aanving, wanneer hij de takbier opzei voor de roekoe' en wanneer hij terug overeind kwam uit de roekoe' hief hij zijn handen evenzo."[167] [of] hij heft zijn handen tot aan de oorlellen van zijn [oren] volgens de hadith van Maalik Ibn el-Hoeweyrith (rm) dat de boodschapper van Allah (sav) zijn handen opstak totdat die op hoogte van zijn oren waren wanneer hij de takbier opzei. Wanneer hij (sav) hij op het punt stond over te gaan in de roekoe' hief hij zijn handen tot aan zijn oren. Wanneer hij terug overeind kwam uit de roekoe' en zei: "Moge Allah degene die Hem looft aanhoren", deed hij hetzelfde."[168] Zijn toepassing was dus dat dat hij af en toe zijn handen tot aan zijn schouders hief en soms ook tot aan de oorlellen wanneer hij de takbier opzei voor de roekoe' alsook bij het terug overeind komen uit de roekoe'.
Wanneer de bidder de roekoe' heeft afgerond komt hij terug overeind en [Daarbij zegt hij: "Moge Allah degene die Hem looft aanhoren." Of hij nu imam is of alleen aan het bidden is] Volgens de hadith van Aboe Hoereyrah (rm) toegeschreven aan de profeet (sav) dat hij zei: "Moge Allah degene aanhoren die Hem looft", wanneer hij zijn rug weer recht maakte uit de roekoe'.[169] Hij zei al eens eerder: "Bidt zoals jullie me zien bidden."[170] De profeet (sav) zei tegen Boereydah Ibn el-Hoesayb (rm): "O Boereydah! Wanneer je terug overeind komt uit de roekoe' zeg dan: "Moge Allah degene die Hem looft aanhoren. O Allah! Onze Heer! Enkel ﷻ gehoort lof."[171] Deze gedenking wordt uitgesproken tijdens oprichting uit de roekoe'. Het wordt dus niet uitgesproken voor het omhoog komen en dient ook niet uitgesteld te worden tot na de oprichting. Maar het hoort tussen de voorovergebogen houding en de rechtopstaande houding gezegd te worden.
Vervolgens [Terwijl hij] uiteindelijk na deze overgang uit de roekoe' [rechtovereind staat zegt hij: "O onze Heer! Alle lof is aan ﷻ, en wel rijkelijk veel, proper en gezegende lof, zoveel als wat de hemelen kan vullen, zoveel als wat de aarde kan nemen, zoveel als wat tussenbeide kan vullen en zoveel als iets dat enkel ﷻ nog kunt wensen en bepalen."] Volgens de hadith van Rifaa'ah Ibn Raafi' ez-Zoeraqie (rm) dat hij zei: "We baden dagelijks achter de profeet (sav). Wanneer hij zich oprichtte uit de roekoe' zei hij: "Moge Allah degene die Hem looft aanhoren." Een man achter hem zei: "En wel rijkelijk veel, schoner en gezegende lof." Toen de profeet (sav) klaar was met het gebed zei hij: "Wie sprak zojuist (hardop die en die gedenking uit)?" De man zei: "Ik." De boodschapper van Allah (sav) zei: "Ik heb een dertigtal engelen gezien die erom haastten wie die woorden als eerste zou noteren."[172] [Mocht hij dat aanvullen met: "ﷻ bent degene wie het toekomt geprezen en verheerlijkt te worden. Het meest waarachtige dat de dienaar heeft gezegd, en wij allen zijn Uw dienaren, is het volgende: "O Allah! Niemand kan hetgeen dat ﷻ heeft geschonken weerhouden en niemand kan hetgeen dat ﷻ heeft weerhouden geven. Hij die zich tegenover ﷻ machtig en groot opstelt, zijn machtigheid zal hem niet baten." Dan is dat een mooi. Want dit is vast komen te staan van de profeet (sav) in sommige authentieke overleveringen] In de hadith van Aboe Sa'ied el-Khoedrie (rm) staat dat hij zegt: "Wanneer de boodschapper van Allah (sav) overeind kwam uit de roekoe' zei hij: "O onze Heer! Alle lof is aan ﷻ. Zoveel als wat de hemelen kan vullen, zoveel als wat de aarde kan nemen, zoveel als wat tussenbeide kan vullen en zoveel als iets dat enkel ﷻ nog kunt wensen en bepalen. Het meest waarachtige dat de dienaar heeft gezegd, en wij allen zijn Uw dienaren, is het volgende: "O Allah! Niemand kan hetgeen dat ﷻ heeft geschonken weerhouden en niemand kan hetgeen dat ﷻ heeft weerhouden geven. Hij die zich tegenover ﷻ machtig en groot opstelt, zijn machtigheid zal hem niet baten."[173]
[Wanneer hij achter een imam bidt, dan zegt hij na het overeind komen: "Alle lof komt ﷻ toe, o onze Heer!" Tot aan hetgeen wat hieraan is voorafgegaan] Volgens de hadith van Enes Ibn Maalik (rm) in de twee Sahieh boeken. Daarin staat: "Wanneer de imam zegt "Moge Allah degene die Hem looft aanhoren", zegt dan: "O onze Heer! En alle lof is aan ﷻ."[174] In Sahieh Moeslim is overgeleverd van Aboe Moesa el-Esh'arie (rm) dat de boodschapper van Allah (sav) zei: "Wanneer de imam de takbier opzegt en de roekoe' uitvoert, zegt dan ook de takbier op en verricht dan ook de roekoe'. Want de imam gaat nog voor jullie over in de roekoe' en komt nog voor jullie overeind en zo hoort het. Beiden vullen elkaar aan. En wanneer de imam zegt "Moge Allah degene die Hem looft aanhoren", zegt dan: "O Allah! Onze Heer! Enkel aan u is alle lof", zodat Allah jullie aanhoort. Want Allah (verheven en glorieus is Hij) zegt bij monde van Zijn profeet (sav): "Allah verhore degene die Hem looft."[175] De uitspraak van "O onze Heer! Aan u is alle lof", doet hij wanneer die rechtovereind staat. Omdat dit is vast komen te staan als hadith van Aboe Hoereyrah (rm). Daarin wordt vermeld dat de profeet (sav) het volgende zei terwijl hij rechtovereind stond: "O onze Heer! En alleen ﷻ verdient alle lof."[176]
Een opmerking: De smeekbede die vast is komen te staan van de profeet (sav) na het overeind komen uit de roekoe' is in vier vormen overgeleverd:
1- "O Allah! Enkel ﷻ hoort alle lof toe." Zonder vermelding van 'en' en ook zonder vermelding van 'O Allah'. Dit is vast komen te staan in de hadith van Aboe Hoereyrah (rm). Daarin staat: "En wanneer de imam zegt "Moge Allah degene die Hem looft aanhoren", zegt dat: "O onze Heer! Enkel ﷻ hoort alle lof toe."[177]
2- "O onze Heer! En enkel ﷻ hoort alle lof toe." Zonder de vermelding van 'O Allah' maar met de vermelding van 'en'. Dit staat in de hadith van Enes Ibn Maalik (rm). De profeet (sav) zegt daarin: "En wanneer de imam zegt "Moge Allah degene die Hem looft aanhoren", zegt dan: "O onze Heer! En enkel ﷻ hoort alle lof toe."[178]
3- "O Allah! O onze Heer! Enkel ﷻ hoort alle lof toe." Met de toevoeging van 'O Allah' maar met de weglating van 'en', volgens de hadith van Aboe Hoereyrah (rm) in de twee Sahieh boeken. Daarin zegt de profeet (sav): "Wanneer de imam zegt "Moge Allah degene die Hem looft aanhoren", zegt dan: "O Allah! Onze Heer! Enkel ﷻ hoort alle lof toe. Want wiens uitspraak (van deze zin) gepaard gaat met de uitspraak van de engelen, zijn verleden zonden zullen worden vergeven."[179]
4- "O Allah! O onze Heer! En alleen ﷻ hoort alle lof toe." Met de toevoeging van 'O Allah' alsook de vermelding van 'en', omdat dit is vast komen te staan in de hadith van Aboe Hoereyrah (rm). Hij zei: "Na de uitspraak van "Moge Allah degene die Hem looft aanhoren", zei de boodschapper van Allah (sav): "O Allah! O onze Heer! En alleen ﷻ hoort alle lof toe."[180]
Derhalve is het een daad van de soenna dat men af en toe deze smeekbede uitspreekt en dan weer een andere enzovoort. Dit valt onder de afwisseling in de uitvoering van een aanbidding.
[In deze (staande) houding] na het overeind komen [is voor eenieder een daad van de soenna dat hij zijn handen wederom op zijn borst plaatst zoals hij dat deed in zijn houding voor de roekoe'. Wat hierop] dus op deze toepassing [duidt is vast komen te staan als hadith van de profeet (sav) overgeleverd door Waail Ibn Hoedjr en Sehl Ibn Sa'd (r2)] Hij zei: "Ik heb met de profeet (sav) gebeden. Hij legde zijn rechterhand op zijn linkerhand en plaatste beiden op zijn borst."[181] In sommige overleveringen van de hadith van Waail Ibn Hujr (rm) staat dat de profeet (sav) zijn linkerarm met zijn rechterhand vasthield wanneer hij zich in de staande houding bevond in het gebed."[182] Wat Waail Ibn Hujr (rm) zegt "Wanneer hij zich in de staande houding bevond in het gebed", is val algemeen karakter en houdt alle staande houdingen in het gebed in. Daarom sluit het de eerste staande houding in alsook de staande houding die na de roekoe' komt. Dit is eigenlijk een vorm van het samenvoegen van zaken die overeenkomstig zijn. Want de staande houding na de roekoe' is identiek met de staande houding ervoor. Beiden gelden als een staande houding in het gebed.
Dit is een houding van ootmoed, onderdanigheid en onderwerping aan Allah (verheven en glorieus is Hij). Dit geldt verder in het algemeen voor het gebed (en dient dus toegepast te worden) enkel ik uitzonderingsgevallen zoals het zitten voor de getuigenis en de soejoed en dergelijke houdingen. Wat betreft de oprichting uit de roekoe' en de staande houding erna, daarover bestaat geen bewijs dat erop duidt dat deze houding ook is uitgezonderd. Daarom blijft de algemene betekenis van de hadith van toepassing op deze houding.
[En] zoals ook is overgeleverd [van Sehl Ibn Sa'd (rm)] dat hij zei: "De mensen werden geboden hun rechterhand op hun linker onderarm te plaatsen in het gebed." Aboe Haazim (een van de verhalers in de ketting) zegt: "Ik weet bijna zeker dat hij dat toeschrijft aan de profeet (sav)."[183] De uitdrukking "In het gebed" is algemeen van karakter en houdt de staande houding voor en na de roekoe' in. Laat men weten dat de houding van de handen in het gebed reeds omschreven is. In de roekoe' op de knieën, tijdens de soejoed op de grond en bij het zitten op de bovenbenen. Dan blijft over de staande houding en daarbij houden de handen elkaar vast volgens de hadith.
Conclusie: Deze kwestie is een veelbesproken zaak onder de geleerden van deze generatie. Sommigen zijn van mening dat het vastpakken van de handen correct is en anderen geloven dat het loslaten van de handen de juiste opinie is. Het ziet er echter naar uit dat er wat ruimte is in deze kwestie. Een geschil erover kan en mag nooit leiden tot de bestempeling van een gelovige als innovator of zondaar. Sjeik Bakr Aboe Zeyd -moge Allah hem beschermen[184]- zegt: "Wanneer iemand, na uiterste inspanning en oprechte zoek naar de waarheid, een van de twee of meer opinies aanneemt die er zijn betreffende secundaire (en dus niet fundamentele) kwesties waarover men van mening verschilt, dan behoudt niemand het recht een ander daarover te blamen."[185] Eenieder handelt met hetgeen dat bij hem het overwicht heeft.
De zoon van Imam Ahmed, Saalih, -moge Allah genadig met hen zijn- zei: "Ik zei tegen mijn vader: "Hoe plaatst iemand zijn handen nadat hij terug overeind is gekomen uit de roekoe'. Plaatst hij zijn rechterhand op zijn linkerhand of laat hij ze los?" Imam Ahmed zei: "Ik hoop dat deze kwestie niet zo nauw is -met Allah's wil-."[186]
Dit is nu een imam op wereldniveau in zijn tijd. Hij is van mening dat deze kwestie ruim is. Sterker nog, hij vreest de mensen in het nauw te drijven.
De slotsom over deze kwestie is dus dat de bidder vrij is zijn rechterhand op zijn linkerhand te plaatsen na de roekoe' of zijn handen los te laten. De kwestie is niet zo beperkt. Of hij nu zijn rechterhand op zijn linkerhand plaats of beiden los laat hangen, deze toepassing is afdoende. Niemand is bevoegd de daad van de ander af te keuren omdat de correcte handeling in deze kwestie -en Allah weet het best- terugkeert tot de opvatting van ieder mens. Iedereen is te belonen voor zijn uiterste inspanning -met Allah's wil-. Aan ons is niets anders dan wat er aan onze vrome voorgangers zoals Imam Ahmed -moge Allah hem genadig zijn- was.
Ik sluit dit onderwerp met wat el-Boekhaarie heeft overgeleverd als hadith van Aboe Hoereyrah (rm) dat de profeet (sav) zei: " Voorzeker, de religie is op zichzelf een geriefelijkheid. Niemand klimt tegen de religie op, of de religie zal hem verslaan. Daarom, weest middelmatig, handelt naar jullie vermogen en geeft de blijde tijding."[187]
Voorschriften met betrekking tot de soejoed
[9- Vervolgens] wanneer de bidder klaar is met de smeekbeden die uitgesproken worden na het overeind komen uit de roekoe' [werpt hij zich neer[188]] en deze houding is een van de pilaren van het gebed zonder welke het gebed niet correct is. Allah (verheven is Hij) zegt: "O jullie die gelovig zijn. Verricht de roekoe' en de soedjoed." (el-Hajj: 77) En de profeet (sav) zei tegen de man die zijn gebed niet naar behoren uitvoerde: "Verricht daarna de soejoed totdat je in deze houding volledig comfortabel bent."[189] Dus na het overeind komen verricht hij de soejoed [terwijl hij de takbier opzegt] Oftewel "Allah is groter."
[Hij plaatst] wanneer hij afdaalt voor de soejoed [eerst zijn knieën en dan pas zijn handen op de grond] Dus hij geeft zijn knieën voorrang over zijn handen bij het dalen naar de soedjoed. Dit is de bekendste opinie in de school van Ahmed Ibn Hanbel en dat volgens de hadih van Waail Ibn Hujr (rm) dat hij zei: "Ik heb de profeet (sav) zijn knieën nog voor zijn handen op de grond zien plaatsten wanneer hij overging in de soedjoed. En wanneer hij opstond haalde hij zijn handen nog voor zijn knieën van de grond."[190]
Ibn el-Qayyim zegt: "Dit is het authentieke over dit onderwerp. Over zijn toepassing is niets anders overgeleverd dat ermee tegenstrijdig is."[191]
Het eerder plaatsen van de knieën op de grond dan de handen doet men [als dat mogelijk is] Als dat niet mogelijk is geeft hij zijn handen voorrang over zijn knieën. [Echter wanneer dat te moeilijk voor hem is] wegens onmacht door ouderdom of ziekte [dan plaatst hij zijn handen op grond en daarna pas zijn knieën] bij het afdalen naar de soejoed. Om het algemeen uit te drukken hoeft men ook deze toepassing niet zo nauw te nemen. Als de bidder dat wil geeft hij zijn handen de voorrang over zijn knieën of hij plaatst zijn knieën nog voor zijn handen op de grond als hij dat van mening is. Ook deze kwestie is veelbesproken en gediscussieerd door onze generatiegenoten. Zoals eerder vermeld is deze kwestie ruimer dan men denkt. De overleveringen over de afdaling naar de soejoed op de knieen of de handen zijn niet authentiek. De bidder heeft de volledige vrijheid van keuze tussen beide toepassingen -en Allah (verheven is Hij) weet het best-.
De meester in Islam Ibn Teymiyyeh -moge Allah genade hebben met hem- zegt: "Wat betreft het gebed in beide vormen, daarover zijn de geleerden het eens dat het toegestaan is. Als de bidder dat wil plaatst hij zijn knieën voor zijn handen op de grond en wanneer hij wil legt hij zijn handen eerder op de grond dan zijn knieën. Zijn gebed is met consensus van de geleerden correct. Ze hebben echter een meningsverschil welke van de twee de deugdzamer is.
[In deze houding] van de soejoed waarin de bidder zich bevindt [richt hij zijn tenen en vingers naar de kibla terwijl hij zijn vingers tegen elkaar gedrukt houdt] Want deze beschrijving staat in de hadith van Aboe Hoemeyd es-Saa'ide (rm). Hij zegt: "Wanneer hij de soejoed verrichtte plaatste hij zijn handen zonder de vingers te spreiden of ze tegen elkaar te drukken. En hij liet zijn teentoppen naar de kibla kijken."[192] In een andere overlevering staat: "Hij drukte[193] zijn tenen op de grond."[194] en-Newewie (moge Allah genade met hem hebben) zei: "De toepassing in de soenna is dat hij de vingers van zijn handen tegen elkaar drukt en tot de kibla richt, dat hij op zijn handpalmen steunt en zijn onderarmen van de grond verwijdert."[195]
[Hij] de bidder [bevindt zich op zeven lichaamsdelen] Volgens de hadith die is vast komen te staan van Ibn 'Abbaas (r2) dat hij zei: "De profeet (sav) zei: "Ik ben geboden de soejoed uit te voeren rustend op zeven lichaamsdelen: Het voorhoofd -en hij wees daarbij met zijn hand naar zijn neus-, de twee handen, de twee knieen en d uiteinden van de twee voeten en ben eveneens geboden de kleding noch het haar bijeen te pakken en op te houden."[196] En ook volgens de hadith van el-'Abbaas Ibn 'AbdilMoettalib (rm) dat hij de profeet (sav) heeft horen zeggen: "Wanneer de dienaar de soejoed uitvoert doen zeven lichaamsdelen dat met hem: Zijn gezicht, zijn handen, zijn knieën en zijn voeten."[197]
Deze zeven lichaamsdelen zijn:
Ten eerste [Het voorhoofd samen met de neus] volgens de hadith van Aboe Hoemeyd es-Saa'idie (rm). Daarin wordt vermeldt: "Wanneer hij de soejoed uitvoerde plaatste hij zijn voorhoofd en zijn neus op de grond."[198]
Als tweede en derde lichaamsdeel gelden[de handen] Van el-Beraa Ibn 'Aazib (rm) is overgeleverd dat hij zei: "De profeet (sav) zei: "Wanneer je de soejoed verricht, plaats dan je handen op de grond en steek je polzen op (weg van de grond)."[199]
De vierde en vijfde lichaamsdelen zijn [de knieën] Deze vermelding van dit lichaamsdeel is vast komen te staan zoals in de hadith van Ibn 'Abbaas (r2) en Aboe Hoemeyd es-Saa'iedie (rm) zoals reeds is voorgegaan.
[en] tot slot [de onderkant van zijn tenen] Ook de vermelding van dit lichaamsdeel is vast komen te staan zoals dat is gepasseerd. Het is tevens in de hadith van Aboe Hoemeyd es-Saa'idie (rm) aangegeven. Daarin staat: "Wanneer hij de soejoed verrichtte plaatste hij zijn handen op de grond zonder de vingers te spreiden of tegen elkaar te drukken. Zijn tenen keerde hij richting de kibla."[200]
[Hier] dus bij de soedjoed [zegt hij] oftewel de bidder ["Vrij van alle onvolkomenheden is mijn meest verheven Heer."] Omdat Moeslim en anderen als hadith van Hoedheyfeh (rm) hebben overgeleverd dat de profeet (sav) bij zijn soejoed het volgende zei: "Mijn meest verheven Heer is vrij van alle onvolkomenheden."[201] En in de hadith van 'Oeqbah Ibn 'Aamir (rm) staat: "Toen het woord van Allah "Verheerlijk de naam van je meest verheven Heer", werd openbaard zei de boodschapper van Allah (sav): "Doet dat bij jullie soejoed."[202]
[Dit] oftewel deze smeekbde [herhaalt hij] de bidder [driemaal] Dat is het minste aantal voor een optimale uitvoering volgens de volgende uitspraak van de profeet (sav) zoals overgeleverd door Ibn Mes'oed (rm): "Wanneer de bidder de soejoed verricht, laat hij dan driemaal zeggen: "Mijn meest verheven Heer is vrij van alle onvolkomenheden." Dat is het minste aantal van deze smeekbede."[203] [of] hij zegt het [nog meer] dan dit aantal. Want in de hadith van Enes Ibn Maalik (rm) staat dat hij zegt: "Ik heb niemand anders gezien wiens gebed beter lijkt op het gebed van de boodschapper van Allah (sav) dan deze jongeman."
De verhaler zegt: "Hij bedoelt 'Oemar Ibn 'AbdilAziz." Enes (rm) zegt verder: "We konden tijdens de roekoe' tien keer de verheerlijking van onze Heer uitspreken en bij de soejoed net zoveel."[204] De juiste opinie hier is dat de uit te spreken verheerlijking niet tot een bepaald aantal beperkt kan worden zoals we dat reeds bij de vermelding van de roekoe' hebben vastgesteld.
[Het hoort tot de soenna dat hij] tijdens de soejoed [daaraan toevoegt: "Beginnend met alle lof aan ﷻ getuig ik o Allah, o onze Heer, dat ﷻ verheven bent alle onvolmaaktheden. O Allah! Vergeeft me."] Want deze smeekbede is vast komen te staan in de twee authentieke boeken als hadith van 'Aaishah (rv) dat ze zei: "De profeet (sav) zei bij zijn roekoe' en soejoed: "Beginnend met alle lof aan ﷻ getuig ik o Allah, o onze Heer, dat ﷻ verheven bent alle onvolmaaktheden. O Allah! Vergeeft me."[205]
Een nuttigheid: Het is een daad van de soenna dat de bidder de volgende smeekbede opzegt tijdens zijn soejoed: "O Allah! Ik heb voor ﷻ de soejoed verricht en heb in ﷻ geloofd. Ik heb me aan ﷻ overgegeven. Mijn aangezicht heeft zich neergeworpen voor degene die het heeft geschapen en vorm gegeven, degene die er een gehoor en een gezicht aan hem gegeven. Gezegend is Allah, de beste der scheppers." Want deze smeekbede is vast komen te staan als overlevering van 'Ali Ibn Abie Taalib (rm) toegeschreven aan de profeet (sav). Daarin wordt vermeld dat hij zei: "En wanneer hij de soejoed verrichtte zei hij: "O Allah! Ik heb voor ﷻ de soejoed verricht en heb in ﷻ geloofd. Ik heb me aan ﷻ overgegeven. Mijn aangezicht heeft zich neergeworpen voor degene die het heeft geschapen en vorm gegeven, degene die er een gehoor en een gezicht aan hem gegeven. Gezegend is Allah, de beste der scheppers."[206]
[De dienaar vermeerdert de smeekbeden in deze houding] van de soejoed [volgens de volgende uitspraak van de profeet (sav): "Verheerlijkt de Heer tijdens de roekoe. Bij de soejoed echter dienen jullie jullie in te spannen aangaande de smeekbede. Dat jullie smeekbeden daar zullen worden aanhoord is zeer waarschijnlijk."[207] En volgens zijn uitspraak: "De dienaar is het dichtstbij zijn Heer wanneer hij zich in de houding van de soejoed bevindt. Dus vermeerdert de smeekbede daarbij."[208] Beide uitspraken zijn overgeleverd door Moeslim in zijn boek es-Sahieh]
[De bidder smeekt zijn Heer voor zichzelf] Dit is veelvuldig overgeleverd van de profeet (sav). Bijvoorbeeld wat is overgeleverd als hadith van Aboe Moesa el-Esh'arie (rm) van de profeet (sav) dat hij de volgende smeekbede opzei: "O mijn Heer! Vergeeft mijn zonde, mijn onwetendheid, mijn verkwisting, in al mijn zaken en al hetgeen waarover ﷻ meer kennis heeft dan ikzelf. O Allah Vergeeft mijn zonden, mijn opzettelijk, onwetend en speels handelen! Al deze zaken zijn bij mij. O Allah! Vergeeft mijn verleden en toekomstige zonden. Vergeeft de fouten die ik heb verborgen en wat ik openlijk heb gepleegd. ﷻ laat voorgaan wie ﷻ wil en ﷻ houdt op wie ﷻ wil. ﷻ bent tot alles machtig."[209]
[alsook voor anderen onder de moslims om belangen en baten voor zijn werelds leven en het hiernamaals] Handelend volgens de algemene teksten die een gebod inhouden ook voor andere moslims te smeken. Aboe-d Derdaa (rm) heeft van de boodschapper van Allah (sav) overgeleverd dat hij zei: "Geen moslim dienaar smeekt voor zijn broeder achter zijn rug, of de engel zegt: "En het gelijke voor jou."[210]
De moslim dient op te passen dat zijn smeekbede geen vraag om een zonde of om een gezinsbreuk inhoudt. Dat is voor hem niet toegestaan. Dit hoort tevens tot de redenen van de afwijzing van de smeekbede omdat de profeet (sav) zegt in de hadith overgeleverd van Aboe Hoereyrah (rm): "Het gebed van de dienaar zal gehoord worden zolang hij niet vraagt om iets dat een zonde of een gezinsbreuk inhoudt."[211] [Hierbij maakt het niet uit of hij een verplicht of een vrijwillig gebed aan het uitvoeren is]
[In deze houding] van de soejoed [steekt hij zijn bovenarmen naar buiten uit, weg van zijn zij] dus hij verwijdert zijn bovenarmen van zijn borstkas. Deze handeling is een daad van de soenna zolang hij daarmee de persoon die naast hem bidt niet stoort. Gebeurt dat wel, dan is hij verplicht deze toepassing te laten omdat een verboden storing tot stand komt wegens deze daad. Voor de spreiding van de bovenarmen ligt de volgende hadith van Ibn Boehaynah (rm) ten gronde. Hij zei: "Wanneer dee profeet (sav) bad spreidde hij zijn armen zodanig uit dat de witheid van zijn oksels tevoorschijn kwam."[212] Oftewel: Hij hield ieder hand weg van de zij aan dezelfde kant van die hand. Alsook de hadith van Aboe Hoemeyd es-Saaiedie (rm) dat hij zei: "Wanneer hij de soejoed uitvoerde verwijderde hij zijn bovenarmen van zijn oksels en kromde zijn tenen en drukte die op de grond."[213] Er is eveneens overgeleverd van de moeder der gelovigen Meymoeneh (rv) dat ze zei: "Mocht een schaap voor de profeet (sav) langs willen passeren dan zou die dat kunnen doen."[214] En tot slot volgens de hadith van Ehhamar (rm) de metgezel van de boodschapper van Allah (sav) dat hij zei: "We hadden medelijden met de boodschapper van Allah (sav) wanneer die bij de soejoed zijn armen zo ver van zijn zij wegdrukte."[215]
[en] ook als daad van de soenna [verwijdert hij zijn buik van zijn bovenbenen, alsook zijn bovenbenen van zijn onderbenen] volgens de hadith van Aboe Hoemeyd es-Saa'idie (rm) dat hij zei: "Wanneer de profeet (sav) de soejoed uitvoerde spreidde hij zijn dijbenen en liet zijn buik niet op zijn bovenbenen rusten."[216]
Imam esh-Shewkaanie zegt: "De hadith van Aboe Hoemeyd es-Saa'idie duidt op de wettigheid van de uitspreiding van de dijbenen bij de soejoed en het weghouden van de buik van de bovenbenen. Hierover bestaat geen meningsverschil."[217]
Van el-Beraa Ibn 'Aazib (rm) is overgeleverd dat hij zei: "De boodschapper van Allah (sav) strekte zich uit wanneer hij het gebed verrichte."[218] Aboe Zekeriyyaa el-'Anberie, een van de verhalers van de hadith, zegt: "Dat betekent dat hij de kruising van zijn arm en zij bijna op een rechte lijn bracht en dat hij zijn armen en benen spreidde bij de roekoe' en soejoed."
[en] de bidder [houdt zijn armen weg van de grond] zodat die de grond niet raken [als naleving van de volgende uitspraak van de profeet (sav): "Neemt een gematigde houding aan tijdens de soejoed (zoals jullie zijn geboden) en laat iemand van jullie zijn onderarmen niet op de grond uitspreiden zoals een hond dat doet."[219]] Het verbod op deze daad is vast komen te staan in de overlevering van de moeder der gelovigen 'Aaishah (rv) dat ze zei: "De profeet (sav) verbood dat de bidder zijn onderarmen languit en gespreid op de grond legde zoals roofdier zich uitrekt."[220] Derhalve is het verboden dat de bidder zijn onderarmen op de grond legt tijdens de soejoed, wegens het verbod van de profeet (sav) hierop.
Het zitten tussen de beide soejoed's
[10- Dan doet hij zijn hoofd terug omhoog uit die houding terwijl de takbier opzegt] oftewel "Allaahoe Ekbar" uitspreekt. Dit staat in de hadith van Aboe Hoereyrah (rm) over de beschrijving van het gebed van de profeet (sav). Hij zegt: "Dan zei hij de takbier op wanneer hij zijn hoofd terug omhoog deed. Vervolgens zei hij de takbier nogmaals op wanneer hij terug in de houding van soejoed ging."[221] Dit terug overeind komen en het zitten tot de ontspanning hoort tot de verplichte handelingen in het gebed. Deze zittende houding wordt het zitten tussen beide soejoed's genoemd en is en geldt als een van de zuilen van het gebed. Dus het gebed is niet correct totdat men deze handeling uitvoert. Daarop wijst de volgende uitspraak van de profeet (sav) gericht aan de man die zijn gebed verknoeide: "Verricht vervolgens de soejoed totdat je in die houding volledig tot rust komt. Kom dan wederom overeind totdat je je zittend volledig ontspant."[222] Alsook volgens de hadith van de moeder der gelovigen 'Aaishah (rv) waarin staat: "Wanneer hij terug overeind kwam uit de soejoed ging hij niet over in de twee soejoed totdat hij volledig de zittende houding had aangenomen en tot rust was gekomen."[223]
[Hij spreidt] In de zittende houding tussen de beide soejoed [zijn linkervoet en zet zich erop en steekt zijn rechtervoet op] Volgens de hadith van Aboe Hoemeyd es-Saa'idie (rm) waarin staat: "Vervolgens legde hij zijn linkervoet uitgestrekt op de grond en ging erop zitten. Hij kwam terug overeind totdat alle botten weer terug op diens plaats waren en totdat hij zelf volledige ontspannen was. Daarna daalde hij weer af in de soejoed."[224] En volgens de hadith van 'Aaishah (rv)i: "Hij legde zijn linkervoet languit op de grond en stak zijn rechtervoet op."[225]
[Zijn handen legt hij] soms [op zijn benen en] soms [op zijn knieën]. Dit valt onder de verscheidenheid in de aanbidding. Dit is wegens het feit dat de overleveringen van de profeet (sav) over de beschrijving zijn zittende houding in het gebed van algemeen karakter zijn. Een van die overleveringen is de hadith van Waail Ibn Hoejr (rm),daarin staat: "Daarna ging hij zitten en legde zijn linkervoet plat op de grond. Zijn linkerhand plaatste hij op zijn linkerbovenbeen. De elleboog van zijn rechterarm rustte op zijn rechterbovenbeen. Hij sloot twee vingers en vormde met zijn middelvinger en duim een kring."[226] Er is ook overgeleverd van 'Abdoellah Ibn ez-Zoebeyr (rm) dat hij zei: "Wanneer de profeet (sav) ging zitten om de smeekbeden uit te spreken legde hij zijn rechterhand op zijn rechterbovenbeen en zijn linkerhand op zijn linkerbovenbeen. Hij wees met zijn wijsvinger en legde zijn duim op zijn middelvinger. Zijn linkerhand hield zijn linkerknie vast."[227]
[en] de bidder [zegt] tussen de beide soejoed ["O mijn Heer! Vergeeft me. O mijn Heer! Vergeeft me. O mijn Heer! Vergeeft me. O Allah! Vergeeft mijn zonden, hebt genade met me, leidt me, voorziet me van mijn onderhoud, geeft me welzijn en geneest me."] Volgens de hadith die is overgeleverd van 'Abdoellah Ibn 'Abbaas (r2) dat de profeet (sav) tussen de twee soejoed het volgende zei: "O Allah! Vergeeft me, hebt genade met me, schenkt me welzijn, leidt me en voorziet me van mijn onderhoud."[228] In de overlevering van Imam Ahmed en Ibn Maajeh staat: "O mijn Heer! Vergeeft me!", in plaats van "O Allah, vergeeft me". Et-Tirmidhie heeft de toevoeging "Geneest me" overgeleverd in plaats van "Schenkt me welzijn". Ahmed en Ibn Maajeh hebben in hun boeken de overlevering opgenomen met de toevoeging van "En verhoogt mijn rang."
Een van de overleveringen van de profeet (sav) over de smeekbede in deze houding is ook de uitspraak van: "O mijn Heer! Vergeeft me! O mijn Heer! Vergeeft me!" Dat staat in de hadith van Hoedheyfeh Ibn el-Yemaan (rm) dat de profeet (sav) tussen beide soejoed zei: "O mijn Heer! Vergeeft me! O mijn Heer! Vergeeft me!"[229] Dat betekent dat hij dat herhaald zoveel hij wil. Het gaat erom dat de zin "O mijn Heer! Vergeeft me!", wordt uitgesproken.
Het verplichte is dat men deze smeekbede op zijn minst eenmaal opzegt. De minimale aantal voor een optimale uitvoering is het driemaal uitspreken. Verder is het geliefd dat hij dat herhaalt zoveel hij wil voor de duur van zijn zittende houding. Het is een mooie daad dat hij deze woorden samenvoegt en alles samen uitspreekt omdat dat is overgeleverd van de profeet (sav). Imam en-Newewie -moge Allah genade hebben met hem- zegt: "De genoemde smeekbede wordt aangeraden. Het beste is dat hij alle zeven zaken opnoemt waarvan de uitleg zojuist is vermeld."[230] Deze zeven zaken zijn: O mijn Heer! Vergeeft me! Hebt genade met me! Schenkt me welzijn! Leidt me! Voorziet me in mijn onderhoud! Herstelt me! Verhoogt mijn graad!"
Aan de bewijzen die zijn voorgegaan kan men ontlenen dat deze houding een moment voor smeekbeden is. En omdat het een moment voor smeekbeden is en de profeet (sav) deze houding lange tijd aanhield totdat men dacht dat hij had vergeten, kan het geen kwaad dat men hieraan andere smeekbeden toevoegt zoals hij dat wil zonder dat hij enige andere smeekbeden en uitspraken aanneemt als een geliefde daad van de soenna, specifiek voor deze houding.
[Hij zorgt ervoor] en dit is verplicht voor hem [dat hij volledig tot rust komt tijdens deze zittende houding totdat alle beenderen terug op diens plaats keren, zoals hij dat deed bij het terug overeind komen na de roekoe. Want de profeet (sav) kwam na de roekoe en de tussen de twee soejoed overeind en liet dat wat duren] De profeet (sav) zei overigens tegen de man die zijn gebed niet fatsoenlijk uitvoerde: "Verricht dan de soejoed totdat je je daarbij volledig ontspant. Kom dan terug overeind totdat je al zittende volledige rust vindt. Doe dit vervolgens in heel je gebed."[231]
Het is voor de bidder een daad van de soenna dat hij de zittende houding tussen de beide soejoed wat verlengt. Want de profeet (sav) verlengde het terug overeind komen uit de roekoe' en de soejoed. Zodanig zelfs dat men zei: "Hij is het vergeten." Daarop wijst de hadith die is vast komen te staan van Enes Ibn Maalik (rm) dat hij zei: "Ik zal mijn uiterste best doen en niet nalatig zijn jullie voor te gaan in het gebed zoals de profeet (sav) ons is voorgegaan in het gebed." De verhaler Thaabit Ibn el-Boenaanie zei: "Enes (rm) deed iets dat ik jullie niet heb zien doen. Wanneer hij terug overeind kwam uit de roekoe' bleef hij zo lang staan dat iemand zich afvroeg of hij vergeten was door te gaan. Zo bleef ook een poos zitten tussen de beide soejoed totdat iemand zich afvroeg of hij het weer was vergeten."[232]
Een nuttige opmerking: Het is een daad van de soenna dat men tussen de beide soejoed op zijn hakken gaan zitten. Met andere woorden: Dat hij zijn beide voeten opsteekt[233] zoals hij dat doet in de soejoed en vervolgens zijn achterwerk op de achterkant van zijn voeten plaatst. Dat men dit af en toe tussen beide soejoed uitvoert is een daad van de soenna. In meerdere gevallen zit men zoals eerder beschreven. En dat is dat men zich op de linkervoet neerzet en de rechtervoet opsteekt. Voor de wettigheid van deze uitvoering, oftewel het zitten op de voetzolen, zijn er de volgende bewijzen:
1- Overgeleverd van Taawoes Ibn Keysaan el-Yemaanie (rm) dat hij zei: "We spraken 'Abdoellah Ibn 'Abbaas (r2) aan over het zitten op de hakken in het gebed. Hij zei: "Dat is de toepassing in de soenna." We zeiden daarop tegen hem: "We zien dat aan voor een afwijkende daad." Ibn 'Abbaas (r2) zei toen: "Integendeel! Het is de soenna van je profeet (sav)."[234]
2- Overgelerd van Aboez Zoebeyr el-Mekkie -moge Allah genade met hem hebben- dat hij 'Abdoellah Ibn 'Oemar (r2) zag. Wanneer hij overeind kwam uit de eerste soejoed zette hij zich op zijn zolen terwijl zijn voeten opgestoken waren en zei: "Deze daad is van de soenna."[235]
3- Overgeleverd van Aboe Zoeheyr Moe'aawiyah Ibn Hoedeyj dat hij zei: "Ik heb Taawoes op zijn zolen zien zitten. Ik zei daarop: "Ik heb je op je zolen zien zitten. Hoe zit dat?" Je heb niet mij op mijn zolen zien zitten. Dat is het gebed zelf!" Ik heb de drie naamgenoten die allen 'Abdoellah heten dit zien doen: 'Abdoellah Ibn 'Abbaas, 'Abdoellah Ibn 'Oemar en 'Abdoellah Ibn ez-Zoebeyr (r3) deden dit." Aboe Zoeheyr zei: "En ik had hem op deze manier zien zitten."[236]
Imam Ibn Khoezeymeh heeft aan deze hadith de volgende titel gegeven: "Deel over de veroorloving voor het zitten op de hielen tussen de beide soejoed. Dit hoort tot de meningsverschillen die zijn toegestaan. Daarom is het voor de bidder toegestaan dat hij op zijn hielen gaat zitten tussen de beide soejoed alsoook het voor hem toegestaan is dat hij zijn linkervoet op de grond legt en zijn rechtervoet opsteekt."[237]
De voorschriften voor de tweede soejoed
[11-Hij] de bidder [zegt] vervolgens [de takbier op] zeggende "Allahoe Ekbar" [en voert de tweede soejoed uit. Daarin handelt hij] aangaande de houding, verheerlijking van Allah en smeekbeden [zoals hij dat deed van de eerste soejoed] volgens de hadith van Aboe Hoereyrah (rm) over de beschrijving van het gebed van de profeet (sav). Daarin vermeldt hij: "Vervolgens zei hij de takbier op wanneer hij zich neer wierp. Daarna zei hij wederom de takbier op toen hij terug overeind kwam. Dit deed hij verder in heel zijn gebed totdat hij het afsloot. Ook zei hij de takbier op wanneer hij op het punt stond op te staan uit de tweede rek'a na de zittende houding."[238]
Ook deze tweede soejoed hoort tot de zuilen van het gebed. Met dien verstande dat het gebed niet correct is zonder de uitvoering ervan. Ook kan men het niet corrigeren door het uitvoeren van de soejoed van inattentie (soejoes es-sehw).
Het terug overeind komen uit de soejoed en de zit van de rustpauze
[12- Dan doet hij] de bidder [wederom zijn hoofd omhoog waarbij hij de takbier uitroept] dus "Allahoe Ekbar" uitspreekt [en gaat lichtjes zitten] waarbij hij zijn linkervoet op de grond legt en zijn rechtvoet opsteekt [zoals hij dat deed tussen de beide soejoed's. Deze zit wordt ook wel de zit voor de rust genoemd] Zo is deze houding genoemd omdat het lichaam hier enige rust krijgt. Daarop wijst de hadith van Maalik Ibn el-Hoeweyrith (rm). Hij zag de profeet (sav) bidden. Wanneer hij bezig was aan een oneven rek'a in zijn gebed, dan stond hij niet op totdat hij rechtovereind een zittende houding had aangenomen."[239] En volgens de hadith van Aboe Hoemeyd es-Saa'idie (rm). Hij leverde deze hadith over in het bijzijn van tien andere metgezellen van de profeet (sav). Onder hen was ook Aboe Qataadah (rm). Toen hij de beschrijving van het gebed van de profeet (sav) had vermeld en de zit van de rustpauze werd in zijn beschrijving ook genoemd, zeiden ze: "Je hebt gelijk. Zo bad de profeet (sav)." Aboe Hoemeyd zei in zijn beschrijving: "Hij stak zijn voeten op en ging erop zitten totdat alle ledematen terug op diens plaats waren."[240]
[Volgens de meest authentieke uitspraken van de geleerden is deze zit een daad van de soenna] omdat deze daad als toepassing van de profeet (sav) is overgeleverd. Dit is de opinie van de geleerden van de hadith. En dit is de voorkeur van de sjeik -Allah's genade zij met hem- [Derhalve kan het geen kwaad mocht hij dit nalaten] Omdat dit volgens bepaalde geleerden wordt gezien voor een daad van de soenna bij het gebed [Er is trouwens tijdens deze zit geen smeekbede of gedenken] want daarover is van de profeet (sav) niets overgeleverd.
Sjeik Bin Baaz -Allah's genade zij met hem- zegt: "De zit van de rust is een daad van de soenna voor de imam, degene die en imam volgt of degene die alleen bidt. Het lijkt op de zit tussen de beide soejoed's. Het is een korte zittende houding waarbij geen smeekbede of bepaalde uitspraak wettig is. Het doet geen kwaad mocht iemand het laten. De overleveringen van de profeet (sav) daarover staan vast en zijn afkomstig van Maalik Ibn el-Hoeweyrith, Aboe Hoemeyd es-Saa'idie en nog wat anderen van de metgezellen (r3) van de profeet (sav)."[241]
[Daarna staat hij] de bidder [op voor het tweede deel[242] van de salat zich met zijn knieën afzettend] en op zijn tenen steunend volgens de hadith van Aboe Hoereyrah (rm) dat hij zei: "De profeet (sav) stond in het gebed uit een zittende gebed op steunend op de zijn tenen."[243] Aboe 'Iesaa et-Tirmidhie zegt: "De toepassing onder de geleerden is volgens de hadith van Aboe Hoereyrah (rm). Zij verkiezen dat de bidder steunend op zijn tenen overeind gaat staan."[244]
Dit is een daad van de soenna die is vast komen te staan van de groteren onder de metgezellen van de profeet (sav) zoals Ibn Abie Sheybeh dat heeft overgeleverd.[245] Met meerdere en authentieke kettingen heeft hij overgeleverd dat 'Ali, Ibn Mes'oed[246] en Ibn 'Oemar in het gebed op stonden door zich af te zetten op hun tenen.
Wat betreft dat de dienaar met zijn handen op zijn dijbenen steunt, daarvoor heeft men bewijs gevoerd met de hadith van Waail Ibn Hujr (rm) dat hij zei: "Wanneer de profeet (sav) in het gebed terug ging opstaan deed hij dat afzettend op zijn knieën en steunde daarbij met zijn handen op zijn dijbenen."[247] De hadith is echter niet sterk.
De bidder mag overeind komen steunend op zijn knieën [als dat] voor hem [haalbaar is. Mocht dat te inspannend voor hem zijn] dus het terug opstaan steunend op de tenen [dan steunt hij met zijn handen op de grond en zet zich af] volgens de hadith die is overgeleverd van Maalik Ibn el-Hoeweyrith (rm) over de beschrijving van het gebed an de profeet (sav). Hij vermeldt daarin: "Wanneer hij overeind kwam uit de tweede soejoed ging hij zitten en steunde op de grond om vervolgens op te staan."[248] Deze soenna is vermeld door Maalik Ibn el-Hoeweyrith (rm) zelf.
[Hij reciteert] tijdens de staande houding na het overeind komen voor de tweede rek'a [soera el-Faatihah en wat hij verder nog wil reciteren na soera el-Faatihah zoals dat is voorgegaan in de eerste reka. Vervolgens doet hij wat hij in de eerste reka heeft gedaan] Hierop duidt de hadith die bekend staat als de hadith van de man die zijn gebed niet fatsoenlijk uitvoerde. Daarin staat namelijk: "En doe dit vervolgens in heel je gebed."[249]
Alle handelingen die verplicht zijn en een zuil vormen voor het gebed dient hij in de tweede rek'a uit te voeren zoals hij dat deed in de eerste rek'a. Met uitzondering van de takbier ter opening van het gebed. Want dat is enkel wettig aan het begin van het gebed. Dit geldt ook voor de openende smeekbede. Dus ook deze wordt niet herhaald volgens de hadith van Aboe Hoereyrah (rm) dat hij zei: "Wanneer de profeet (sav) opstond uit de tweede rek'a begon hij de recitatie met "Alle lof is aan Allah, de Heer der werelden." (el-Faatihah: 2) En zweeg hiervoor niet." Oftwel: Hij zweeg niet voor de smeekbede ter opening (zoals hij dat wel deed in de eerste rek'a)[250]
Zo is het evenmin een wettige daad voor hem dat hij in de tweede rek'a de intentie herhaalt en vernieuwt. De intentie aan het begin van het gebed is allesomvattend. Het houdt het begin, het midden en het einde van het gebed, dus heel het gebed in. Derhalve heeft men geen behoefte aan een vernieuwing van de intentie. Maar hij dient wel de intentie van het gebed voort te zetten en deze intentie niet te verbreken.
[Het is voor degene die zich heeft aangesloten bij een imam niet toegestaan dat hij de imam voor is met zijn bewegingen. Want de profeet (sav) heeft zijn geloofsgemeenschap hiervoor gewaarschuwd. Ook het gelijktijdig handelen met de imam wordt afgekeurd. Voor hem is de handelswijze beschreven in de soenna dat zijn handelingen pas na de imam gebeuren maar ook zonder (te veel) achter te blijven op de imam, dus direct na de uitspraak van de imam (van bijv. de takbier). De profeet (sav) heeft namelijk gezegd: "De imam is er enkel opdat met zich bij hem aansluit en hem volgt. Handelt dus niet ongelijkmatig met zijn handelen. Wanneer hij de takbier opzegt, zegt dan ook de takbier op. Wanneer hij de roekoe uitvoert, voert dan de roekoe uit. Wanneer hij zegt: "Moge Allah degene die Hem looft aanhoren", zegt dan: "Met lof aan ﷻ o onze Heer!". En wanneer hij de soejoed verricht, verricht dan de soejoed." (De hadith is door el-Boekhaarie en Moeslim overgeleverd)[251]
[13- Als de salat tweedelig is, oftewel uit twee rek'a bestaat, zoals het ochtendgebed, het vrijdagsgebed of het feestgebed, dan blijft hij zitten wanneer hij overeind komt uit de tweede soejoed. Daarbij steekt hij zijn rechtervoet op en legt zijn linkervoet neer] Volgens de hadith van 'Aaishah (rv) waarin staat: "Hij legde zijn linkervoet op de grond en stak zijn rechtervoet op."[252] [Zijn rechterhand plaatst hij] in deze houding [op zijn rechter bovenbeen en sluit al zijn vingers behalve de wijsvinger. Daarmee wijst hij (recht vooruit) doelend op het monotheïsme tijdens het gedenken van Allah en tijdens de smeekbeden] In de hadith van 'Abdoellah Ibn ez-Zoebeyr (r2): "Wanneer de boodschapper van Allah (sav) ging zitten en begon te bidden plaatste hij zijn rechterhand op zijn rechterbovenbeen en zijn linkerhand op zijn linkerbovenbeen. Hij wees vervolgens met zijn rechterwijsvinger en plaatste zijn duim op zijn middelvinger. Zijn linkerhand pakte zijn linkerknie beet."[253] Er is ook van 'Abdoellah Ibn 'Oemar (r2) overgeleverd dat de boodschapper van Allah (sav) zijn linkerhand op zijn linkerknie legde wanneer hij ging zitten voor de uitspraak van de getuigenis. Zijn rechterhand plaatste hij daarbij op zijn rechterknie. Hij plaatste zijn vingertop van zijn duim op de vingertop van zijn middelvinger en wees vervolgens met de wijsvinger recht vooruit.[254]
Hieruit maken dus het volgende op: De bidder knijpt al zijn vingers dicht en wijst met zijn wijsvinger (van de rechterhand). Het wijzen met de wijsvinger dient in heel deze zittende houding te gebeuren. Het is voor de bidder aangeraden dat hij voortdurend naar de wijsvinger kijkt. Hiermee is dit een uitzondering op de regel van het kijken naar de plaats van de soejoed. In het boek el-Moesnad alsook in andere boeken is met een goede ketting vast komen te staan van Ibn 'Oemar (r2): "Wanneer de profeet (sav) in de zittende houding had ingenomen tijdens het gebed, dan plaatste hij zijn handen op zijn knieen en wees vervolgens met zijn wijsvinger. Hij liet zijn blik zijn wijsvinger volgen. Vervolgens zei hij: "De boodschapper van Allah (sav) zei: "Dit is nog zwaarder voor de satan dan (een slag met) ijzer." En hij bedoelde daarmee de wijsvinger.[255]
[Mocht hij enkel de ringvinger en de pink sluiten] dus van zijn rechterhand [en vervolgens de middelvinger op de duim plaatsen (zodat er een cirkelvorm ontstaat) om dan met de wijsvinger richting kibla te wijzen, dan is dat een mooie daad] Volgens de hadith van Waail Ibn Hoejr (rm), daarin staat: "Vervolgens ging hij zitten en legde zijn linkervoet op de grond en legde zijn linkerhand op zijn linkerbovenbeen. De elleboog van zijn rechterarm plaatste hij op zijn rechterbovenbeen en sloot twee vingers. Hij vormde een cirkel en ik zag hem vervolgens als volgt doen." Bishr -een verhaler van deze hadith- maakte een cirkelvorm met zijn duim en middelvinger en wees recht vooruit met de wijsvinger."[256] Dus de bidder sluit de pink en de ringvinger, vormt een cirkel met de duim en middelvinger en wijst vervolgens met zijn wijsvinger.
Een afwisseling van deze uitvoering is aangeraden. [Want] de toepassingen van [beide vormen zijn vast komen te staan van de profeet (sav). Het optimale] in het geval van de bidder [is echter dat hij beide uitvoeringen afwisselt] Zoals is voorgegaan, wordt die de verscheidenheid en afwisseling in de aanbidding genoemd.
[Zijn linkerhand plaatst hij dan] soms [op zijn linkerbovenbeen] volgens de hadith van Ibn ez-Zoebeyr (rm). Hij zegt: "Wanneer de boodschapper van Allah (sav) de zittende houding had aangenomen tijdens het gebed om de smeekbede uit te spreken plaatste hij zijn rechterhand op zijn rechterbovenbeen en zijn linkerhand op zijn linkerbovenbeen."[257] [en] als de bidder dat wil kan hij zijn linkerhand ook soms plaatsen op zijn [linkerknie] Volgens de hadith van Ibn ez-Zoebeyr (rm) waarin staat: "En hij -oftwel de profeet (sav)- plaatste zijn linkerhand op zijn linkerknie en plaatste zijn rechterhand op zijn rechterbovenbeen en wees met zijn wijsvinger."[258] En van 'Abdoellah Ibn 'Oemar (r2) is overgeleverd dat de profeet (sav) zijn handen op zijn knieen legde wanneer hij de zittende houding had ingenomen tijdens het gebed. Hij stak de vinger op die de duim volgt en smeekte daarmee. Zijn linkerhand legde hij languit op zijn linkerknie."[259]
[In deze houding zegt hij de getuigenis op] en dat is de eerste getuigenis in een gebed bestaande uit drie of vier rek'a, of de laatste getuigenis in een gebed dat uit drie of vier rek'a bestaat [die als volgt luidt: "De groeten, lofprijzingen en schone woorden komen Allah toe. Moge de vrede, Allah's genade en zegeningen met je zijn o profeet (Mohammed). De vrede zij met ons en met Allah's vrome dienaren. Ik getuig dat er geen god is behalve Allah en ik getuig dat Mohammed Zijn dienaar en boodschapper is."] Volgens de hadith van 'Abdoellah Ibn Mes'oed (rm) dat hij zei: "Wanneer wij met de profeet (sav) samen aan het bidden waren zeiden we: "De vrede zei met Allah van Zijn dienaren, de vrede zij met die en die." Daarop zei de profeet (sav): "Zegt niet: "De vrede zij met Allah." Want Allah is de vrede zelf. Maar zegt: "De groeten, lofprijzingen en schone woorden komen Allah toe. Moge de vrede, Allah's genade en zegeningen met je zijn o profeet (Mohammed). De vrede zij met ons en met Allah's vrome dienaren." Want wanneer jullie dit zeggen treft jullie uitspraak iedere dienaar in de hemel en tussen hemel en aarde. (Sluit dat dan af met:) "Ik getuig dat er geen god is behalve Allah en ik getuig dat Mohammed Zijn dienaar en boodschapper is." Daarna verkiest de bidder de smeekbede die hem het meest bevalt en smeekt daarmee zijn Heer."[260]
Imam et-Tirmidhie -moge Allah genade met hem hebben- zegt: "De toepassing onder de geleerden van de metgezellen van de profeet (sav) en de volgers die na hen komen is volgens deze hadith. Dit is tevens de opinie van Soefyaan eth-Thewrie, Ibn el-Moebaarak, Ahmed en Ishaaq."[261]
Moeslim levert over 'Abdoellah Ibn 'Abbaas (r2) dat hij zei: "De boodschapper van Allah (sav) onderwees ons de getuigenis zoals hij ons een soera uit de Koran onderwees. Hij zei: "De gezegende groeten schone lofprijzingen komen Allah toe. Moge de vrede, Allah's genade en zegeningen met je zijn o profeet (Mohammed). De vrede zij met ons en met Allah's vrome dienaren. Ik getuig dat er geen god is behalve Allah en ik getuig dat Mohammed Zijn boodschapper is."[262]
Een nuttige opmerking: De uitleg van de betekenis van de getuigenis
De uitspraak van de profeet (sav) "De groeten zijn voor Allah" staat in meervoudsvorm. De groet in deze context betekent de verheerlijking. Ieder woord dat een verheerlijking uitdrukt is een verheerlijking. Enkel aan Allah -verheven is Hij- worden deze groeten toegeschreven.
Zijn woord "En de lofprijzingen" houdt alles in waarvoor het woord lofprijzing in de Islamitische wet wordt gebruikt of zelfs in de gewone taal. De lofprijzingen horen allen tot Allah, want die komen Hem toe en Hij heeft het recht daar op. Hij zegt: "En jullie Heer zei: Smeekt Mij zodat ik jullie zal aanhoren. Zij die zich hoogmoedig opstellen tegenover de aanbidding van Mij, zij zullen gekleineerd het Vuur binnengaan." (Ghaafir: 60) Alle gebeden, verplicht of vrijwillig, zijn voor Allah en alle smeekbeden zijn voor Allah. Hij het recht daar op. Deze zaken staan niemand anders dan Hem toe.
De uitspraak van de profeet (sav) "En de schone woorden" Dit heeft twee betekenissen: 1- Een betekenis die verband houdt met Allah 2- Een betekenis die in verband staat met de daden van de de dienaren. Wat betreft de betekenis die verband houdt met Allah zelf: Hier gaat het om de schoonste eigenschappen, de schoonste daden en de schoonste uitspraken. De profeet (sav) zegt: "O mensen! Allah is rein en accepteert enkel wat rein is."[263] Oftewel Allah zegt enkel het schone, Hij doet enkel het schone en Hij kenmerkt zich enkel met het mooie. Hij is mooi en schoon in alles: In zijn eigen, eigenschappen en daden. De tweede betekenis komt op het volgende neer: Aan hem worden de schoonste woordelijke en dadelijk handelingen van de dienaren gericht. De boodschapper van Allah (sav) zei: "Hij accepteert enkel het schone."[264] Enkel het schone staat de propere en enkel het schone kan Hem worden aangeboden. Allah (verheven is Hij) zegt: "Slechte vrouwen zijn voor de slechte mannen en de slechte mannen zijn voor de slechte vrouwen. De goede vrouwen zijn voor de goede mannen en de goede mannen zijn voor de goede vrouwen." (en-Noer: 26) Dit is een gebruik zoals Allah -verheven en glorieus is Hij- heeft bepaald.
Zijn woord "De vrede" is een zelfstandig naamwoord met de betekenis van het groeten. Allah (verheven is Hij) zegt: "O jullie die gelovig zijn! Spreekt de lofprijzing uit over de profeet en bidt voor hem om zaligmaking van aandoeningen." (el-Ehzaab: 56) De betekenis ervan is dat wij voor de profeet (sav) bidden om verlossing en distantie van alle . Deze smeekbede is niet beperkt tot het leven van de profeet (sav). Er zijn in het hiernamaals hevige toestanden (waarvoor deze smeekbede ook van toepassing is). Daarom is de smeekbede van de boodschappers wanneer mensen over de brug lopen: "O Allah! Schenkt zaligmaking, geeft verlossing." De dienaar wordt niet verlost van angstaanjagende toestanden en aandoeningen door enkel zijn dood. Daarom smeken we voor de profeet (sav) om een verlossing van de vervaarlijke toestand.
Zijn uitspraak "(De vrede zij) met jou op profeet" De bedoelde persoon is de boodschapper van Allah (sav) "En Allah's genade" is aaneengeschakeld met "de vrede". Het betekent: Allah's genade zij met jou.
Zijn woord "En Zijn zegeningen" Meervoudsvorm van zegening. Dat komt neer op het vele en het duurzame goede. De zegening is de vermenigvuldiging en toename van al wat goed is. Wat zijn dan de zegeningen die terugkeren naar de boodschapper van Allah (sav) na zijn dood? Tijdens zijn leven is het mogelijk dat zijn voedsel of zijn gezin voor hem gezegend worden. Wat betreft de zegeningen na zijn (sav) dood, dat is door de veelheid van zijn volgers.
"De vrede zij met ons" Oftewel met onszelf en de aanwezigen zoals de imam, zij die zich bij de imam hebben aangesloten en de engelen.
"En met Allah's vrome dienaren" Meervoud van vrome dienaar. Dat is iemand die Allah's rechten en de rechten van de dienaren over hem vervult. Deze uitdrukking houdt ook anderen in die niet met hem deelnemen aan het gebed zoals bijvoorbeeld vrouwen. Want de profeet (sav) zegt: "Want wanneer jullie dit zeggen treft jullie uitspraak iedere dienaar in de hemel en tussen hemel en aarde."[265] Imam et-Tirmidhie zegt: "Wie zijn aandeel in dit gebed om vrede en verlossing van aandoeningen wil en dat het voor hem van toepassing is, het gebed waarmee de mensen in hun gebeden smeken, laat hij dan een vrome dienaar zijn. Anders zal hij deze grote uitmuntendheid worden onthouden."
Hij zegt: "Ik getuig" De getuigenis is een erkenning uit kennis en overtuiging en dat met een vastbeslotenheid. "Dat er geen godheid is behalve Allah" Oftewel: Er is geen met recht aanbeden god behalve Allah (verheven is Hij). Mocht hij daaraan toevoegen "alleen Hij, zonder deelgenoot voor Hem", dan kan dat geen kwaad. Want deze toevoeging is vast komen te staan van 'Abdoellah Ibn 'Oemar (r2) van de boodschapper van Allah (sav) bij de uitspraak van de getuigenis: "De groeten en mooie lofprijzingen zijn voor Allah. De vrede, Allah's genade en zegeningen zijden met jou o profeet." Ibn 'Oemar (r2) zei: "Ik heb daaraan "De zegeningen" toegevoegd. "De vrede zij met ons en met Allah's vrome dienaren. Ik getuig dat er geen godheid is behalve Allah." Ibn 'Oemar (r2) zei: "Ik heb daaraan toegevoegd: "Alleen Hij, zonder deelgenoot voor Hem." "En ik getuig dat Moehammed Zijn dienaar en boodschapper is."[266]
"En ik getuig dat Moehammed Zijn dienaar en boodschapper is" Oftewel de gezant aan alle mensen. Deze getuigenis dient met overtuiging en overtuiging te zijn. Dat houdt in dat men de profeet (sav) volgt in zijn handelswijzen, hem gehoorzaamt in zijn geboden, hem erkent in zijn berichten, hem gehoorzaamt in zijn verboden en waarschuwingen en dat men Allah enkel aanbidt met wat hij wettig heeft gemaakt.
"Zijn dienaar" Is een weerlegging van de bewering van sommigen die hem (sav) tot de positie van heerschap hebben verheven zoals de extremisten onder de soefies die tot de ongelovigen worden gerekend.
"Zijn boodschapper" Is een verwerping van de verloochening van de polytheïsten voor hem.
[Daarna] na de uitspraak van de getuigenis [zegt hij: "O Allah! Spreekt Uw lof uit over Mohammed en zijn naasten zoals ﷻ Abraham en zijn naasten hebt geprezen. Want voorzeker, ﷻ bent degene wie alle lof toekomt en ﷻ bent de Eervolle. En zegent Mohammed en zijn naasten zoals ﷻ Abraham en zijn aanverwanten hebt gezegend. Voorzeker, ﷻ verdient alle lof en ﷻ bent de Eervolle."] Dit is een van de bewoordingen van de uitspraak van de lofprijzing tijdens het gebed die zijn vast komen te staan van de profeet (sav). Deze bewoording hoort tot de sterkste overleveringen. Dat staat in de hadith van Ka'b Ibn 'Oejrah (rm) in de twee Sahieh-boeken. Hij zegt: "De boodschapper van Allah (sav) kwam naar buiten naar ons. Wij vroegen hem: "We hebben reeds geleerd hoe we de vrede over je uit moeten spreken. Maar hoe spreken we dan de lofprijzing uit over je?" Hij zei: "Zegt: "O Allah! Spreekt Uw lof uit over Mohammed en zijn naasten zoals ﷻ Abraham en zijn naasten hebt geprezen. Want voorzeker, ﷻ bent degene wie alle lof toekomt en ﷻ bent de Eervolle. En zegent Mohammed en zijn naasten zoals ﷻ Abraham en zijn aanverwanten hebt gezegend. Voorzeker, ﷻ verdient alle lof en ﷻ bent de Eervolle."[267]
In een andere overlevering staat: "Zegt: "O Allah! Spreekt Uw lof uit over Mohammed, zijn echtgenoten en nakomelingen zoals ﷻ de verwanten van Abraham hebt geprezen. En zegent Mohammed, zijn echtgenoten en nakomelingen zoals ﷻ de verwanten van Abraham hebt gezegend. Voorzeker ﷻ verdient alle lof en ﷻ bent de Eervolle."[268] Met welke vorm je ook de lofprijzing uitspreekt over de profeet (sav) is dat afdoende en heb je daarmee volgens de soenna gehandeld.
[Hij zoekt] in de laatste zittende houding voor de uitspraak van de getuigenis [de toevlucht tot Allah tegen vier zaken] dit is een aanbevolen daad en niet verplicht [en zegt: "O Allah! Ik zoek toevlucht tot ﷻ tegen het Hellevuur, tegen de foltering in het graf, tegen de beproeving tijdens het leven en bij de dood en tegen de beproeving van de Dejjaal (de valse Messias)."] Volgens de hadith van Aboe Hoereyrah (rm) dat de profeet (sav) het volgende zei: "Wanneer iemand van jullie de getuigenis in de zittende houding heeft uitgesproken, laat hij dan toevlucht tot Allah zoeken tegen vier zaken (en laat hij het zo uitspreken): "O Allah! Ik zoek toevlucht tot ﷻ tegen het Hellevuur, tegen de foltering in het graf, tegen de beproeving tijdens het leven en bij de dood en tegen het kwaad van de beproeving met de Dejjaal."[269] In de overlevering van Moeslim staat: "Wanneer iemand van jullie klaar is met de laatste getuigenis."[270]
[Vervolgens smeekt hij om wat hij wil aan baten in het werelds leven en het hiernamaals] Want dit moment in het gebed is een van de aangelegenheden waarbij het gebed wordt aanhoord.
[Mocht hij voor zijn ouders of anderen onder de moslims bidden, dan is dat geen probleem] De moslims dient ervoor op te passen dat zijn smeekbede geen verzoek om een zonde of een gezinsbreuk inhoudt. Want dat is niet toegestaan. Dat is tevens een van de redenen waardoor de smeekbede niet wordt aanhoord. De profeet (sav) zegt immers zoals dat is vermeld in de hadith van Aboe Hoereyrah (rm): "De smeekbede van de dienaar wordt aanhoord zolang hij niet bidt en vraagt om een zonde of een gezinsbreuk."[271]
[Het maakt hierbij niet uit of het een verplicht of een vrijwillig gebed betreft. Want de uitspraak van de profeet (sav) in de overlevering van Ibn Mas'oed (rm) toen hij hem de getuigenis onderwees is algemeen van karakter] In die hadith staat: ["Laat hij vervolgens een smeekbede uitkiezen dat hem het meest bevalt en ermee zijn Heer aanroepen." In een andere bewoording] behorend tot Moeslim [staat: "Laat hij vervolgens kiezen wat hij maar wil vragen." Dit is algemeen en geldt voor alles was de dienaar van nut is in dit leven en in het hiernamaals] In deze overleveringen schuilt een weerlegging voor sommigen die beweren dat het gebed ongeldig wordt wanneer men in de smeekbede om een werelds goed vraagt. Zoals dat de bidder bijvoorbeeld zegt: "O Allah! Schenkt me een ruim huis, tuinen en auto's, meerdere stukken grond, een mooie echtgenote, lekker eten", of al wat daarop lijkt.
Tot de smeekbeden die op deze plaats zijn overgeleverd van de profeet (sav) horen de volgende:
1- Dat de bidder zegt: "O Allah! Ik zoek toevlucht tot ﷻ tegen het vallen in een zonde en een schuld." Zoals dat is vermeld in de Sahieh-boeken in de hadith van 'Aaishah (rv) die zij toeschreef aan de boodschapper van Allah (sav). Daarin staat: "O Allah! Ik zoek toevlucht tot ﷻ tegen het vallen in een zonde of een schuld."[272]
2- De bidder kan ook het volgende zeggen: "O Allah vergeeft mijn verleden zonden en mijn toekomstige zonden. Vergeeft de zonden die ik verborgen heb gehouden en wat ik openlijk heb gepleegd. En vergeeft ook de zonden waarvan ﷻ beter weet hebt dan ikzelf. ﷻ laat doorgaan wie ﷻ wil en ﷻ houdt op wie ﷻ wil. Er is geen god behalve ﷻ." Volgens de hadith in de Sahieh-boeken als overlevering van Aboe Moesaa el-Esh'arie (rm) waarin staat: "Tot de laatste uitspraken die hij deed tussen de getuigenis en de afsluitende groet hoorde het volgende: "O Allah vergeeft mijn verleden zonden en mijn toekomstige zonden. Vergeeft de zonden die ik verborgen heb gehouden en wat ik openlijk heb gepleegd. ﷻ laat doorgaan wie ﷻ wil en ﷻ houdt op wie ﷻ wil. En ﷻ bent tot alles machtig."[273]
3- Of hij zegt: "O Allah! Ik heb mezelf veel onrecht aangedaan. En enkel ﷻ vergeeft de zonden. Vergeeft mijn zonden en verleent me een vergiffenis van Uw zijde. Hebt genade met me. Voorzeker, ﷻ bent de Vergevensgezinde, de Genadige." Want deze smeekbede is vast komen te staan in de twee Sahieh-boeken als hadith van 'Abdoellah Ibn 'Amr Ibn el-'Aas van Aboe Bakr (rm) dat hij de profeet (sav) vroeg en zei: "Onderwijs me een smeekbede waarmee ik zal bidden ik mijn salat." Hij zei daarop: "Zeg: "O Allah! Ik heb mezelf veel onrecht aangedaan. En enkel ﷻ vergeeft de zonden. Vergeeft mijn zonden en verleent me een vergiffenis van Uw zijde. Hebt genade met me. Voorzeker, ﷻ bent de Vergevensgezinde, de Genadige."[274]
De bidder vermeerdert hierna de smeekbeden omdat deze houding een aangelegenheid waarbij de smeekbede wordt aangehoord. En dat volgens de volgende uitspraak van de profeet (sav) in de hadith van 'Abdoellah Ibn Mes'oed (rm) toen hij (sav) de getuigenis onderwees, waarin staat: "Vervolgens kiest de bidder wat hij wil aan smeekbeden."[275] Dit is algemeen van betekenis en houdt alles in wat de dienaar baten in het wereldse leven of het hiernamaals.
Eveneens tot de wettige smeekbeden op deze plaats en andere plaatsen in het gebed hoort de uitspraak van: "O onze Heer! Geeft ons in het werelds leven het goede en gunt ons in het Hiernamaals ook het goede en behoedt Ons tegen de foltering van het Vuur." (el-Baqarah: 201) En volgens de hadith van Enes Ibn Maalik (rm) waarin staat: "De meeste smeekbede van de profeet (sav) was dat hij zei: "O Allah! Onze Heer! Geeft ons het goede in dit leven en gunt ons ook het goede in het hiernamaals. Beschermt ons tegen de foltering van het vuur."[276]
[Dan groet hij aan zijn rechter- en linkerkant] als een verplichte daad omdat de profeet (sav) dat heeft gedaan en omdat een andere toepassing niet van hem is overgeleverd [en zegt: "De vrede en Allah's genade zij met jullie"] aan de rechterkant en ["De vrede en Allah's genade zij met jullie] aan de linkerkant volgens de hadith van Sa'd Ibn Abie Waqqaas (rm) waarin hij zegt: "Ik zag de profeet (sav) de groet uitspreken aan zijn rechter- en linkerkant totdat ik zelfs de witheid van zijn wangen kon zien."[277] En van 'Abdoellah Ibn Mes'oed (rm) is overgeleverd dat hij zei: "Ik zag de boodschapper van Allah (sav) de groet uitspreken aan zijn rechterkant en hij zei: "De vrede en Allah's genade zij met jullie." (Hij keerde zijn gezicht) Zodanig dat ik de witheid van zijn rechterwang kon zien. Aan de linkerkant deed hij hetzelfde."[278] In de hadith van Aboe Sa'ied (rm) staat dat de boodschapper van Allah (sav) zei: "De sleutel van het gebed is de woedoe. Het begin ervan is de takbier. En de sluiting ervan is de groet."[279]
Kijkend naar de teksten die zijn voorgegaan ziet het ernaar uit dat de profeet (sav) de groette aan zijn rechterkant en zei: "De vrede en Allah's genade zij met jullie." En vervolgens aan zijn linkerkant ook zei: "De vrede en Allah's genade zij met jullie." Daarmee heeft hij dus tweemaal de groet uitgesproken. Dit is de toepassing die is vast komen te staan van de boodschapper van Allah (sav). Al het andere is niet met een sterke ketting vast komen te staan van hem (sav).
De eerste zittende houding voor de getuigenis
[14-] Echter [Als de salat driedelig is] oftewel uit drie rek'a bestaat [-zoals het avondgebed- of uit vier reka bestaat -zoals het tweede middaggebed of het late avondgebed- dan zegt hij de getuigenis op zoals dat zojuist is vermeld] Dat is dus: "De groeten, lofprijzingen en schone woorden komen Allah toe. Moge de vrede, Allah's genade en zegeningen met je zijn o profeet (Mohammed). De vrede zij met ons en met Allah's vrome dienaren. Ik getuig dat er geen god is behalve Allah en ik getuig dat Mohammed Zijn dienaar en boodschapper is." [samen met] deze getuigenis zegt, spreekt hij [de verkondiging van de profeets lof] uit als een geliefde maar niet verplichte daad [en gaat] de bidder [vervolgens terug staan waarbij hij zich op zijn knieën afzet] als dat gemakkelijk is voor hem. En dat volgens de hadith van Waail Ibn Hoejr (rm) dat hij zei: "Wanneer de profeet (sav) in het gebed terug ging opstaan deed hij dat afzettend op zijn tenen en steunde (met zijn handen) op zijn dijbenen."[280] Als dat te moeilijk voor hem is zet hij zich op de grond af met zijn handen. In navolging van de hadith van Maalik Ibn el-Hoeweyrith (rm) waarin staat: "Wanneer hij terug overeind kwam uit de tweede soejoed, ging hij lichtjes zitten, steunde op de grond en ging vervolgens staan."[281]
Het volgende is een daad van de soenna: [Hij steekt zijn handen op tot aan zijn schouders en zegt daarbij de takbier op, dus zeggende "Allah is groter"] Handelend volgens de hadith van Ibn 'Oemar (r2) dat hij de takbier opzei en zijn handen opstak wanneer hij aan het gebed begon. Ook wanneer hij de overging in de roekoe' stak hij zijn handen op. Wanneer hij zei: "Moge Allah degen die Hem looft aanhoren", deed hij dat ook. Hij deed dit ook wanneer hij terug overeind ging staan na de tweede rek'a. Ibn 'Oemar (r2) schreef dit vervolgens toe aan de profeet van Allah (sav)[282] In de hadith van Aboe Hoemeyd es-Saa'idie (rm) over de beschrijving van het gebed van de profeet (sav) staat het volgende: "Wanneer hij ging opstaan uit de tweede rek'a (uit de zittende houding) zei hij de takbier op en hief zijn handen totdat die op het niveau van zijn schouders kwamen, precies zoals hij dat deed aan het begin van het gebed."[283]
[Vervolgens] wanneer hij de staande houding wederom heeft aangenomen [plaatst hij zijn handen op zijn borst zoals dat is besproken en reciteert alleen soera el-Faatihah] In de hadith van Aboe Qataadeh (rm) in de tweede Sahieh-boeken staat namelijk dat hij zei: "De profeet (sav) reciteerde in de eerste twee rek'a van het middaggebed en het tweede middaggebed soera el-Faatihah en nog een andere soera. Soms liet hij ons de aya die hij reciteerde horen. In de laatste twee rek'a (van beide gebeden) reciteerde hij enkel soera el-Faatihah."[284]
Mocht hij in heel zijn gebed genoegen nemen met de recitatie van enkel soera el-Faatihah, dan is zijn gebed correct. Want in Soenen Abie Daawoed is vast komen te staan over het verhaal van het gebed van Moe'aadh (rm) voor zijn metgezellen dat de profeet (sav) tegen de man zei: "Wat is jouw toepassing dan wanneer je bidt mijn broeder?" Hij zei: "Ik reciteer soera el-Faatihah, ik vraag Allah het Paradijs en zoek toevlucht tot Hem tegen het Vuur. En ik begrijp helemaal niet wat jij en Moe'aadh zo allemaal staan te mompelen." De boodschapper van Allah (sav) zei toen: "Moe'aadh en ik hebben het ook alleen maar over die twee zaken (het paradijs en het vuur)." En in een overlevering staat dat de profeeet (sav) zei: "Wij mompelen ook daarover."[285] Hier heeft de profeet (sav) zijn daad erkend terwijl hij enkel soera el-Faatihah had gereciteerd. Dit wijst dus op de juistheid van het gebed van wie enkel soera el-Faatihah reciteert in een rek'a.
[Als hij soms tijdens de derde en de vierde rek'a van het middaggebed wat meer dan alleen soera el-Faatihah reciteert, dan kan dat geen kwaad] Sterker nog, dat is de toepassing in de soenna [Want dit is als overlevering van Aboe Sa'ied] el-Khoedrie [vast komen te staan van de profeet (sav)] Daarin staat dat de profeet (sav) bij het middaggebed in elk van de eerste twee rek'a ongeveer dertig aya reciteerde. En in elk van de twee laatste rek'a reciteerde hij ongeveer vijftien aaya.[286]
[Ook als hij de lofprijzing van de profeet (sav) na de getuigenis niet opzegt is dat niet fout omdat deze lofprijzing tijdens de eerste zit enkel een aanbevolen en geliefde daad is en niet verplicht] Het bewijs daarvoor is de hadith die via Aboe Oebeydeh van zijn vader 'Abdoellah Ibn Mes'oed (rm) is overgeleverd dat hij zei: "Wanneer de boodschapper van Allah (sav) in de eerste twee rek'a de zittende houding had aangenomen dan was het alsof hij op een opgewarmde rots zat."[287]
Een andere aan de profeet (sav) toegeschreven toepassing in de soenna versterkt deze hadith. De overlevering die we bedoelen is hetgeen dat door Imam Ahmed met een goede ketting als hadith van Moehammed Ibn Ishaaq el-Medenie is overgeleverd. Daarin zegt hij openlijk dat hij deze hadith zelf heeft gehoord en verhaalt: "Vervolgens, als hij zich in het midden van het gebed bevond, ging hij opstaan wanneer hij klaar was met de uitspraak van de getuigenis."[288] Deze hadith wordt ook versterkt door een overlevering waarin sprake is van een toepassing van Aboe Bakr (rm) zelf. Daarin staat hij in de eerste zittende houding voor de uitspraak van de getuigenis ging zitten alsof hij zich op een opgewarmde rots bevond.[289]
[Na de derde rek'a -zoals in het geval van het avondgebed- en na de vierde reka -als bij het middaggebed, het tweede middaggebed en het late avondgebed- zegt hij de getuigenis op, spreekt de lofprijzing van de profeet (sav) uit en zoekt toevlucht tot Allah tegen de foltering van de hel, de foltering in het graf, de beproeving in het wereldse leven en in het hiernamaals en de beproeving van de Dejjaal. Daarna smeekt hij veelvuldig] Zoals hij dat ook heeft gedaan in de zittende houding van een gebed dat uit twee rek'a bestaat zoals het ochtendgebed, het vrijdagsgebed en het feestgebed.
[Een van de wettige smeekbeden in deze situatie is de volgende smeekbede: "O Allah! Geeft ons in dit leven het goede en in het hiernamaals het goede. Beschermt ons tegen de foltering in het graf." Want dit door Enes (rm) overgeleverd. Hij zei: "Het meest smeekte de profeet (sav) met: "O Allah! Geeft ons in dit leven het goede en in het hiernamaals het goede. Beschermt ons tegen de foltering in het graf."[290] De andere handelingen zijn zoals dat is voorgegaan bij de salat die uit twee reka's bestaat. Echter hier zit hij op zijn zij zo dat hij zijn linkervoet onder zijn rechtervoet plaats en deze plat op de grond legt terwijl hij zijn rechtervoet heeft opgestoken. Deze houding staat beschreven in de hadith van Aboe Hoemeyd (rm)] over de beschrijving van het gebed van de profeet (sav). Daarin staat: "Wanneer hij ging zitten in de laatste rek'a, dan stak hij zijn linkervoet naar buiten uit (vanonder zijn onderbeen) en stak zijn rechtervoet op. Hij liet zich zakken op zijn linkerzij."[291]
[Daarna groet hij aan zijn rechter- en linkerkant en zegt: "De vrede en Allah's genade zij met jullie", aan beide kanten] volgens de hadith van de moeder der gelovigen 'Aaishah (rv) over de beschrijving van het gebed van de boodschapper van Allah (sav). Ze zegt: "Hij sloot het gebed af met de groet."[292] De uitleg van de voorschriften met betrekking tot de groet is reeds voorgegaan.
[Vervolgens] nadat hij de groet heeft opgezegd en zich nog steeds op zijn plaats bevindt [vraagt hij Allah driemaal om vergiffenis] voordat hij zich omkeert. Hij zegt dus: "Ik vraag Allah om vergiffenis. Ik vraag Allah om vergiffenis. Ik vraag Allah om vergiffenis." [en zegt] ook terwijl hij zich nog altijd op zijn plaats bevint ["O Allah! ﷻ bent de Vrede en vrede komt van ﷻ. Verheven bent ﷻ o houder van majestie en gulheid."] omdat dit is vast komen te staan als hadith van Thewbaan (rm). Hij zegt: "De boodschapper van Allah (sav) vroeg Allah driemaal om vergiffenis wanneer hij zijn gebed had afgerond en zei: "O Allah! ﷻ bent de Vrede en vrede komt van ﷻ. Verheven bent ﷻ o houder van majestie en gulheid." el-Welied zei: "Ik vroeg toen aan el-Ewzaa'ie: "Hoe is de vraag om vergiffenis?" Hij zei: "Je zegt: "Ik vraag Allah om vergiffenis. Ik vraag Allah om vergiffenis."[293]
Hij blijft niet zo lang zitten als hij de imam is, enkel voor de duur van de vraag om vergiffenis driemaal en de uitspraak van "O Allah! ﷻ bent de Vrede en vrede komt van ﷻ. Verheven bent ﷻ o houder van majestie en gulheid." Volgens de hadith van 'Aaishah (rv) zei ze: "Wanneer de profeet (sav) de groet had gedaan bleef hij niet langer zitten dan dat hij kon zeggen: "O Allah! ﷻ bent de Vrede en vrede komt van ﷻ. Verheven bent ﷻ o houder van majestie en gulheid."[294]
Hiervan wordt enkel uitgezonderd dat bijvoorbeeld vrouwen in de moskee met hun bidden. In dat geval is het voor de imam noch zij die zich bij hem hebben aangesloten een geliefde daad dat zij opstaan totdat de vrouwen zijn vertrokken.
In de hadith van Oem Selemeh (rv) die is vast komen te staan in Sahieh el-Boekhaarie zegt ze: "De profeet (sav) salueerde waarop de vrouwen meteen vertrokken en hun huizen binnengingen nog voordat de boodschapper van Allah (sav) zijn plaats had verlaten."[295]
Dat is zodat vrouwen en mannen niet mengen waardoor er ongeregeldheden ontstaan. Daarom is het niet geliefd dat de imam of de volger van een imam hun plaats verlaten voordat de vrouwen vertrekken en de moskee verlaten.
En als men zich heeft aangesloten bij de imam, verlaat men zijn plaats niet totdat de imam zich naar de menigte heeft gekeerd, volgens de volgende uitspraak van de boodschapper van Allah (sav) in de hadith van Enes Ibn Maalik (rm): "O mensen! Ik ben jullie imam. Gaat me daarom niet voor me de roekoe', de soejoed, het terug opstaan en het afronden van het gebed."[296]
Imam esh-Shewkaanie -Allah's genade zij met hem- zegt: "In deze hadith wordt zeer duidelijk aangegeven dat de betekenis van het verlaten van de plaats is dat iemand die met de imam heeft gebeden nog voor de imam zijn plaats verlaat."[297]
Meester in Islam Ibn Teymiyyah -Allah's genade zij met hem- zegt: "Degene die met de imam heeft gebeden dient zijn plaats niet te verlaten totdat de imam zich verplaatst, oftewel zich omkeert naar de menigte. Ook in het geval van de imam hoort het dat hij niet blijft zitten dan de duur van driemaal de vraag om vergiffenis en dat hij zegt: "O Allah! ﷻ bent de vredeO Allah! ﷻ bent de Vrede en vrede komt van ﷻ. Verheven bent ﷻ o houder van majestie en gulheid." Wanneer de imam zich heeft verplaatst kan degene die wil vertrekken opstaan en de moskee verlaten. Wie wil zitten en Allah gedenken doet dat."[298]
Het is voor de bidder een daad van de soenna dat hij Allah verheerlijkt door te zeggen ["Er is geen god buiten Allah, alleen Hij, zonder deelgenoten aan Hem. Hem hoort alle eigendom en toe Hem komt alle lof toe. Hij is tot alles machtig. Er is macht noch kracht behalve door toedoen van Allah. O Allah! Niemand kan wat ﷻ hebt geschonken tegenhouden en niemand kan wat ﷻ hebt weerhouden bieden. Hij die zich tegenover ﷻ machtig en onbehoeftig opstelt, zijn machtigheid zal hem niet van nut zijn. Er is geen god behalve Allah en wij aanbidden enkel en alleen Hem. Hem gehoort alle gunst en goedertierenheid en komt de mooie lofprijzing toe. Er is geen god behalve Allah. Dit verkondigen we met alle trouwheid in de religie aan Hem, al mogen de ongelovigen dit afkeuren."] Dit is volgens de hadith van Ibn ez-Zoebeyr (rm) dat de profeet (sav) het volgende zei nadat hij de groet uitvoerde: "Er is geen god buiten Allah, alleen Hij, zonder deelgenoten aan Hem. Hem hoort alle eigendom en toe Hem komt alle lof toe. Hij is tot alles machtig. Er is macht noch kracht behalve door toedoen van Allah. Er is geen god behalve Allah en wij aanbidden enkel en alleen Hem. Hem gehoort alle gunst en barmhartigheid en komt de mooie lofprijzing toe. Er is geen god behalve Allah. Dit verkondigen we met alle trouwheid in de religie aan Hem, al mogen de ongelovigen dit afkeuren." Dit zei de profeet (sav) aan het einde van ieder gebed.[299]
En volgens de hadith van el-Moeghierah Ibn Shoe'bah (rm) dat de profeet (sav) als volgt zei wanneer hij zijn gebed had verlaten: "Er is geen god buiten Allah, alleen Hij, zonder deelgenoten aan Hem. Hem hoort alle eigendom en toe Hem komt alle lof toe. Hij is tot alles machtig. O Allah! Niemand kan wat ﷻ hebt geschonken tegenhouden en niemand kan wat ﷻ hebt weerhouden bieden. Hij die zich tegenover ﷻ machtig en onbehoeftig opstelt, zijn machtigheid zal hem niet van nut zijn."[300]
[Dan zegt hij] als aangeraden daad [drieëndertig keer de tesbieh[301] op, drieëndertig keer de tahmied[302] en evenzoveel de takbier[303]. Als honderdste zegt hij: "Er is geen god behalve Allah, zonder deelgenoot tot Hem. Hem gehoort de eigendom en alle lof. Hij is tot alles machtg."] Volgens de hadith van Aboe Hoereyrah (rm) waarin staat dat de profeet (sav) zei: "Wie aan het eind van ieder gebed drieëndertig "soebhaanAllah", drieëndertig keer "elhamdoelillah" en drieëndertig keer "AllahoeEkber" zegt, en dat is samen negenennegentig, en dat afrond op honderd met de uitspraak van "Er is geen god behalve Allah alleen, zonder deelgenoot tot Hem. Hij bezit alles en Hem komt alle lof toe. Hij is tot alles machtig", zijn zonden zullen worden vergeven, al zijn zijn zonden zoveel als zeeschuim."[304]
Een nuttige opmerking:
Van de profeet (sav) zijn meerdere vormen van de tasbieh, tahmied, takbier en tahliel[305] overgeleverd naast de bovengenoemde vorm. Het is derhalve voor de bidder een geliefde en aangeraden daad dat hij afwisselt tussen al deze vormen. Tot deze vormen horen bijvoorbeeld:
1- Dat de bidder drieëndertig keer de tasbieh opzegt, drieëndertig keer de tahmied en vierendertig keer de takbier volgens de hadith die in Sahieh Moeslim is overgeleverd van Ka'b Ibn 'Oejrah (rm) dat de profeet (sav) zei: "Er zijn een aantal woorden die aan het eind van ieder gebed worden herhaald worden. Wie deze woorden opzegt zal geen verlies lijden: Drieëndertig keer soebhaanAllah, drieëndertig keer Elhamdoelillah en vierendertig keer AllahoeElkber."[306]
2- Dat de bidder vijfentwintig keer de tasbieh opzegt, vijfentwintig keer de tahmied, vijfentwintig keer de takbier en evenzoveel keer de tahliel. Dit staat in de hadith van Zeyd Ibn Thaabit (rm). Hij zegt: "We zijn geboden na ieder gebed drieëndertig keer de tasbieh uit te spreken, drieëndertig keer de tahmied en vierendertig keer de takbier." De verhaler zegt: "Een man van de Ensaar[307] zag een droom en verhaalde dat er in zijn droom tegen hem werd gezegd: "Heeft de boodschapper van Allah (sav) jullie geboden aan het eind van ieder gebed de tasbieh drieëndertig keer, de tahmied drieëndertig keer en de takbier vierendertig keer op te zeggen." De man van de Ensaar zei (in zijn droom): "Ja, klopt." Er werd tegen hem gezegd: "Doet het voortaan zo dat jullie al deze zaken vijfentwintig keer opzeggen en voegt daar ook de tahliel aan toe (door het ook vijfentwintig keer op te zeggen)." De man ging naar de profeet (sav) en vertelde hem dit. Hij zei daarop: "Ja, doet dat."[308]
3- Dat de bidder tienmaal de tasbieh uitspreek, tienmaal de tahmied en tienmaal de takbier. Dit staat vermeld in de hadith van Aboe Hoereyrah (rm). De metgezellen zeiden: "O boodschapper van Allah! De rijkelui zijn ervandoor gegaan met de graden en de blijvende gunsten (in het paradijs)." De profeet (sav) zei: "Hoe dan wel?" Ze zeiden: "Ze bidden zoals wij bidden. Ze strijden zoals wij strijden. Maar zij doen giften en schenken van het overtollige van hun bezittingen en wij bezitten niets." Hij zei: "Zal ik jullie iets vertellen waarmee jullie degenen die voorliggen bij zullen halen en degenen die achterliggen nog verder zullen achterlaten. Niemand zal een betere daad dan deze daad van jullie kunnen presenteren, enkel iemand die hetzelfde heeft gedaan. Dat is dat jullie na ieder gebed drieëndertig keer de tasbieh, drieëndertig keer de tahmied en drieëndertig keer de takbier opzeggen."[309]
[Daarna reciteert hij de aya van de troon] oftewel: "Allah! Er is geen God behalve Hij, de Levende, Hij die zelfstandig in Zijn bestaan. Sluimer, noch slaap overmant Hem. Al wat in de hemelen en wat op aarde is, behoort Hem. Wie kan bij Hem bemiddelen zonder Zijn permissie? Hij heeft kennis van wat hen te wachten staat en wat reeds is gebeurd. Zij kunnen niets van Zijn kennis omvatten, enkel wat Hij wil. Zijn troon strekt zich uit over de hemelen en aarde en het waken over beide vermoeit Hem niet; Hij is de Verhevene, de Grote." (el-Baqarah: 255) Omdat dit vast is komen te staan van Aboe Oemaameh (rm). Hij zei: "De boodschapper van Allah (sav) zei: "Wie aan het eind van ieder gebed de aya van de troon reciteert, niets behalve dat hij sterft zal hem ervan weerhouden het paradijs binnen te treden."[310]
en ook [de soera's el-Ikhlaas] Volgens de hadith van Aboe Oemaameh (rm) die zojuist is vermeld. In een overlevering van Moehammed Ibn Ibraahiem heeft et-Taberaanie de volgende toevoeging gedaan: "En soera el-Ikhlaas."[311]
[el-Felaq en en-Naas na ieder gebed] In navolging van de hadith overgeleverd door 'Oeqbah Ibn 'Aamir (rm) dat waarin hij zegt: "De boodschapper van Allah (sav) heeft me geboden de soera's el-Felaq en en-Naas te reciteren na ieder gebed." In een andere bewoording staat dit in de gebiedende vorm: "Reciteert de soera's van toevlucht tegen de satan."[312]
[Het is een daad van de soenna deze drie soera's in totaal driemaal te herhalen na het ochtendgebed en het avondgebed. Want er is van de profeet (sav) een authentieke hadith overgeleverd die daarop duidt] En dat is de hadith van 'Abdoellah Ibn Khabieb (rm) dat hij zei: "Op een regenachtige en uiterst donkere nacht gingen we naar buiten om de boodschapper van Allah (sav) te zoeken zodat hij voor ons zou gaan bidden. We vonden hem uiteindelijk. Hij zei tegen ons: "Hebben jullie gebeden?" Ik zei toen niets. Hij zei: "Vertel toch." Ik zei echter niets. Hij zei weer: "Vertel vertel." Ik zei wederom niets. Hij zei: "Vertel." Ik zei toen tegen hem: "O boodschapper van Allah! Wat moet ik zeggen?" Hij zei: "Zeg drie keer soera el-Ikhlaas en de twee soera's die bescherming bieden tegen de satan op wanneer het avond wordt en wanneer de ochtend aanbreekt. Dat is voor je genoeg tegen alles."[313] Het ziet ernaar uit dat deze dit verband houdt met de smeekbeden die men doet aan het begin en aan het eind van de dag. Wat betreft de toevoeging van deze smeekbede (dus de recitatie van deze drie soera's en dat drie keer) aan het avond- en ochtendgebed: Het lijkt erop dat deze smeekbede niet gerelateerd is aan het gebed zelf, maar aan de de avond en de ochtend.
[Zoals het ook een daad van de soenna is dat hij het volgende toevoegt aan het gedenken dat is voorgegaan na het ochtendgebed en het avondgebed: "Er is geen god behalve Allah, zonder deelgenoot aan Hem. Hij geeft leven en neemt het leven af. En Hij is tot alles machtig." En dat tien keer. Dit is vast komen te staan van de profeet (sav)] volgens de hadith van Aboe Eyyoeb el-Ensaarie (rm) die hierover gaat. Hij verhaalt dat de boodschapper van Allah (sav) zei: "Wie tien keer "Er is geen god behalve Allah, zonder deelgenoot aan Hem. Hij geeft leven en neemt het leven af. En Hij is tot alles machtig", zegt wanneer hij de ochtend heeft bereikt, dan zal Allah voor ieder van die tien zinnen tien weldaden noteren. Hij zal tien zonden van hem wegwissen en zijn rang nog eens met tien graden verhogen. Deze ene zin is voor hem als tien slaven die hij uit de slavernij heeft bevrijd. Het zal voor hem vanaf het begin van de dag als het ware gewapende troepen zijn voor hem tot aan het einde van de dag. Deze daad is zo groots dat hij op die betreffende dag nagenoeg geen andere daad kan verrichten die deze daad achterlaat. Als hij dit ook zegt wanneer het avond wordt, dan is er voor hem eenzelfde beloning."[314]
In de overlevering van 'Oemaarah Ibn Shoe'ayb es-Sebbaaie (rm) staat dat hij zei: "De boodschapper van Allah (sav) zei: "Wie na het avondgebed tien keer zegt "Er is geen god behalve Allah, zonder deelgenoot aan Hem. Hij geeft leven en neemt het leven af. En Hij is tot alles machtig", Allah zal naar hem gewapende troepen sturen die hem tegen de satan behoeden totdat hij de ochtend bereikt. Allah zal voor hem tien weldaden noteren die het paradijs verplicht maken en zal tien grote (vernietigende) zonden van hem wissen. Deze woorden zijn voor hem als het ware tien gelovige slavinnen die hij bevrijdt."[315]
[Als hij imam is, dan draait hij zich naar de mensen en richt zich tot hen] volgens de hadith van Semoerah Ibn Joendoeb (rm) waarin hij zei: "Wanneer de profeet (sav) het gebed had afgerond keerde hij zich naar ons met zijn gezicht."[316] en volgens de hadith van Zeyd Ibn Khaalid el-Joehenie (rm) dat hij zei: "De boodschapper van Allah (sav) ging ons voor in het ochtendgebed te Hoedaybiyyah nadat er 's nachts neerslag was gevallen. Toen hij zijn gebed afsloot keerde hij zich naar de mensen."[317] Dit is de toepassing volgens de soenna die gevolgd dient te worden, dus het keren tot de mensen nadat men als imam het gebed heeft afgerond
[nadat hij driemaal om vergiffenis heeft gevraagd en nadat hij heeft gezegd: "O Allah! ﷻ bent de Vrede en vrede komt van ﷻ. Verheven bent ﷻ o houder van waardigheid en gulheid."] Dat staat vermeld in de hadith van Thewbaan (rm). Hij zei: "De boodschapper van Allah (sav) vroeg Allah driemaal om vergiffenis wanneer hij zijn gebed had afgesloten en zei: "O Allah! ﷻ bent de Vrede en vrede komt van ﷻ. Verheven bent ﷻ o houder van waardigheid en gulheid."[318] En volgens de hadith van de moeder der gelovigen 'Aaishah (rv) dat hij maar kort op zijn plaats bleef zitten nadat hij de groet had uitgesproken en zijn gebed had beëindigd.[319] Vervolgens keert hij zich soms rechtsom naar de mensen of soms linksom. Er is overgeleverd van 'Abdoellah Ibn Mes'oed (rm) zoals in de twee Sahieh-boeken dat hij zei: "Laat iemand van jullie niets van zijn gebed overlaten aan de satan. Zo denkt iemand bijvoorbeeld dat hij geboden is zich rechtsom naar de menigte te keren. Maar ik heb de profeet (sav) vele malen zich linksom zien draaien naar de mensen." In een bewoording van Moeslim staat: "Ik heb de boodschapper van Allah (sav) het meest linksom zien omdraaien."[320]
Ook in Sahieh Moeslim is overgeleverd van Enes Ibn Maalik (rm) dat es-Soeddiey hem vroeg over het omdraaien na het gebed (in het geval van de imam) of dat rechtsom of linksom dient te zijn. Enes (rm) zei toen tegen hem: "Als men mij vraagt, ik heb de boodschapper van Allah (sav) het meest rechtsom zien omdraaien."[321]
Zo zien we dat ieder van de twee metgezellen heeft verhaald wat hij heeft gezien. Ibn Mes'oed (rm) bijvoorbeeld ziet dat de boodschapper van Allah (sav) het meest linksom draaiend zijn plaats verlaat en Enes (rm) daartegen ziet de profeet (sav) zich het meest rechtsom tot de bidders keren. Hierop baserend zijn beiden toepassingen van de soenna. Daarom is het aangeraden dat deze beide toepassingen worden afgewisseld. Het is dan ook een afgeraden daad dat iemand het als een verplichting voor zichzelf ziet dat hij zich perse rechtsom dient om te draaien. In dat geval heeft hij door deze overtuiging, de overtuiging dat een ongemoeide handeling verplicht is, een aandeel gemaakt voor de satan in zijn gebed.
[Daarna vangt hij aan met de gedenkspreuken die zijn genoemd zoals dat staat vermeld in de vele overleveringen van de profeet (sav). Een van die overleveringen is de hadith van 'Aaishah (rv) in het boek es-Sahieh van Moeslim]
[Al deze gedenkspreuken] en smeekbeden die zijn overgeleverd van de profeet (sav) na het gebed [gelden als een daad van de soenna] waarvoor de dienaar wordt beloond doch niet bestraft voor het nalaten ervan [en zijn niet verplicht] Dus mocht de bidder deze smeekbeden niet uitspreken, dan begaat hij geen zonde. Maar hem is wel een grote gunst ontgaan. Want er zijn veel zaken overgeleverd over de uitmuntendheid van deze smeekbeden.
Een nuttige opmerking: Het is aangeraden voor de bidder dat hij de duur van de verschillende houdingen in het gebed, zoals de staande houding, de roekoe', de soejoed en de zittende houding tussen de beide soejoed laat overeenkomen. Deze toepassing staat beschreven in de hadith die is vast komen te staan van el-Beraa Ibn 'Aazib (rm) waarin staat: "Ik inspecteerde het gebed met Mohammed (sav) en kwam tot de conclusie dat zijn staande houding, zijn roekoe', zijn staande houding na het terug overeind komen uit de roekoe', zijn soejoed, zijn zittende houding tussen de beide soejoed en zijn zittende houding tussen de uitspraak van de getuigenis en de afsluiting van het gebed ongeveer gelijk waren."[322]
De supplementaire en nadrukkelijk aangeraden vrijwillige gebeden
[Het is voor iedere moslim, man en vrouw, een geliefde daad en van de soenna dat hij voor het middaggebed vier reka bidt en erna twee, na het avondgebed twee, na het late avondgebed twee en voor het ochtendgebed twee reka. In totaal zijn dat twaalf rek'a] die vrijwillig doch sterk aangeraden zijn. Dit is vermeld in de hadith van Oem Habiebah (rm). Ze zei: "De boodschapper van Allah (sav) zei: "Geen moslim bidt trouw aan Allah iedere dag twaalf rek'a aan vrijwillige gebeden buiten de de verplichte gebeden, of Allah bouwt voor hem een huis in het paradijs, of wordt er voor hem een huis gebouwd in het paradijs."[323]
In de overlevering van et-Tirmidhie (Allah's genade zij met hem) zoals in zijn boek es-Soenen staat de volgende toevoeging: "Vier rek'a voor het middaggebed, twee rek'a erna, twee rek'a na het avondgebed, twee rek'a na het late avondgebed en twee rek'a voor het ochtendgebed."[324]
[Deze gebeden worden de vaste supplementaire gebeden genoemd] bestaande uit twaalf rek'a omdat deze gebeden samen met de verplichte gebeden uitgevoerd worden [want de profeet (sav) waakte over deze gebeden wanneer hij zich in zijn woonplaats bevond] Dus wanneer ten tijde van zijn residentie in Medina
[Op reis echter liet hij deze gebeden, behalve het vaste vrijwillige gebed voor het ochtendgebed] Zoals dat staat in de hadith van de moeder der gelovigen 'Aaishah (rv) dat ze zei: "De profeet (sav) waakte over geen supplementair gebed nog sterker dan de twee rek'a die voor het ochtendgebed verricht worden."[325] [en] zo ook [de witr[326]] Er is van 'Abdoellah Ibn 'Oemar (r2) overgeleverd dat hij zei: "De profeet (sav) bad op reis op zijn vervoer waarheen die zich ook keerde. Hij voerde de bewegingen symbolisch uit. Hij bad zo het nachtgebed maar niet de verplichte gebeden. Het witr-gebed voerde hij ook uit op zijn vervoer."[327] el-Boekhaarie heeft aan deze overlevering de volgende titel gegeven: "Deel over het witr-gebed op reis" Ibn Hajer zegt: "el-Boekhaarie's uitdrukking "Het witr-gebed op reis". Deze titel is een weerlegging van de bewering van sommigen die zeggen dat het bidden op het vervoer op reis geen daad van de soenna is."[328]
[Sterker nog, hij (sav) waakte over deze twee gebeden op reis of op plaats van vestiging. En aan de profeet (sav) hebben een mooi voorbeeld omdat Allah (verheven is Hij) zegt: "Voorzeker, jullie hebben aan de boodschapper van Allah een mooi voorbeeld." (el-Ahzaab: 21) En wegens de volgende uitspraak van de profeet (sav): "Bidt zoals jullie me hebben zien bidden."[329]] Meester in Islam Ibn Teymiyyah -Allah's genade zij met hem- zegt: "Het is van de boodschapper van Allah (sav) niet overgeleverd dat hij een supplementair gebed verrichtte op reis met uitzondering van het vaste supplementaire gebed dat voor het ochtendgebed verricht wordt en het witr-gebed."[330]
[Het optimale is dat deze nadrukkelijk aangeraden vrijwillige gebeden en het witr-gebed thuis worden verricht] volgens de hadith van 'Abdoellah Ibn 'Oemar (r2) waarin hij overlevert van de profeet (sav) dat hij zei: "Reserveer voor jullie huis een deel van jullie gebeden en maakt jullie woningen niet tot begraafplaatsen (waar niet wordt gebeden)."[331] En er is van Zeyd Ibn Thaabit (rm) overgeleverd dat de boodschapper van Allah (sav) voor zichzelf een kamert inrichtte. Hij zei: "Ik denk dat hij een stromat op de grond had gelegd in de maand Ramadan. Hij bad daar enkele nachten en sommigen mensen onder zijn metgezellen sloten zich bij hem aan en baden met hem. Toen hij het doorhad wat zij deden begon hij thuis te zitten. Hij kwam dan eens naar buiten naar hen en zei: "Ik weet ondertussen wat ik jullie heb zien doen. Bidt o mensen in jullie eigen woningen. Want voorzeker, het meest uitmuntende gebed van een persoon is het gebed dat hij thuis verricht met uitzondering van het verplichte gebed."[332]
[Mocht hij ze echter in de moskee uitvoeren, dan kan dat geen kwaad. Want de profeet (sav) zegt: "Het beste gebed van een persoon is het gebed dat hij thuis verricht met uitzondering van het verplichte gebed."] Hiermee heeft de boodschapper van Allah (sav) aangegeven dat het meest uitmuntende gebed van de dienaar het gebed is dat hij thuis uitvoert. De uitmuntendheid van een zaak betekent echter niet verplichting ervan. Met andere woorden is de uitvoering van deze supplementaire gebeden thuis beter en krijgt het de voorkeur. Maar bidt hij ze in de moskee, dan kan dat geen kwaad.
[Het waken] oftewel de continuïteit [over deze twaalf rek'a valt onder de redenen voor het binnentreden van het paradijs. In Sahieh Moeslim is namelijk de volgende uitspraak van de profeet (sav) vast komen te staan] als overlevering van Oem Habiebah (rv) dat ze zei: "Ik heb de boodschapper van Allah (sav) horen zeggen ["Er is geen moslim dienaar die voor Allah iedere dag twaalf reka extra bidt buiten de verplichte gebeden of Allah bouwt voor hem een huis in het paradijs."[333]]
[Bidt hij vier rek'as voor het tweede middaggebed] dan is dat een mooie daad. Want in de hadith van Ibn 'Oemar (r2) staat dat de profeet (sav) zei: "Allah's genade zij met de persoon die voor het tweede middaggebed vier rek'a bidt."[334] [twee rek'as voor het avondgebed] dan is ook dat een mooie daad. Van Enes Ibn Maalik (rm) is immers overgeleverd dat hij zei: "Wanneer de oproeper de oproep tot het gebed had gedaan gingen meteen wat mensen onder de metgezellen van de profeet (sav) opstaan en ijlden naar de pilaren totdat de profeet (sav) naar buiten kwam. Zo ook baden zij de twee rek'as voor het avondgebed."[335] [en twee rek'as voor het late avondgebed, dan is dat mooi] Er is van 'Abdoellah Ibn el-Moeghaffel (rm) overgeleverd dat de profeet (sav) zei: "Tussen de beide oproepen tot het gebed is er een gebed. Tussen beide oproepen tot het gebed is er een gebed." Bij de derde zei hij: "Voor wie dat wil."[336] [En mocht hij tot slot vier rek'as bidden voor en na het middaggebed, dan is dat eveneens mooi. Want de profeet (sav) zegt: "Wie waakt over vier rek'a voor en vier rek'a na het middaggebed, zal voor het vuur verboden worden."[337] Overgeleverd door Ahmed en de houders van de Soenen-boeken als hadith van Oem Habiebah (rv). De ketting van de hadith is sahieh. Dit betekent dat hij twee rek'as toevoegt aan het vaste vrijwillige gebed na het middaggebed. Want het vaste vrijwillige gebed voor het middaggebed bestaat uit vier rek'as en het vaste vrijwillige gebed erna uit twee. Dus voegt hij aan de laatste twee rek'as toe, dan is reeds volbracht wat in de hadith van Oem Habiebah (rv) wordt beschreven] oftewel dat Allah -verheven is Hij- voor hem een huis bouwt in het paradijs.
[Tot slot] en hierbij eindigt dit gezegende boekje met een vergemakkelijkte uitleg [Bij Allah schuilt al het succes] Want succes kan enkel worden behaald door toedoen van Allah en Hij is de enige die de dienaar succes kan verschaffen. Hij zegt: "En mijn welslagen is enkel met Allah. Enkel in Hem heb ik mijn vertrouwen gevestigd en tot Hem wend ik mij." (Hoed: 88)
De dichter zegt:
Als er geen hulp van Allah is voor de jongeman Dan is het eerste wat hem zondig maakt zijn inspanning
[Allah's vrede en zegeningen zijden met onze profeet Mohammed zoon van Abdoellah en zijn aanverwanten, metgezellen en trouwe volgelingen tot aan de Dag des Oordeels] En o Allah! Maakt ons met hun met Uw goedertierenheid en liefdadigheid, o meest genadige der genadigen.
[1] Overgeleverd door et-Tirmidhie onder nummer (223) van Boereydah el-Eslemie (rm) en door Ibn Maajeh met nummer (781) van Enes (rm). El-Haakim heeft de hadith in el-Moestedrek onder nummer (769) geauthentiseerd en edh-Dhehebie is daarmee akkoord gegaan (1/332)
[2] Overgeleverd door Aboe Daawoed met nummer (3985)
[3] El-Fetaawaa (14/5-6)
[4] In de vertaalde versie is de oorspronkelijk tekst geplaatst tussen [ ] vormige tekens geplaatst en ook nog eens in een vetgedrukte lettertype aangegeven.
[5] Boeken die als bron hebben gediend voor de biografie van de sjeik -moge Allah genade met hem hebben- zijn: Mejmoe' Fetaawaa wa maqaalaat moetenewwi'ah van de sjeik zelf (1/9-12), het boek "el-Imaam Ibn Baaz" van sjeik 'Abdoel'Aziez es-Sedhaan, het boek "Ibn Baaz fid'delm" van 'Abdoel'Aziez el-Berraak "Imaam el-'asr" van dr. Naasir ez-Zehraanie, "el-Iejaaz fie sierati moeellefaat Bin Baaz" van Saalih el-Hoeweymil, "Mewaaqif moedieeh fie hayaat el-imaam 'Abdil'Aziz Ibn Baaz" van Mahmoed Ibn 'Abdillah el-Matar, "Sjeik Bin Baaz, "Sjeik Bin Baaz Baqiyyetoes selefwa Imam el-khalef" een uitgave van de centrum voor informatie aan de WAMY met een voorwoord van dr. Maani' el-Joehenie, "el-Moemtaaz fie menaaqib sjeik Bin Baaz" door 'Aaid el-Qarnie, "el-Injaaz fie terjemeti el-Imaam 'Abdil'Aziez Bin Baaz" door 'Abdoerahmaan er-Rahmeh, "Oelamaa wa moefakkiroen 'araftoehoem" van Moehammed el-Mejdhoeb (1/77-106), "Kewkebetoen min Eimmetil Hoedaa wa Masaabieh ed-Doejaa" van dr. 'Aasim el-Qaryoetie (blz.137-179) en nog wat andere boeken die gaan over de biografie van de sjeik -moge Allah hem genadig zijn-.
[6] Dit wordt de besmeleh genoemd.
[7] Jaami' Ahkaam el-Quraan (1/67)
[8] Fethoe'l-Baarie (1/14)
[9] Overgeleverd door el-Boekhaarie (2941, 4553, 6260) en Moeslim (1773)
[10] Fethoe'l-Baarie (1/14)
[11] Omdat enkel de Schepper daarmee genoemd kan worden wat niet het geval is met andere zelfstandige naamwoorden.
[12] Medaarij es-Saalikien (1/95)
[13] Bedaai' el-Fewaaid (1/28) geciteerd met een minimale aanpassing.
[14] El-Qaamoes el-Moehiet (blz. 266)
[15] Moe'jem Meqaayies el-Lughah (1/315-316)
[16] Overgeleverd door Ahmed (5/395) en 'Abdu'ﷺ-Razzaaq in el-Moesannaf (3/185 nr. 5142) als hadith van Hudheyfeh Ibn el-Yemaan, el—Heythemie zegt in Mejma' ez-Zewaaid (10/96): "Overgeleverd door Ahmed en in de ketting van de hadith bevindt zich een verhaler die niet bij name is genoemd. De rest van de verhalers zijn betrouwbare personen,) Daarom heeft el-Elbanie deze hadith als zwak bestempeld in zijn boek Da'ief et-Terghieb wa et-Terhieb (1/241 nr. 923)
[17] Tafsier Ibn Kethier (1/25)
[18] Dit is de omschrijving van Ibn Teymiyyah (moge Allah genade met hem hebben) in Mejmoe' el-Fetaawaa (11/133)
[19] Overgeleverd door el-Boekhaarie (922) en Moeslim (905)
[20] Overgeleverd door Moeslim (868)
[21] Overgeleverd door el-Boekhaarie (4837) en Moeslim (2820) als overlevering van de moeder der gelovigen 'Aaishah (rv)
[22] Ibn betekent in het Arabisch: zoon van...
[23] Geleerden die zich bezighouden met de biografie van de profeet (sav) en de afstammingsleer zijn overeenkomstig over de authenticiteit van deze edele stamboom tot aan zijn voorvader 'Adnaan. Ibn Hishaam heeft deze ketting opgenoemd in zijn boek es-Sierah en-Nebewiyyeh (½) Ibn el-Qayyim heeft de namen van de profeet (sav) ruimschoots opgenoemd en de betekenissen ervan uitgelegd in zijn boek Zaadoe'l-Me'aad (1/86-97)
[24] Overgeleverd door el-Boekhaarie (4896) en Moeslim (2354) als hadith van Jubeyr Ibn Moet'im (moge Allah tevreden met hem zijn)
[26] Minhaaj es-Soenna en-Nebewiyyah (1/156)
[27] Overgeleverd door el-Boekhaarie (922) en Moeslim (905)
[28] Met nummer (691)
[29] El-Fewaaid (blz. 67)
[30] Teysier el-Keriem er-Rahmaan fie Tefsier Kelaamil Mennaan (5/88)
[31] Dat is de wassing die als een voorwaarde geldt voor de salat.
[32] Overgeleverd door el-Boekhaarie (647) en Moeslim (649)
[33] Overgeleverd door Moeslim (224)
[34] Overgeleverd dor el-Boekhaarie (6251,6667) en Moeslim (397)
[35] Zie el-Boekhaarie (6954) en Moeslim (225)
[36] Overgeleverd door Ibn Maajeh (2045) als hadith van 'Abdoellah Ibn 'Abbaas (r2) en door anderen zoals el-Beyhaqie (6/84). Deze hadith is als authentiek verklaard door el-Elbaanie zoals dat aangegeven is in Irwaaoel Ghaliel (82)
[38] Overgeleverd door Imam Ahmed (3/20) Aboe Daawoed (650) ed-Daarimie in zijn boek es-Soenen (1/370) Ibn Khoezeymeh in zijn boek es-Sahieh (1/384) Ibn Hibbaan in zijn boek es-Sahieh (5/560) el-Haakim in el-Moestedrek (1/260) ed-Daaraqoetniey in es-Soenen (1/399) en el-Elbaanie heeft in Irwaaoel Ghaliel (284) de authenticiteit van de hadith vermeld.
[39] Overgeleverd door Moeslim (243)
[40] Allemaal betekenissen die het Arabische woord 'kibla' draagt.
[41] Overgeleverd door el-Boekhaarie (398) en Moeslim (1330)
[42] El-Boekhaarie (6251) en Moeslim (397)
[43] Meraatiboel Ijmaa' (blz. 26)
[44] Overgeleverd door el-Boekhaarie (751) als hadith van 'Aaishah (rv).
[45] Dat is Aboe Bakr zelf.
[46] Overgeleverd door el-Boekhaarie (684) en Moeslim (421) alsook anderen.
[47] Overgeleverd door Moeslim (2203)
[48] Overgeleverd door el-Boekhaarie (6251) en Moeslim (397)
[49] El-Boekhaarie (7288) en Moeslim (397)
[50] Overgeleverd door el-Boekhaarie (4535)
[51] Overgeleverd door el-Boekhaarie (1000) en Moeslim (700)
[52] Overgeleverd door Aboe Daawoed (1225) en ed-Daaraqoetniey (1/396) en anderen. El-Elbaanie heeft in Sahieh Abie Daawoed (1084) aangegeven dat de hadith van middelmatige doch authentieke kwaliteit is.
[53] Oftewel Enes Ibn Maalik (rm)
[54] In oude boeken wordt hiermee meestal het gebied waar nu vooral Syrie ligt bedoeld.
[55] 'Ayn et-Temr is een gebied dat vlakbij el-Enbaar ten westen van el-Koefah ligt.
[56] Overgeleverd door el-Boekhaarie (1100) en Moeslim (702)
[57] Mejmoe' Fetaawaa we Maqaalaat Moetenewwi'ah (10/420)
[58] El-Boekhaarie (1000) en Moeslim (700)
[59] El-Boekhaarie (2697) en Moeslim (1718)
[60] Overgeleverd door el-Boekhaarie en Moeslim (6251) en Moeslim (397)
[61] Overgeleverd door Moeslim (1718) als hadih van 'Aaishah, moeder der gelovigen, (rv)
[62] El-Fetaawaa el-Koebraa (2/213)
[63] Mejmoe' el-Fetaawaa (22/218-219)
[64] Zaadoel Me'aad (1/201)
[65] Mejmoe' el-Fetaawaa wel Maqaalaat moetenewwi'ah (10/423)
[66] Overgeleverd door Moeslim (500)
[67] Overgeleverd door el-Boekhaarie (493) en Moeslim (504)
[68] Overgeleverd door Ahmed (3/404) en de bewoording hoort hem toe. Eveneens overgeleverd door Ibn Ebie Sheybeh in el-Moesannaf (1/249) el-Baghawie in Sherh es-Soenna (2/ 403) Ibn Khoezeymeh in es-Sahieh (2/13) el-Beyhaqie in es-Soenen el-Koebraa (2/270) De bewoording in de overlevering van Ibn Khoezeymeh en el-Beyhaqie is: "Bakent jullie af in jullie gebed." De hadith is authentiek zoals el-Elbaanie dat heeft bepaald in zijn boek Silsiletoel Ehaadith es-Sahiehah (2783)
[69] Overgeleverd door Ahmed (2/249) Aboe Daawoed (689) Ibn Maajeh (943) el-Elbaanie heeft in Temaamoel Minneh (blz.300) aangegeven dat deze hadith zwak is.
[70] Overgeleverd door Ahmed (4/2) Aboe Daawoed (695) en en-Nesaaie (748) el-Elbaanie heeft de authenticiteit ervan bevestigd in es-Silsilah (1386)
[71] El-Boekhaarie (494) en Moeslim (501)
[72] Overgeleverd door el-Boekhaarie (507) en Moeslim (502)
[73] Mejmoe' Fetaawaa we Maqaalaat Moetenewwiah (11/103)
[74] Bij gebrek aan een betere uitdrukkigsvorm hebben we deze vertaling gekozen. In het Arabisch staat echter: Takbieratoel Ihraam. Eventueel hadden we kunnen zeggen: De takbier van opgelegde onthouding, zoals boven beschreven zal worden.
[75] Overgelever door Ahmed (1/123) Aboe Daawoed (61) et-Tirmidhie (238) Ibn Maajeh (275) en anderen. Et-Tirmidhie zei: "Deze hadith is de meest authentieke en de beste hadith over dit onderwerp." De hadith is door el-Elbaanie als authentiek verklaard in Sahieh Abie Daawoed (55)
[76] Allah is groter
[77] Allah weet beter
[78] Allah is machtiger
[79] Overgeleverd door Maalik in el-Moewatta (1/179) Ahmed (5/424) et-Tirmidhie (305) Ibn Maajeh (911) Ibn Khoezeymeh (1/337) el-Elbaanie heeft aangegeven dat de hadith authentiek is in Irwaaoel Ghaliel (304)
[80] El-Fetaawaa (22/237)
[81] Soenen et-Tirmidhie (2/3)
[82] Allah is DE grootste. En let hier op het minimale verschil tussen "Allahoe Ekber" en "Allahoel Ekber"
[83] Er is geen god behalve Allah
[84] Allah is glorieus
[85] Overgeleverd door el-Boekhaarie (750)
[86] Overgeleverd door Ibn Jerier et-Taberie in zijn uitleg van de Koran (10/6244)
[87] Overgeleverd door el-Haakim (1/479) en el-Beyhaqie (5/158) De hadith is authentiek volgens el-Elbaanie zoals vermeld in Irwaaoel Ghaliel (2/73)
[88] El-Boekhaarie (735,736) en Moeslim (390)
[89] Moeslim (391)
[90] El-Moeghnie (2/137)
[91] Mejmoe' Fetaawaa wa Maqaalaat Moetenewwi'a behorend tot Sjeik Bin Baz (11/156)
[92] Moeslim (401)
[93] Overgeleverd door Ahmed (4/318) Sjeik Shoe'ayb el-Arnaoet die de Moesnad verifieerde zei: authentiek
[94] Overgeleverd door Aboe Daawoed (757)
[95] Overgeleverd door el-Boekhaarie (740)
[96] Overgeleverd door en-Nesaaie (895) en ed-Daaraqoetnie (1/286) De hadith is door el-Elbaanie als authentiek aangeduid in Sifatoes Salaah (blz.88)
[97] Overgeleverd door Ahmed (5/226) et-Tirmidhie (252) Ibn Maajeh (858) et-Tirmidhie zei: "De hadith van Hoeleb is een hadith van middelmatige sterkte, doch acceptabel. De toepassing onder de geleerden van de metgezellen van de profeet (sav), hun volgers en zij die na hen komen is volgens deze hadith. Zij zijn van mening dat de persoon zijn rechterhand op zijn linker onderarm plaatst in het gebed." Zie Soenen et-Tirmidhie (2/32) De hadith is volgens el-Elbaanie 'hasen' wat in de hadith-wetenschap een acceptabele hadith van middelmatige sterkte is. Zie Sahieh Soenen Ibn Maajeh (659)
[98] Haashiyet er-Rawd el-Murbi' (2/18)
[99] Overgeleverd door Ibn Khoezeymah (1/234) en el-Beyhaqie in es-Soenen el-Koebraa (2/30)
[100] Ahkaam el-Jenaaiz (blz.118)
[101] Esh-Sherh el-Moemti' (3/46)
[102] Overgeleverd door el-Boekhaarie (744) en Moeslim (594) als hadith van Aboe Hoereyrah (rm)
[103] Overgeleverd door Ahmed (3/50) et-Tirmidhie (244) Aboe Daawoed (776) en-Nesaaie (908) Ibn Maajeh (853) el-Elbaanie heeft deze overlevering als hadith van de moeder der gelovigen 'Aaishah (rv) authentiek verklaard in zijn boek es-Silsiletoes Sahiehah (2996)
[104] Mesaail el-Imaam Ahmed, verzameld en overgeleverd door Aboe Daawoed (blz.46)
[105] Overgeleverd door Moeslim (771)
[106] Overgeleverd door Moeslim (600)
[107] Moeslim (601)
[108] Overgeleverd door el-Boekhaarie (631)
[109] Overgeleverd door el-Boekhaarie (2697) en Moeslim (1718)
[110] Mejmoe' Fetaawaa wa maqaalaat moetenewwia' (11/74)
[111] Ahmed (3/5) et-Tirmidhie (243) Aboe Daawoed (775)
[112] Overgeleverd door Ahmed (2/497) en-Nesaaie (913) Ibn Khoezeyme (1/342) Ibn Hajer zei: "Dit is de sterkste hadith die duidt op het van buiten opzeggen van de besmeleh."
[113] El-Boekhaarie (743) en Moeslim (399)
[114] De aanzienlijke en overduidelijke fout in deze soera bestaat uit twee soorten: 1- Een aanzienlijk grote fout die echter de betekenis niet verandert. Zonder geschil maakt zo'n fout het gebed niet ongeldig. 2- Een aanzienlijk grote fout die ook de betekenis verandert. Hier treden de geleerden in detail. De opinie die waardig is verkozen te worden is dat de aanzielijke fout die de betekenis verpest onder een van de volgende twee situaties valt: De eerste situatie is dat deze fout voortkomt uit een vergissing of inattentie of dat de bidder eigenlijk onmachtig tot het correcte, zoals de recitatie van de meeste niet-Arabisch sprekenden die bepaalde letters met andere letters vervangen. Dit is -met Allah's wil vergeven-. De tweede situatie is dat de bidder kennis heeft, weet wat hij reciteert en ook nog eens de mogelijkheid heeft zijn recitatie te corrigeren. Of het kan een onwetende zijn die nalatig heeft gehandeld in het leren van de correcte recitatie. Het gebed van deze persoon –en Allah weet het best- is niet afdoende en hij dient zijn gebed te herhalen. -Uit Risaaleh fie Tejwied el-Faatihah (blz.39)
[115] Overgeleverd door el-Boekhaarie (756) en Moeslim (394)
[116] Ahmed (5/316) Aboe Daawoed (823) et-Tirmidhie (312) De hadith is door el-Elbaanie 'hasen' verklaard in el-Mishkaat (854)
[117] El-Boekhaarie (5736) en Moeslim (2201)
[118] Overgeleverd door el-Boekhaarie (780) en Moeslim (410)
[119] Overgeleverd door en-Nesaaie (905) Ibn Khoezeymah in es-Sahieh (1/251) en ed-Daaraqoetnie in es-Soenen (1/305)
[120] Overgeleverd door Ibn Maajeh (905) en el-Elbaanie heeft deze overlevering als zwak bestempeld in es-Silsileh es-Sahiehah (952)
[121] In het Nederlands 'amen'. Omdat de taal gebruikt in de salat en in letterlijk overgeleverde smeekbeden Arabisch dient te zijn hebben we de juiste Arabische uitspraak in de vertaling opgenomen en niet het Nederlandse woord dat dezelfde betekenis draagt. Zo is het ook niet afdoende dat men soera el-Faatihah of een van de smeekbeden in het gebed in een taal anders dan het Arabisch uitspreekt.
[122] Beginnend van soera "en-Nebe" tot aan soera "ed-Doehaa".
[123] Van soera "Qaaf" tot aan soera "Nebe"
[124] Na soera "ed-Doehaa" tot aan het de laatste soera van de Edele Koran.
[125] Overgeleverd door el-Boekhaarie (765) en Moeslim (463)
[126] El-Boekhaarie (763) Moesim (462)
[127] Overgeleverd door el-Boekhaarie (764)
[128] Et-Temhied (9/146)
[129] Overgeleverd door Moeslim (452)
[130] Moeslim (459)
[131] El-Boekhaarie (705) Moeslim (465)
[132] Ahmed (5/103) en-Nesaaie (987) Aboe Daawoed (805) el-Elbaanie heeft de hadith als authentiek verklaard in es-Silsileh (1160)
[133] Een plaats aan de rand van Medina. Men had vroeger geen toilet in huis en ging naar afgelegen plaatsen voor de stoelgang. Uiteindelijk was het de Islamitische beschaving die toiletten in woningen plaatste.
[134] Moeslim (454)
[135] Overgeleverd door el-Boekhaarie ( 547) en Moeslim (461)
[136] Overgeleverd door Ahmed (2/300) et-Tirmidhie (307) Aboe Daawoed (806) en-Nesaaie (990) el-Elbaanie zegt in el-Mishkaah (853) dat de hadith van middelmatige doch acceptabele sterkte is.
[137] El-Boekhaarie (891) en Moeslim (879)
[138] Overgeleverd door Aboe Daawoed (816) el-Elbaanie heeft de hadith als 'hasen' aangegeven zoals in Sahieh Abie Daawoed (730).
[139] Overgeleverd door el-Boekhaarie (703) en Moeslim (467)
[140] Overgeleverd door el-Boekhaarie (709) Moeslim (470)
[141] Sherh Sahieh Moeslim (2/22)
[142] Vanaf nu zal dit de 'roekoe' worden genoemd.
[143] El-Boekhaarie (757) Moeslim (397)
[144] Meraatib el-Ijmaa' (blz.26)
[145] Overgeleverd door el-Boekhaarie (735,736) Moeslim (390)
[146] Moeslim (391)
[147] Overgeleverd door el-Boekhaarie (828)
[148] Moeslim (498)
[149] Overgeleverd door Ibn Maajeh (921) In Sahieh Ibn Maajeh zegt el-Elbaanie dat de hadith authentiek is.
[150] Aboe Daawoed (734) et-Tirmidhie (261) ed-Daarimie (1/341) De beknopte overlevering ervan staat in Sahieh el-Boekhaarie (828)
[151] Overgeleverd door el-Boekhaarie (828)
[152] Aboe Daawoed (734) et-Tirmidhie (261)
[153] Overgeleverd door el-Boekhaarie (790) en Moeslim (535)
[154] Ibn Hibbaan in zijn boek es-Sahieh (5/247) ed-Daaraqoetnie in es-Soenen (1/339) et-Taberaanie in el-Mu'jem el-Kebier (19/22) el-Beyhaqie in es-Soenen el-Koebraa (2/112) el-Heythemie heeft de hadith opgenomen in Mejme' ez-Zewaaid (2/135) en heeft de hadith voor 'hasen' gehouden.
[155] Imam Ahmed (4/120) ed-Daarimie (1/340)
[156] El-Boekhaarie (757) en Moeslim (397)
[157] Moeslim (772)
[158] Overgeleverd door Ahmed (4/155) Aboe Daawoed (869) Ibn Maajeh (937) el-Elbaanie heeft de hadith in Irwaaoel Galiel (334) als zwak bestempeld.
[159] Overgeleverd door Aboe Daawoed (886) et-Tirmidhie (262) Ibn Maajeh (940) ed-Daaraqoetnie (1/343) Deze hadith heeft een breuk in de ketting. Dat heeft Aboe Daawoed aangegeven. Imam et-Tirmidhie zegt: "De ketting van de hadith van Ibn Mes'oed (rm) is niet een gesloten ketting. 'Awn Ibn 'Abdillah Ibn 'Oetbeh heeft Ibn Mes'oed niet ontmoet (en kan dus niet van hem hebben overgeleverd). Echter, de toepassing onder de geleerden is volgens deze hadith. Ze raden aan dat de bidder bij de roekoe' alsook bij de soejoed niet minder dan driemaal de verheerlijking van de Heer uitspreekt." Als conclusie: De hadith is zwak.
[160] Overgeleverd door Imam Ahmed (3/162) Aboe Daawoed (888) en-Nesaaie (1143) el-Beyhaqie (2/110) In de ketting van de hadith zit Wehb Ibn Maanoes en die is zwak. Zo heeft el-Elbaanie de hadith als zwak verklaard in Irwaaoel Galiel (348)
[161] El-Boekhaarie (820) en Moeslim (471)
[162] El-Boekhaarie (794) Moeslim (484)
[163] Moeslim (479)
[164] Overgeleverd door Moeslim (487)
[165] Moeslim (771)
[166] Overgeleverd door Ahmed (6/24) Aboe Daawoed (873) en-Nesaaie (1057) el-Beyhaqie (2/310) De basis voor de hadith ligt in Sahieh Moeslim in een hadith overgeleverd door Hietheyfeh Ibn el-Yemaan (rm). Imam el-Elbaanie heeft de hadith geauthenticeerd in Mishkaat el-Mesaabieh (882)
[167] Overgeleverd door el-Boekhaarie (735,736) Moeslim (390)
[168] Moeslim (391)
[169] El-Boekhaarie (789) Moeslim (392)
[170] Overgeleverd door el-Boekhaarie (631)
[171] Overgeleverd door ed-Daaraqoetnie (1/339)
[172] El-Boekhaarie (799) en Moeslim (600)
[173] Moeslim (477)
[174] Overgeleverd door el-Boekhaarie (689) en Moeslim (411)
[175] Overgeleverd door Moeslim (392) als een woordenwisseling tussen Hittaan Ibn 'Abdillah er-Raqaashie en Aboe Moesa el-Esh'arie (rm)
[176] El-Boekhaarie (789) en Moeslim (411)
[177] El-Boekhaarie (722)
[178] Overgeleverd door el-Boekhaarie (689) en Moeslim (411)
[179] El-Boekhaarie (796) Moeslim (409)
[180] Overgeleverd door el-Boekhaarie (795)
[181] Overgeleverd door Ibn Khoezeymeh in es-Sahieh (1/243) In de ketting van de hadith zit Moeemmel Ibn Ismaa'iel. Ibn Hajer el-'Asqalaanie zegt over hem in et-Taqrieb (blz.987 met nummer 7078): "Geloofwaardige verhaler, heeft echter een slecht geheugen." Daarom heeft el-Elbaanie deze hadith als zwak bestempeld in es-Silsiletoed-Da'iefeh (449)
[182] Overgeleverd door en-Nesaaie (887) ed-Daaraqoetnie (1/286) De hadith is geauthentiseerd door el-Elbaanie in es-Silsiletoes-Sahiehah (2247)
[183] Overgeleverd door el-Boekhaarie (740)
[184] Op het moment dat we dit boek vertalen is Sjeik Bakr Aboe Zeyd reeds overleden -moge Allah genade met hem hebben-. "We horen tot Allah en we zullen zeker naar Hem wederkeren."
[185] Fiqh en-Newaazil (1/89)
[186] Mesaail el-Imaam Ahmed Ibn Hanbel, overlevering van zijn zoon Aboe Foedayl Saalih (blz.178 kwestie nr. 615)
[187] El-Boekhaarie (39)
[188] Deze houding die nu beschreven zal worden gaan we in het vervolg 'soejoed' of soms 'sejdeh' noemen.
[189] El-Boekhaarie (757) Moeslim (397)
[190] Overgeleverd door Aboe Daawoed (838) et-Tirmidhie (269) en-Nesaaie (1097) Ibn Maajeh (932) ed-Daaraqoetnie (2/150) De hadith is zwak. Et-Tirmidhie zegt erover: "Een hadith die goed maar toch wankel is. We weten voor zover niet dat iemand anders dan Shoereyk deze hadith ook heeft overgeleverd." ed-Daaraqoetnie zegt in zijn boek es-Soenen (2/150) na de hadith: "Shoereyk heeft deze hadith individueel overgeleverd wanr enkel Shoereyk heeft deze hadith van 'Aasim Ibn Koeleyb verhaald. Wanneer Shoereyk in zijn eentje komt te staan bij een overlevering is hij niet acceptabel sterk. Allah weet het best." Ook el-Elbaanie heeft de hadith als zwak bestempeld zoals in Irwaaoel Ghaliel (357)
[191] Zaadoel Me'aad (1/223)
[192] Overgeleverd door el-Boekhaarie (828)
[193] Ibn el-Ethier legt het Arabische woord voor 'drukken' als volgt uit: "Oftewel: Hij stak zijn voeten op en vouwde de tenen vanaf de middelvoetsbenen door zijn voeten naar beneden te drukken en kromde de tenen richting de wreef." (en-Nihaayeh: 3/408) Imam en-Newewie zegt: "Dat betekent het richten van de tenen tot de kibla." (el-Mejmoe' Sherh el-Moehetheb: 3/407)
[194] Overgeleverd door et-Tirmidhie (305) en-Nesaaie (1109) Ibn Maajeh (1061) el-Elbaanie heeft de hadith in Sahieh Abie Daawoed (850) geauthentiseerd.
[195] El-Mejmoe' (3/408)
[196] El-Boekhaarie (812) Moeslim (490)
[197] Overgeleverd door Moeslim (491)
[198] Overgeleverd door et-Tirmidhie die het eveneens authentiseerde (271) Abo Daawoed (734) Ahmed (4/317) als hadith van Waail Ibn Hoejr (rm). Hij zei: "Ik heb de boodschaper van Allah (sav) zich voor de soejoed op de grond zien neerwerpen waarbij hij zijn voorhoofd en neus op de grond plaatste."
[199] Moeslim (494)
[200] El-Boekhaarie (828)
[201] Overgeleverd door Moeslim (772)
[202] Overgeleverd door Ahmed (4/155) Aboe Daawoed (869) Ibn Maajeh (937) ed-Daarimie (1/341) el-Elbaanie heeft deze hadith als zwak verklaard in Irwaaoel Ghaliel (334)
[203] Is reeds voorgegaan onder voetnoot ....
[204] Deze hadith is zwak zoals dat ik voorgegaan. Zie voetnoot nr. ...
[205] Ook dit is voorgegaan. Zie voetnoot nr ...
[206] Overgeleverd door Moeslim (771)
[207] Overgeleverd door Moeslim (379) als hadith van Ibn 'Abbaas (r2)
[208] Overgeleverd door Moeslim (482) als hadith van Aboe Hoereyrah (rm)
[209] Overgeleverd door el-Boekhaarie (6398) en Moeslim (2719)
[210] Moeslim (2732)
[211] Overgeleverd door Moeslim (2735)
[212] Overgeleverd door el-Boekhaarie (390) en Moeslim (495)
[213] Overgeleverd door et-Tirmidhie (305) en-Nesaaie (1109) en anderen. El-Elbaanie heeft de hadith geauthentiseerd in Sahieh Ibn Maajeh (870)
[214] Overgeleverd door Moeslim (496)
[215] Overgeleverd door Imam Ahmed (4/342) Aboe Daawoed (900) Ibn Maajeh (936) De hadith is door el-Elbaanie in Sahieh Abie Daawoed (797) en Sifatoe Salaat en-Nebiy (blz.144) geauthentiseerd.
[216] Aboe Daawoed (735) el-Beyhaqie (2/115) et-Tahaawie in Sherh Me'aanil Aathaar (1/260)
[217] Neyl el-Ewtaar (2/286)
[218] Imam Ahmed (1/276) Aboe Daawoed (899) en-Nesaaie (1105) Ibn Khoezeyme (1/326) el-Beyhaqie (2/115) el-Elbaanie heeft de hadith als 'sahieh' verklaard in Sahieh Soenen Abie Daawoed (796)
[219] El-Boekhaarie (532) en Moeslim (493) als hadith van Enes Ibn Maalik (rm)
[220] Moeslim (498)
[221] El-Boekhaarie (789) Moeslim (392)
[222] El-Boekhaarie (757) Moeslim (397)
[223] El-Boekhaarie (823( Moeslim (498)
[224] Overgeleverd door Ahmed (5/424) et-Tirmidhie (305) Aboe Daawoed (734) el-Elbaanie heeft de hadith geauthentiseerd in Irwaaoel Ghaliel (305)
[225] Deze bewoording is overgeleverd door Imam Moeslim (498)
[226] Overgeleverd door Aboe Daawoed (957) et-Tirmidhie (293) en-Nesaaie (1273) Ibn Maajeh (867)
[227] Moeslim (579)
[228] Overgeleverd door Ahmed (1/315) Aboe Daawoed (850) en de bewoording hoort tot hem, et-Tirmidhie (284) Ibn Maajeh (898)
[229] Overgeleverd door Imam Ahmed (5/398) en-Nesaaie (1145) Ibn Maajeh (947) Aboe Daawoed (874) et-Tayaalisie in zijn boek el-Moesnad (1/56) el-Elbaanie heeft deze hadith geauthentiseerd zoals in Irwaaoel Ghaliel (335)
[230] El-Mejmoe' (3/415)
[231] El-Boekhaarie (757) en Moeslim (397)
[232] El-Boekhaarie (821) Moeslim (472)
[233] Laat het geweten zijn dat het woord el-Iq'aa in het Arabisch op twee houdingen duidt:
1- Een wettige vorm die we nu aan het beschrijven zijn.
2- Een onwettige vorm die deze Arabische benaming inhoudt. "En dat is dat de bidder zijn achterwerk tegen de grond drukt en daarbij zijn benen omhoog steekt en zijn handen op de grond plaatst, precies zoals de hond dat doet." Dit is een beschijving van Ibn el-Ethier in en-Nihaayeh (4/89) Niemand heeft de wettelijkheid van deze houding aangenomen. Sterker nog, het juiste is dat deze vorm van zitten verboden is. In sommige overleveringen is deze houding verboden. Tot deze overleveringen horen de volgende twee:
a- Van Aboe Hoereyrah (rm) dat hij zei: "De boodschapper van Allah (sav) heeft mij drie zaken geboden en drie zaken verboden. Hij gebood mij de twee rek'a (te bidden) in de late ochtend, het witr-gebed (uit te voeren) voor het slapen en het vasten van drie dagen van iedere maand. Hij verbood mij verder te bidden zoals de kip gerst pikt (dus snel), te zitten zoals de hond zit en naar links en rechts te staren zoals de vos dat doet." Overgeleverd door Ahmed (2/311) Opgenomen door el-Moendhirie in et-Terghieb wet-Terhieb (1/370) el-Elbaanie zei over deze hadith in Sahieh et-Terghieb wet-Terhieb (555): Hasen li ghayrihi, dus van acceptabele sterkte in combinatie met andere overleveringen.
b- Van 'Aaishah (rv) is overgeleverd over de beschrijving van het gebed van de profeet (sav): "Hij legde zijn linkervoet languit op de grond en stak zijn rechtervoet op. Hij verbood dat men de houding van de satan aannam -dus dat men de hierboven beschreven houding aannam- en dat men zijn armen languit op de grond spreidde zoals de roofdier dat doet. Hij sloot zijn gebed uiteindelijk af met de saluut (tesliem)." Overgeleverd door Moeslim (498)
[234] Overgeleverd door Moeslim (536)
[235] Overgeleverd door et-Taberaanie in el-Mu'jem el-Kebier (11/79) en in el-Mu'jem el-Ewsat (8752) el-Beyhaqie in es-Soenen el-Koebraa (2/119)
[236] Overgeleverd door el-Beyhaqie (2/119)
[237] Sahieh Ibn Khoezeymeh (1/338)
[238] Overgeleverd door el-Boekhaarie (789) Moeslim (392)
[239] Overgeleverd door el-Boekhaarie (823)
[240] Overgeleverd door Ahmed (5/424) et-Tirmidhie (304) el-Elbaani heeft het geauthentiseerd in Irwaoel Ghaliel (304)
[241] Mejmoe' el-Fetaawaa wa maqaalaat mutanawwi'ah
[242] Alles was tot nu toe is beschreven vormt een deel van de salat. Deze delen worden afhankelijk van het uit te voeren gebed aaneengesloten herhaald. Ieder van die delen zal vanaf nu worden aangeduid als 'reka'
[243] Overgeleverd door et-Tirmidhie (288) et-Taberaanie in el-Ewsat (3/320) el-Beyhaqie (2/124) En de ketting ervan is zeer zwak. Want in de ketting zit Khaalid Ibn Ilyaas en hij is een verhaler waarop men niet terugkomt. Dat heeft Ibn Hajer gezegd in zijn boek et-Taqrieb (blz.284 onder nr.1627)
[244] Soenen et-Tirmidhie (2/80)
[245] Moesannaf Ibn Abie Sheybeh (1/346)
[246] Ook overgeleverd in el-Moesannaf van 'AbdoerRazzaaq (2/178 met nr. 2966)
[247] Overgeleverd door Aboe Daawoed (736) el-Beyhaqie (2/98) En el-Elbaanie heeft de hadith als zwak bestempeld in zijn boek Silsiletoel Ahaadieth es-Sahiehah (929)
[248] Overgeleverd door el-Boekhaarie (824)
[249] Overgeleverd door el-Boekhaarie (757) en Moeslim (397)
[250] Overgeleverd door Moeslim (599)
[251] Dit deel van het oorsponkelijke boek is niet uitgelegd door de schrijver en dat omdat hij bij de uitleg van dit boek de uitgave in Mejmoe' el-Fetaawaa van Sjeik Bin Baaz (moge Allah hema genadig zijn) als bron heeft genomen. En daar is dit stuk niet opgenomen.
[252] Moeslim (498)
[253] Moeslim (579)
[254] Overgeleverd door Moeslim (580)
[255] Overgeleverd Imam Ahmed (2/199) el-Elbaanie heeft in het boek Sifatoes Salaah (blz.159) en in el-Mishkaah (917) aangegeven dat deze hadith 'hasen' is
[256] Overgeleverd door Ahmed (4/316) Aboe Daawoed (957) en-Nesaaie (897) Ibn Maajeh (867) el-Elbaanie heeft de hadith geauthentiseerd in Sahieh Abie Daawoed (666)
[257] Moeslim (579)
[258] Overgeleverd door Moeslim (579)
[259] Moeslim (580)
[260] Overgeleverd door el-Boekhaarie (831) Moeslim (402)
[261] Soenen et-Tirmidhie (2/82)
[262] Moeslim (403)
[263] Overgeleverd door Moeslim (1015)
[264] Moeslim (1015)
[265] Overgeleverd door el-Boekhaarie (831) Moeslim (402)
[266] Overgeleverd door Maalik in el-Moewatta (1/232) Aboe Daawoed (973) ed-Daaraqoetnie welke het ook authentiseerde (1/351) et-Tahaawie in Sherh Me'aaniel Aathaar (1/263) el-Elbaanie heeft de hadith als authentiek verklaard in het boek Sahieh Soenen Abie Daawoed (857)
[267] el-Boekhaarie (3370) en Moeslim (406)
[268] Overgeleverd door el-Boekhaarie (3369) Moeslim (407) als adith van Aboe Hoemeyd es-Saa'idie (rm) dat de metgezellen zeiden: "O boodschapper van Allah! Hoe dienen we de lofprijzing over je uit te spreken?" De boodschapper van Allah (sav) zei toen: "Zegt als volgt..." en zei zoals hierboven
[269] El-Boekhaarie (800) en Moeslim (588)
[270] Moeslim (588)
[271] Moeslim (2735)
[272] El-Boekhaarie (832) Moeslim (1353)
[273] El-Boekhaarie (6398) Moeslim (2719)
[274] Overgeleverd door el-Boekhaarie (834) en Moeslim (2705)
[275] Moeslim (402)
[276] El-Boekhaarie (6389) Moeslim (2690)
[277] Moeslim (582)
[278] Overgeleverd door Imam Ahmed (1/406)
[279] Overgeleverd door Imam Ahmed (1/123) Aboe Daawoed (61) et-Tirmidhie (238) Ibn Maajeh (275) en anderen. Et-Tirmidhie zegt: "Deze hadith is de sterkste en beste hadith over dit onderwerp." Sjeik Shoe'ayb el-Arnaoet die de Moesnad van Imam Ahmed naging zegt: "De ketting ervan is hasen."
[280] Overgeleverd door Aboe Daawoed (736) el-Beyhaqie (2/98) el-Elbaanie heeft de hadith als zwak verklaard in zijn boek Silsiletoel Ehaadieth es-Sahiehah (929)
[281] Overgeleverd door el-Boekhaarie (824)
[282] El-Boekhaarie (739)
[283] Overgeleverd door Aboe Daawoed (730) et-Tirmidhie (305) en-Nesaaie (1189) en anderen met een sterke ketting.
[284] Overgeleverd door el-Boekhaarie (759) Moeslim (451) el-Boekhaarie heeft aan deze hadith de volgende titel gegeven: "Deel: De bidder reciteert in de laatste twee rek'a enkel soera el-Faatihah."
[285] Overgeleverd door Aboe Daawoed (793) Ibn Maajeh (910) als hadith van Jaabir Ibn 'Abdillah (rm) el-Elbaanie heeft de hadith geauthentiseerd in Sifatoes-Salaah (blz.85)
[286] Moeslim (452)
[287] Overgeleverd door Aboe Daawoed (995) et-Tirmidhie (366) en-Nesaaie (1184) et-Tirmidhie zei: "Dit is een hadith van middelmatige doch acceptabele sterkte. Aboe 'Oebeydeh heeft enkel niets gehoord van zijn vader ('Abdoellah Ibn Mes'oed (rm). Daarom is er een breuk in de hadith. Ibn Hajer heeft in et-Telkhies el-Habier (1/263) aangegeven dat deze hadith een gebroken ketting heeft en el-Elbaani heeft de hadith voor hasen gehouden zoals in el-Mishkaah (915). Dat de profeet (sav) zat alsof hij zich op een opgewarmde rots bevond betekent dat hij maar kort zat zoals iemand het zitten op een warm oppervlak niet zo lang kan volhouden.
[288] Overgeleverd door Imam Ahmed (1/460) en Ibn Khoezeymeh in zijn boek es-Sahieh (1/350)
[289] Overgeleverd door Ibn Abie Sheybeh in zijn boek el-Moesannaf (1/263 mt nr. 3017)
[290] Dit is een beknopte herhaling van wat reeds is gepasseerd. Voor meer smeekbeden op deze plaats kijkt men terug naar boven, waar de uitlegger van het boek enkele wettige smeekbeden heeft opgenoemd.
[291] Overgeleverd door el-Boekhaarie (794)
[292] Moeslim (498)
[293] Overgeleverd door Moeslim (571)
[294] Moeslim (592)
[295] El-Boekhaarie (850) Moeslim (645)
[296] Moeslim (426)
[297] Neyloel Ewtaar (3/173-174)
[298] Mejmoe' el-Fetaawaa (22/505)
[299] Moeslim (594)
[300] El-Boekhaarie (844) Moeslim (593)
[301] De uitspraak van: "SoebhaanALlah"
[302] De uitspraak van: "Elhamdoelillah"
[303] De uitspraak van: AllahoeEkber"
[304] Moeslim (597)
[305] De uitspraak van "Laa ilaahe illAllah"
[306] Overgeleverd door Moeslim (596)
[307] De Islamitische bewoners van Medina tijdens de aankomst van de profeet (sav) uit Mekka, toen hij emigreerde.
[308] Overgeleverd door Imam Ahmed (5/184) et-Tirmidhie (3413) en-Nesaaie (1351) Ibn maajeh (1359) De hadith is door el-Elbaanie geauthentiseerd zoals in Silsiletoel Ehaadieth es-Sahiehah (1/161 nr.101)
[309] Overgeleverd door el-Boekhaarie (6329)
[310] Overgeleverd van en-Nesaaie in es-Soenen el-Koebraa met een sterke ketting (9928) et-Taberaanie in el-Mu'jem el-Kebier (8/114) el-Elbaanie heeft de hadith geauthentiseerd in Sahieh el-Jaami' es-Saghier (6464)
[311] Zie et-Taberaanie in el-Moe'jem el-Kebier (8/114)
[312] Overgeleverd door Imam Ahmed (4/155) Aboe Daawoed (1523) et-Tirmidhie (2903) Hij zei erover 'hasen gharieb' en-Nesaaie (1336) Ibn Khoezeymeh (1/372) Ibn Hibbaan (5/344) Imam el-Elbaanie heeft de hadith authentiek verklaard in Sahieh Soenen Abie Daawoed (1348) Ook Shoe'ayb el-Arnaoet die het boek el-Moesnad van Imam Ahmed heeft nagekeken heeft de hadith geauthentiseerd (4/155)
[313] Overgeleverd door Imam Ahmed (5/314) et-Tirmidhie (3924) Aboe Daawoed (5082) en el-Elbaanie heeft de hadith geauthentiseerd in zijn werk Sahieh el-Jaami' es-Saghier (3575) alsook in andere werken.
[314] Overgeleverd door Ahmed (5/415) en-Nesaaie (9852) es-Soenen el-Koebraa en Ibn Hibbaan in zijn boek es-Sahieh (2020) En dit is de bewoording van Ibn Hibbaan. Deze hadith is door Ibn Hajer bestempeld als 'hasen' in Fethoel Baarie (11/205) el-Elbaanie heeft de hadith in et-Terghieb wet-Terhieb (474) geauthentiseerd.
[315] Overgeleverd door en-Nesaaie in 'Amel el-Yewm wel-Leyleh (24) et-Tirmidhie (3877) Hij zei: "Een hasen hadith die we enkel hebben zien overgeleverd worden door Leyth Ibn Sa'd. Verder heeft 'Oemaarah voor zover we weten niets gehoord van de profeet (sav)." el-Elbaanie aangegeven dat de hadith 'hasen' is in et-Terghieb wet-Terhieb (473)
[316] Overgeleverd door el-Boekhaarie (845) en Moeslim (572)
[317] Overgeleverd door el-Boekhaarie (846)
[318] Moeslim (592)
[319] El-Boekhaarie (849)
[320] El-Boekhaarie (852) en Moeslim (707)
[321] Overgeleverd door Moeslim (708)
[322] El-Boekhaarie (820) Moeslim (471)
[323] Moeslim (728)
[324] Overgeleverd door et-Tirmidhie (415)
[325] El-Boekhaarie (1169)
[326] Eveneens een nadrukkelijk aangeraden vrijwillig gebed dat uit een oneven aantal rek'a bestaat van minimaal een rek'a oplopend tot maximaal elf rek'a welk wordt verricht na het late avondgebed tot aan het ochtendgebed.
[327] El-Boekhaarie (1000) en Moeslim (700)
[328] Fethoel Baarie (2/489)
[329] Overgeleverd door el-Boekhaarie (631) als hadith Maalik Ibn el-Hoeweyrith (rm)
[330] Memoe' el-Fetaawaa (22/280)
[331] El-Boekhaarie (432) en Moeslim (777)
[332] Overgeleverd door el-Boekhaarie (731)
[333] Met nummer (828)
[334] Overgeleverd door Ahmed (2/117) Aboe Daawoed (1271) et-Tirmidhie welke het ook nog eens bestempelde als 'hasen' (430) Ibn Hibbaan (6/202) et-Tayaalisie (1/262) el-Elbaanie heeft de hadith als 'hasen' verklaard in Sahieh et-Tirmidhie (430) Shoe'ayb el-Arnaoet heeft hetzelfde oordeel gegeven in zijn nakijk van de Moesnad (2/117)
[335] Overgeleverd door el-Boekhaarie (625) en Moeslim (834)
[336] El-Boekhaarie (637) en Moeslim (834)
[337] Overgeleverd door Ahmed (6/326) et-Trimidhie (427) en-Nesaaie (1815) Aboe Daawoed (1269) Ibn Maajeh (1160) el-Haakim in zijn boek el-Moestedrek (1/456) et-Taberaanie in het boek el-Mu'jem el-Kebier (23/233) alsook in Moesnad esh-Shamiyyien (2/373) Ibn Khoezeymeh heeft de hadith geauthentiseerd (2/206 nr 1191, 1192) Ook el-Elbaanie heeft de hadith geauthentiseerd in Sahieh el-Jaami' es-Saghier (6195)